Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over drugs per post
Vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Financiën over drugs per post (ingezonden 5 april 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en de Staatssecretaris
van Financiën (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen 30 mei 2023).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de vragen van het lid Michon-Derkzen over het bericht
«Drugs per post neemt vlucht: Overal ter wereld meer dancefeesten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de voortgang van de, in de antwoorden op deze vragen genoemde, verkenning op
welke wijze een gezamenlijk postteam tussen politie en douane ingevuld kan worden?
Antwoord 2
Ik ben verheugd te kunnen melden dat naar voorbeeld van de Hit and Run Cargo teams
op de logistieke knooppunten de aanpak versterkt wordt door het inrichten van een
gecombineerd opsporingsteam bestaande uit medewerkers van de politie, douane en Openbaar
Ministerie. Doel van het team is het intensiveren van de onderlinge samenwerking,
het versterken van de gezamenlijke informatiepositie en uiteindelijk duurzaam verstoren
van de verspreiding van verdovende middelen. Hiermee volgt het team de uitgangspunten
van de Hit and Run Cargo (HARC).
Het team krijgt de naam Hit And Run Post (HARP) en zal zich richten op de strafrechtelijke
onderzoeken met een korte doorlooptijd van zo’n 6 tot 8 weken.
Naast de strafrechtelijke onderzoeken is de ambitie dat het HARP leidt tot een beter
zicht op de deze vorm van criminaliteit, hetgeen benut zal worden om tot een effectieve
publiek-private en internationale samenwerking te komen.
Door de Douane wordt de ingezette geïntensiveerde controle op de post- en pakketstroom
voortgezet. In overleg met Politie en OM wordt daarbij bezien of geconstateerde vaststellingen
kunnen leiden tot een opsporingsonderzoek in bestaande opsporingsteams.
Vraag 3
In de antwoorden noemde u dat er samenwerkingsverbanden bestaan tussen de politie
en post- en pakketdiensten. Geldt dat voor elk bedrijf uit de top vijf post- en koeriersdiensten?2 Zo ja, waaruit bestaat die samenwerking per bedrijf?
Antwoord 3
De politie werkt samen met post- en pakketdiensten, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling
van de e-learning (zie het antwoord op vraag 6) of bij de ontwikkeling van het barrièremiddel
(zie antwoord op vraag 7). Het HARP streeft naar een effectieve publiek-private samenwerking.
Een exact overzicht van bestaande (lokale) initiatieven ontbreekt. Zie ook het antwoord
op vraag 5.
De Douane heeft met PostNL het initiatief genomen om te onderzoeken of er op innovatieve
wijze in de poststroom selecties kunnen worden uitgevoerd door middel van een vorm
van autodetectie. Hierbij worden scanbeelden geautomatiseerd beoordeeld op de aanwezigheid
van tabletten/pillen. Indien deze methodiek succesvol blijkt zal dit breder ingezet
worden bij andere post- en pakketdiensten.
Er is tevens sprake van een goede publiek-private samenwerking in de vorm van regulier
overleg tussen PostNL en de Douane op Schiphol en Amsterdam. Met de koeriersdiensten
is er overleg met de douanekantoren waar deze diensten gevestigd zijn. Hierbij komt
de publiek-private samenwerking ook ter sprake.
Vraag 4
Is u bekend wat er per jaar door deze (top vijf) bedrijven aan harddrugs wordt onderschept
en ingenomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dat per bedrijf beantwoorden?
Antwoord 4
Nee, dat is niet bekend omdat er geen registratie plaatsvindt per koeriersbedrijf.
Vraag 5
Zijn er naar uw weten inmiddels meer projecten gestart rondom weerbare Post- en Koeriersdiensten?
Zo ja, welke? Om wat voor projecten gaat het dan?
Antwoord 5
Naast de strafrechtelijke onderzoeken is de ambitie dat het HARP leidt tot een beter
zicht op deze vorm van criminaliteit, hetgeen benut zal worden om tot een effectievere
publiek-private te komen. In de uitwerking van de motie Michon-Derkzen c.s.3 wordt hier nader op in gegaan.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de aangekondigde e-learning over weerbaarheid
van post- en koeriersdiensten tegen ondermijnende criminaliteit?
