Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Staat van het Onderwijs 2023 met beleidsreactie (Kamerstuk 36200-VIII-221)
2023D21542
LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en
Voortgezet Onderwijs over hun brief van 10 mei 2023 inzake de Staat van het Onderwijs 2023 met beleidsreactie (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 221).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De griffier van de commissie,
Verhoev
Nr
Vraag
1
Wat is de reden dat men dit jaar de beoordeling van de scholen in de Staat van het
Onderwijs achterwege laat, dit in tegenstelling tot voorgaande jaren waar in de Staat
van het Onderwijs het oordeel voor scholen (zeer zwak, onvoldoende etc.) wel werd
gepubliceerd?
2
Hoe verhouden de investeringen in alle onderwijssectoren, waarover u schrijft in de
beleidsreactie, zich tot de aangekondigde bezuinigingen op OCW1 in de Voorjaarsnota? Waarom wordt dit niet in de beleidsreactie vermeld?
3
Als het echte werk bij leraren, docenten en ondersteuners gebeurt, welke overwegingen
liggen dan ten grondslag aan de bezuiniging, uitgerekend op hun salaris? Hoe verenigt
u dit met de inspiratie «om óók alles te geven en alles aan te grijpen wat het onderwijs
kan verbeteren»?
4
Op hoeveel scholen zijn de basisteams actief en wat is dat percentueel van alle scholen?
5
Hoe verenigt u de uitspraak «als betrokken overheid delen we die zorg» over mentaal
welzijn onder leerlingen en studenten, en de recentelijke uitspraken van de Staatssecretaris
van VWS2 dat niet alle jongeren mentale hulp kunnen krijgen?
6
Wat zijn de eerste resultaten van de NPO3-middelen die zijn ingezet voor het verbeteren van het welbevinden van studenten?
7
Waarom gelden de argumenten om het bindend studieadvies aan te passen in het ho4, zoals een betere balans tussen het welzijn van studenten en studievoortgang, niet
voor studenten in het mbo5?
8
Wanneer komt u met het masterplan basisvaardigheden voor het mbo en hoeveel geld bent
u voornemens daarvoor vrij te maken?
9
Waarom is het op het funderend onderwijs al sprake van werk van basisteams om basisvaardigheden
te versterken, maar is er op het mbo nog sprake van een verkennende fase over de bevoegdheid
van docenten?
10
Wanneer kan de Kamer de plannen voor het verbeteren van de kwaliteit en het bereik
van vroeg- en voorschoolse educatie verwachten?
11
Wat wordt er nog verder onderzocht met scholen en wetenschappers om leerlingen meer
kansen te bieden in het voorgezet onderwijs en hoe gebruikt u hierbij de stapels aan
wetenschappelijke inzichten die er al liggen, zoals bijvoorbeeld de effectiviteit
van brede brugklassen om kansenongelijkheid terug te dringen?
12
Hoeveel ontvangen onderwijsinstellingen voor het bevorderen van de uitdrukkingsvaardigheden
in het Nederlands van hun studenten?
13
Hoe worden barrières om door te stromen voor wie dat wil en kan in de toekomst weggenomen?
14
Wat wordt er precies verstaan onder het stimuleren van deelname aan gemeenschappelijke
introductiedagen en sportfaciliteiten van mbo-studenten? In welke steden mogen mbo-studenten
al meedoen aan de introductiedagen? In welke steden hebben zij toegang tot studentensportfaciliteiten?
In welke steden worden zij nog altijd geweigerd om mee te doen aan introductiedagen
en sportfaciliteiten?
15
Kunt u nader toelichten hoe u de deelname van mbo-studenten aan introductiedagen en
sportfaciliteiten bevordert en hoeveel hebben mbo-instellingen ontvangen om dit te
faciliteren?
16
Wordt bijgehouden hoe groot stagemisbruik is in het mbo? Zo nee, bent u voornemens
dit te registreren?
17
Kunt u nader toelichten wat u bedoelt met «Daarnaast kijken we of we meer lijn kunnen
brengen in de door de inspectie bekritiseerde grote hoeveelheid doelsubsidies»? Welke
concrete acties horen hierbij?
