Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Bevers over het bericht dat de diepte van vaargeul Boontjes nog ter discussie staat
Vragen van de leden Koerhuis en Bevers (beiden VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de diepte van vaargeul Boontjes nog ter discussie staat (ingezonden 2 mei 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 23 mei 2023).
Vraag 1
Kent u het bericht «Diepte vaargeul Boontjes staat nog ter discussie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
We herkennen de wens van de havenbedrijven uit Harlingen om de haven bereikbaar te
houden. Zoals in het bericht ook staat, wordt over de onderhoudssituatie van de vaargeul
Boontjes later dit jaar een besluit genomen in afstemming met de provincie Fryslân
en het Omgevingsberaad Waddengebied. In dit beraad zijn de havenbedrijven ook vertegenwoordigd.
Vraag 3
Hoe kijkt u aan tegen de stelling van de haven van Harlingen dat grote schepen straks
vastlopen op het wad, terwijl de nieuwe sluis Kornwerderzand juist voor grote schepen
geschikt wordt gemaakt?
Vraag 4
Hoe rijmt u deze stelling met uw eerdere beantwoording op onze schriftelijke vragen
dat er geen relatie is tussen de diepte van vaarweg Boontjes en de nieuwe sluis Kornwerderzand
(Aanhangsel handelingen 2022–2023, nr. 1295)?
Antwoord 3 en 4
Deze stelling wordt niet herkend. Zoals bij de beantwoording van de Kamervragen van
de leden Koerhuis en Bevers2 eerder dit jaar ook al is aangegeven, is er geen directe relatie tussen de aanleg
van een grotere sluis op Kornwerderzand en de onderhoudssituatie van de Boontjes.
De grotere sluis heeft tot doel om het IJsselmeer voor grotere schepen toegankelijk
te maken vanaf zee. Dat is ook het uitgangspunt geweest voor de Bestuursovereenkomst
met Fryslân voor deze sluis. Ten tijde van het opstellen en afsluiten van deze bestuursovereenkomst
was al bekend dat de onderhoudsdiepte van de vaarweg Boontjes onzeker was. Er zijn
meerdere vaargeulen waar de scheepvaart gebruik van kan maken van en naar de nieuwe
sluis. In de MKBA die de provincie heeft laten maken voor de verbreding van de sluis,
speelden de vaargeulen in de Waddenzee, of de Boontjes in het bijzonder, geen directe
rol.
Vraag 5
Klopt het dat de haven van Harlingen ruim 25.000 teu containers per jaar overslaat?
Antwoord 5
Uit de monitoringsrapportage als onderdeel van de evaluatie onderhoudspilot Boontjes3 van vorig jaar, blijkt dat er in 2020: 28.806 TEU, 2021: 27.121 TEU en in 2022: 25.132
TEU zijn overgeslagen in Harlingen.
Vraag 6
Wat is de verwachte stijging van het aantal containers voor de haven van Harlingen
als gevolg van de nieuwe sluis Kornwerderzand?
Antwoord 6
Of de ontwikkeling van een grotere sluis zal bijdragen aan grotere groei van de containeroverslag,
is op dit moment niet bekend. Zoals al aangegeven zien we geen direct verband tussen
de grotere sluis en de haven Harlingen. De afmetingen van de vaargeul Boontjes veranderen
door het project van de provincie Fryslân niet. Cijfers uit de afgelopen jaren laten
ook geen stijging zien.
Vraag 7
Klopt het dat vaarweg Boontjes hierdoor een hoofdvaarweg kan worden?
Antwoord 7
Nee. Het aantal vervoerde containers of tonnage was een criterium4 dat in de Nota Mobiliteit uit 2004 werd gehanteerd. Met de komst van de Structuurvisie
Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is dit criterium in 2012 komen te vervallen. De SVIR
is op zijn beurt afgelopen jaar komen te vervallen met de komst van de Nationale Omgevingsvisie
(NOVI). Het aantal vervoerde containers is daarmee geen basis voor het aanwijzen van
de Boontjes als hoofdvaarweg. Binnen de ontwikkeling van een basiskwaliteitsniveau
voor het hoofdvaarwegennet zal de typologie van de vaarwegen worden geactualiseerd.
Hierbij worden de vervoersvolume mogelijk weer als criteria gebruikt om vaarwegen
te waarderen en te rangschikken. Zodra dit is uitgewerkt zal de Kamer hierover worden
geïnformeerd.
Vraag 8
Herinnert u zich de Agenda voor het Waddengebied 2050 waarin overheden, natuurorganisaties,
visserijorganisaties en de samenwerkende havens een gezamenlijke koers hebben geformuleerd
voor het Waddengebied (Kamerstuk 29 684, nr. 210)?5
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Klopt het op diepte houden van vaarweg De Boontjes een breekpunt was voor de vereniging
van Waddenzeegemeenten en de Waddenzeehavens voor het ondertekenen van de Agenda voor
het Waddengebied 2050?
Antwoord 9
Ja, dit was de zogenaamde «voetnoten discussie» in het Omgevingsberaad Waddengebied
n.a.v. de doorwerking van de Agenda van het waddengebied 2050 in het Nationaal Waterprogramma
2022–2027 (NWP).
Vraag 10
Herinnert u zich dat u in het Bestuurlijk Overleg Waddengebied van 2 december 2020
heeft besloten om vaarweg Boontjes op diepte te houden en dit in het Nationaal Waterprogramma
2022–2027 vast te leggen op een diepte van 3,80m NAP?
Antwoord 10
Bij het Bestuurlijk Overleg Waddengebied van 3 december 2020 heeft het Ministerie
van IenW aangegeven de betreffende voetnoten te verwijderen. Dit is ook per brief
aan de voorzitter van het Omgevingsberaad Waddengebied bevestigd op 16 december 2021.
Daarbij is aangegeven dat de afmetingen van de Boontjes6 in principe worden gegarandeerd gedurende de looptijd van het Nationaal Waterprogramma
‘21–‘27 (NWP) en dat alleen de eerder gemaakte afspraken met de regio over de evaluatie
van de onderhoudspilot daar verandering in kan aanbrengen. Dit is bij eerdere Kamervragen
ook zo geantwoord (6 december 20217 en 18 januari 20238), alsmede tijdens het Commissiedebat Wadden van 18 januari 2023.
Vraag 11
Bent u bereid om, gezien de nieuwe sluis Kornwerderzand en de verwachte stijging van
het aantal containers voor de haven van Harlingen, te onderzoeken of en hoe hoofdvaarweg
Amsterdam-Zwolle kan worden uitgebreid naar Harlingen?
Antwoord 11
Er zijn al mogelijkheden om vanaf Amsterdam en of Zwolle via het hoofdvaarwegennet
naar Harlingen te varen, zoals vastgelegd in het NWP. De vaarwegen over het IJsselmeer
richting Harlingen worden binnen het project Verruiming Sluiscomplex Kornwerderzand
door de provincie Fryslân al verdiept. Een onderzoek naar uitbreiding van het hoofdvaarwegennet
is daarom niet nodig. Zie ook antwoord 6 en 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.