Antwoord 6
De e-learning is momenteel in ontwikkeling. Er is een bijeenkomst geweest met transportondernemers
en securitymanagers van grotere Post- en Pakketdiensten (3 van de top 5), er is een
bijeenkomst geweest waarbij een aantal ervaringsdeskundigen (ex-criminelen) kwetsbaarheden
van bedrijven in de transport en logistieke sector hebben blootgelegd en er heeft
een ophaalsessie plaatsgevonden waarbij experts vanuit verschillende overheidsdiensten
waren aangesloten. Het ging om experts van de regionale politie, Landelijke Eenheid,
Douane, IL&T, Platforms Veilig Ondernemen, Taskforce- RIEC Brabant-Zeeland en de Avans
Hogelschool. Met deze input wordt momenteel de e-learning zelf ontwikkeld en zal bestaan
uit twee modules; een gericht op «Transport over de Weg» en een op «Pakketdiensten».
Het Platform Veilig Ondernemen Zeeland-Brabant is aanjager en initiator, maar het
is de bedoeling dat de e-learning landelijk zal worden uitgerold.
Vraag 7
Is het barrièremodel met betrekking tot de distributie van drugs door post- en koeriersdiensten
inmiddels gereed? Kunt u hier nader op ingaan? Hoe ziet dit barrièremodel er in de
praktijk precies uit? Is er bij de ontwikkeling van het barrièremodel ook aandacht
geweest voor het uitbreiden van (nationale) strafbaarstellingen.
Antwoord 7
Het barrièremodel Synthetische drugs vervoeren via post- en koeriersdiensten is gereed en komt voor de zomer voor deelnemers beschikbaar via een website en via
een te downloaden publicatie. Met dit barrièremodel brengt het Centrum voor Criminaliteitspreventie
en Veiligheid (CCV) samen met verschillende partners het fenomeen in kaart. Hierbij
wordt gekeken welke stappen criminelen moeten zetten. Per stap wordt nagegaan welke
dienstverleners en gelegenheden het fenomeen mogelijk maken en welke signalen kunnen
duiden op criminele activiteit. Hierdoor maken we gelegenheidsstructuren inzichtelijk.
Daarna kunnen barrières opgeworpen worden om deze gelegenheden en daarmee het werk
van criminelen te verstoren. Met het barrièremodel is ruimte voor preventieve interventies
en voor repressieve maatregelen.
Vraag 8
Ziet u meer mogelijkheden om post- en koeriersbedrijven op hun verantwoordelijkheden
te wijzen? Is er ruimte om deze bedrijven strafbaar te stellen indien zij deze verantwoordelijkheid
weigeren te nemen?
Antwoord 8
De verschillende post- en koeriersbedrijven zijn zich zeer bewust van hun verantwoordelijkheden
en er wordt door hen dan ook veel gedaan om drugspakketten en pakketten met andere
illegale inhoud te onderscheppen. Zij zoeken de samenwerking zelf ook op met politie,
douane ILT en het OM. Ook voeren zij in samenspraak met het bevoegd gezag zelf controles
uit en investeren ze in onderzoek. Ik heb op dit moment daarom geen behoefte aan een
wettelijke grondslag voor het strafbaar stellen van bedrijven.
Vraag 9
Is bekend welke landen het meest betrokken zijn bij de verzending van drugs per post
via Nederland, zowel inkomend als uitgaand? Is er een overzicht van strafbaarstellingen
in de meest betrokken landen?
Antwoord 9
De douane houdt bij welke landen betrokken zijn bij de meeste inbeslagnames.
Dat gaat om aantallen inbeslagnames, ongeacht welke soort en welke hoeveelheid drugs.
Dat zijn bij de inkomende stroom: Suriname, Peru, De Verenigde Staten, Zuid-Afrika
en Canada.
De landen betrokken bij de meeste inbeslagnames bij de verzending van drugs per post
via Nederland zijn bij de uitgaande stroom: Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk
en Australië.
Het betreft allerlei soorten drugs, dat verschilt per land. Deze cijfers zijn afkomstig
van de Douane en zien daarom alleen op EU-buitengrens overschrijdend.
Een overzicht van strafbaarstellingen in de betrokken landen is mij niet bekend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.