18
Hoe wordt het maatschappelijk bewustzijn rond stagediscriminatie in de toekomst vergroot?
19
Op wat voor manier gaat u bezien of er meer lijn kan worden gebracht in de door de
Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) bekritiseerde grote hoeveelheid doelsubsidies?
20
Waarom ontbreekt in het rijtje dat nodig is om goed onderwijs te geven (professionals
die met plezier hun werk doen, goed opgeleid zijn en hun vak bijhouden) een goed en
eerlijk salaris?
21
Hoe groot is het lerarentekort in het po6 en in het vo7 in fte? Hoe is het lerarentekort de afgelopen tien jaar ontwikkeld?
22
Hoeveel van de leerlingen, die stapelen sinds het doorstroomrecht is ingevoerd in
het vo, ronden de tweede opleiding af?
23
Hoeveel van de leerlingen, die stapelen sinds het doorstroomrecht is ingevoerd in
het vo, vallen in de tweede opleiding uit?
24
Hoeveel van de leerlingen die blijven zitten in havo8 4 komen respectievelijk van de mavo9, havo en vwo10?
25
Kan de inspectie duiden of er regionale verschillen zijn bij bo11-leerlingen bij wie eerder de leervertraging het grootst was?
26
Kan de inspectie vertellen waarom de resultaten van so12-leerlingen dichter liggen bij die van het regulier basisonderwijs dan die van het
sbo13?
27
Gaat u ook onderzoeken of de hoeveelheid onvoldoende geletterde mbo-studenten die
uitstromen, kan worden teruggebracht door in het mbo bevoegde docenten Nederlands
voor de klas te zetten?
28
Kan de inspectie vertellen waarom zij onder de basisvaardigheden de vakken rekenen-wiskunde,
taal en burgerschap verstaan, terwijl de Minister hier ook digitale geletterdheid
onder laat vallen?
29
Is er een streefgetal voor een minimaal niveau in Nederlandse schriftelijke vaardigheid
in het ho?
30
Laten de slagingspercentages voor Nederlands precies dezelfde trend zien als internationaal
vergelijkend onderzoek? Zo nee, hoe worden de verschillen verklaard?
31
Wat betekent de constatering dat «meerdere vo-scholen aangaven dat sturing van bovenaf
en het opleggen van beleid weerstand oproept» voor de aanpak in het masterplan basisvaardigheden?
32
Heeft de inspectie een verklaring voor het gegeven dat scholen niet weten of hun inspanningen
ten aanzien van burgerschap voldoen aan de wettelijke eisen?
33
Waarom wordt in de Staat van het Onderwijs geen aandacht besteed aan de kwaliteit
van onderwijshuisvesting? Is de inspectie voornemens dit onderwerp wel op te nemen
in de volgende «Staten»?
34
Hoe verhoudt het percentage van 44% studenten met een psychische aandoening zich ten
opzichte van 21/24/25% studenten met een slechte mentale gezondheid? Komt het percentage
van 21/24/25% bovenop die 44%?
35
Houdt de inspectie al strengere controle op uitvoering van de burgerschapsopdracht?
Zo ja, hoe kan het dat veel scholen nog geen heldere burgerschapsdoelen hebben?
36
Is in kaart gebracht hoe vaak het gebeurt dat leerlingen wapens zoals messen mee naar
school nemen?
37
Kan de inspectie met cijfers onderbouwen waarom meervoudige adviezen en brede brugklassen
kansengelijkheid bevorderen?
38
Welke richtlijnen zijn er voor instellingen om sociale veiligheid te monitoren?
39
Gaat u ook onderzoeken waarom bijna de helft van de mbo-niveau 2 studenten ongediplomeerd
uitstroomt?
40
Kan worden gesteld dat het percentage uitstroom op dit moment zorgwekkend hoog is
op alle niveaus? Kan worden gesteld dat er niet alleen moet worden gefocust op stijgende
instroom, maar ook op het binnenboord houden van studenten?
41
Wat voor opvolging wordt gegeven aan het feit dat het borgen van kansengelijkheid
niet in alle aspecten van de selectieprocedure in het ho wordt meegenomen? Wat wordt
gedaan met het advies van de inspectie dat opleidingen moeten komen tot een volledige
onderbouwing van de selectieprocedure?
42
Corrigeert de hogere uitval in het tweede jaar in het ho, de lage uitval vorig jaar
in het eerste jaar tijdens coronamaatregelen rond het bindend studieadvies?
43
Wat is de huidige stand van zaken van de gesprekken met experts over selectiemethoden
in het ho?
44
Is het voor vso14'ers die gestart zijn met mbo niveau 4 mogelijk om tussentijds over te stappen naar
mbo niveau 3 indien ze ontdekken dat niveau 4 op dat moment niet goed aansluit?
45
Wat is de reden dat een kwart van de voormalig vso'ers start met een mbo niveau 4,
terwijl 33% daarvan weer uitvalt?
46
Hoeveel procent van de voormalige vso'ers start met een mbo niveau 3 opleiding? Hoeveel
procent valt uit?
47
Is bekend waarom er steeds minder studenten na hun mbo niveau 4 opleiding doorstromen
naar een hbo-bachelor?
48
Wat zijn mogelijke verklaringen voor het lagere slagingspercentage bij leerlingen
met een niet-westerse migratie-achtergrond en bestaat deze correlatie ook nog wanneer
wordt gecorrigeerd voor factoren zoals inkomen?
49
Wat zijn mogelijke verklaringen voor de hogere ongediplomeerde uitstroom bij studenten
met een niet-westerse migratieachtergrond?
50
Wat is uw inschatting van hoeveel nieuwkomers er op dit moment thuiszitten? Zo nee,
kan er onderzoek naar worden gedaan? Zo nee, waarom niet?
51
Hoe geeft u vervolg aan de waarschuwing van de inspectie dat de aparte wetgeving voor
TOV15»s kan leiden tot verschraling en ongelijkheid?
52
Hoe verhoudt het onderscheid in onderwijs op basis van migratieachtergrond zich tot
het Verdrag inzake de Rechten van het Kind?
53
Hoe ziet u uw rol als het gaat om de ondersteuning van de TOV’s? Kan er worden ondersteund
bij het opstellen van de verplichte doorstroomperspectieven?
54
Hoe kan het bekend zijn hoeveel ouders van studenten ook een ho-diploma hebben als
instellingen bij de inschrijving van een student niet vragen naar het hoogst genoten
opleidingsniveau van hun ouders?
55
Is er naast een onderscheid in ouders uit een hogere inkomensgroep en/of ouders die
ook een ho-diploma hebben ook een onderscheid te maken naar eerste generatiestudenten?
56
Waarom is het tot op heden nauwelijks uit de publieke verantwoording van samenwerkingsverbanden
en besturen op te maken wat goed gaat en wat niet op het gebied van passend onderwijs
en welke stappen moeten er precies worden gezet zodat de inspectie kan sturen op inclusiever
onderwijs?
57
Welke consequenties ondervinden scholen van het aan hun laars lappen van de wettelijke
verplichting van het registreren van opp’s16?
58
Wat is het verschil tussen opp's en een handelingsplan?
59
Hoe verloopt het proces van het stichten van een nieuwe school nadat de inspectie
een positief oordeel heeft gegeven in een situatie van een grote nieuwbouwwijk waarbij
meerdere initiatiefnemers een aanvraag hebben gedaan voor een nieuwe school?
60
Hoeveel leerlingen zitten er op een B3-school17?
61
Is er inmiddels een verklaring gevonden voor de verschillen over Nederland in deelname
aan gespecialiseerd onderwijs?
62
Welke mogelijkheden zijn er indien er een gebrek aan passend onderwijs is om voor
deze leerlingen financiering te regelen zodat zij aan B3-onderwijs kunnen deelnemen,
bijvoorbeeld met pgb18-budget of via de samenwerkingsverbanden?
63
Wat zijn de aantallen die horen bij de percentages die na hun opleiding geen werk
hebben, zoals geschetst op de afbeelding op pagina 29?
64
Welke kennis over monitoren van kwaliteit is nodig bij het gebruik van een leerling
administratiesysteem?
65
Met welk deel van de leraren wordt minimaals jaarlijks een functioneringsgesprek gevoerd?
66
Wat is het percentage pabo19-studenten dat daadwerkelijk als docent voor de klas komt te staan?
67
Hoe gaat u ervoor zorgen dat beginnende leraren zich in de toekomst voldoende toegerust
voelen?
68
Hoe is het schoolleiderstekort in het po regionaal verdeeld en welke factoren dragen
bij aan het terugdringen van het tekort?
69
Wat wordt er gedaan om het schoolleiderstekort aan te pakken?
70
Hoe komt het dat de groei in het onderwijzend personeel voor een relatief groot deel
op het conto van het mbo staat en kan dit te maken hebben met de andere bevoegdheidseisen
in het mbo?
71
Wat zijn de aantallen die horen bij de percentages pabo gediplomeerde respectievelijk
tweedegraads lerarenopleiding die na vijf jaar nog steeds werkzaam zijn in het onderwijs?
72
Hoeveel procent van de afgestudeerden aan de eerstegraadslerarenopleiding (zowel hbo
als wo) gaat na de opleiding in het onderwijs werken en hoeveel procent is na vijf
jaar nog steeds werkzaam in het onderwijs?
73
Hoe worden schoolleiderstekorten opgevangen en wat zijn de gevolgen daarvan?
74
Wat zijn de beweegredenen van leraren om van een school binnen de G5 over te stappen
naar een school buiten de G5?
75
In welke mate heeft u grip op de aanpak van het lerarentekort?
76
Wat is de precieze stijging van de leerling-leraar ratio in het bo?
77
Wat is de precieze stijging van de leraar-leerling ratio in het sbo en (v)so?
78
Wat is het percentage studenten aan lerarenopleidingen dat hun opleiding niet afrondt?
Heeft u inzicht in hun beweegredenen om de opleiding niet af te ronden?
79
In hoeverre maken leraren gebruik van de uren die zij hebben voor professionalisering?
Kan dit gekwantificeerd worden in het aantal uren dat zij gemiddeld deelnemen aan
professionaliseringsactiviteiten?
80
Bij hoeveel van de scholen waar niet alle kenmerken van effectieve instructie terug
te zien waren, is effectieve instructie wel onderdeel van de onderwijsvisie?
81
Indien er een leerling met extra ondersteuningsbehoeften in de klas zit, hoe wordt
dan geregeld dat de leerkracht hier voldoende tijd voor heeft?
82
Hoe kan het dat de ambitie voor het streefniveau voor rekenen niet wordt gehaald?
83
Hoe oud zijn de methodes die gebruikt worden op de scholen in Caribisch Nederland?
Hoe groot is het budget voor deze scholen om periodiek nieuwe methodes aan te schaffen?
84
Wordt het advies van de Onderwijsraad uit 2018 om terughoudend te zijn met doelfinanciering
bewust in de wind geslagen gezien het ontbreken van terughoudendheid20? Welke overwegingen liggen dan daaraan ten grondslag?
85
Welke stappen kunnen nog genomen worden om administratielast te verlagen?
86
Hoe verklaart de inspectie de lichte daling van de leesvaardigheid ten opzichte van
tien jaar geleden? Hoe verhouden de uitkomsten van het recent verschenen PIRLS-onderzoek
zich tot de gerapporteerde uitkomsten over leesvaardigheden in deze Staat van het
Onderwijs21?
87
Zijn er negatieve effecten wanneer kinderen korter «kleuteren» en maken scholen en
leraren hierin altijd een goed onderbouwde afweging?
88
Hoe duidt u het verschil in burgerschapsvaardigheden tussen groep 8 leerlingen in
het bo en schoolverlaters in de eindgroep van het sbo?
89
Wat zegt de effectiviteit van kansrijk adviseren over vroegselectie in het huidige
onderwijsstelsel?
90
Waarom worden de schooladviezen in niet-stedelijke gebieden minder vaak bijgesteld
en liggen de adviezen in niet-stedelijke gebieden gemiddeld ook lager?
91
Geeft u gehoor aan het doen van meer onderzoek naar de beslisregels die scholen hanteren
rondom bijstellingen?
92
Op basis waarvan concludeert de inspectie dat lessen over het algemeen veilig, ordelijk
en duidelijk verlopen, terwijl we internationaal horen dat Nederlandse klaslokalen
erg luidruchtig zijn?
93
Hoe kan extra hulp zo worden ingezet dat het leerlingen helpt, maar ook de leraar
ontlast?
94
Hoe verwacht de inspectie dat scholen hun aanbod voor burgerschapsonderwijs versterken
en concreter maken, terwijl er nog geen kerndoelen voor burgerschap zijn?
95
Hoe gaat u het verloop onder beginnende leraren in de toekomst verkleinen?
96
Hoe kan de inspectie de kwaliteit van besturen bevorderen gezien het feit dat nu 28%
onvoldoende scoort?
97
Ziet de inspectie, naast de aanpassing van het toezichtskader, andere oorzaken voor
de toename van het aantal besturen met een onvoldoende eindoordeel?
98
Heeft de inspectie een verklaring voor het feit dat het aantal oordelen met goed bij
de standaard evaluatie, verantwoording en dialoog veel lager is dan bij de andere
twee standaarden?
99
Heeft de inspectie aanvullende bronnen voor het onderzoek van Lionaar et al. (2023)
dat wijst op de invloed van de sturingsstijl van de bestuurder op de onderwijskwaliteit?
100
Kan de inspectie aangeven of schoolbesturen met een onvoldoende eindoordeel deze vooral
hebben gekregen op financiële of onderwijsinhoudelijke gronden? Hoe ziet deze verhouding
eruit?
101
Heeft de inspectie zicht op kenmerken van besturen met de waardering goed?
102
Zijn er naast de impact van de coronamaatregelen andere factoren die de ontwikkeling
van basisvaardigheden van leerlingen in het voortgezet onderwijs onder druk zetten?
103
Is het effect van socialemediagebruik en telefoongebruik op welzijn en ervaren prestatiedruk
onderzocht?
104
Hoe wordt verklaard dat de afstroom afneemt, mede gezien het feit dat het aantal zittenblijvers
toeneemt?
105
Zijn er naast de impact van de coronamaatregelen andere oorzaken aan te wijzen voor
het hoge percentage zittenblijvers in het vierde leerjaar van de havo?
106
Hoeveel meer geld geven huishoudens uit aan aanvullend onderwijs ten op zich te van
vijf jaar geleden?
107
Hoeveel geld geven ouders uit aan aanvullend onderwijs?
108
Hoeveel geld van de NPO-middelen is besteed aan commerciële bureaus?
109
Welke maatregelen gaat u nemen om lesuitval op korte termijn terug te dringen?
110
Is de conclusie dat onbevoegden eerder de gelegenheid krijgen om les te geven op een
school met een hoge achterstandsscore of is de achterstandsscore een gevolg van het
lesgeven door onbevoegden?
111
Wanneer komt de monitor, zoals vermeld in het Onderwijsakkoord, beschikbaar waarin
wordt gekeken hoe schoolbesturen werken aan strategisch personeelsbeleid22? Bent u voornemens de resultaten van de monitor ruim voor het einde van de internetconsultatie
van het wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid naar de Kamer te sturen?
112
Hoe frequent bezoeken schoolleiders lessen van startende leraren?
113
Is een inschatting te geven hoeveel leerlingen zijn uitgesloten van deelname aan schoolactiviteiten,
omdat hun ouders niet konden voldoen aan de vrijwillige bijdrage? Kan worden gesteld
dat de omschreven spagaat tussen het willen voldoen aan de wet en het willen voldoen
aan een breed aanbod een valse spagaat is, gezien het feit dat de wet gevolgd moet
worden?
114
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat alle schoolgidsen in de toekomst
gaan voldoen aan de Wet vrijwillige ouderbijdrage?
115
Hoe verklaart u dat havo de minst presterende schoolsoort is op de indicator bovenbouwsucces?
116
Wat is het aandeel vso-scholen dat een entreetraject aanbiedt?
117
Is er meer duidelijk over de oorzaken waarom samenwerking tussen vso-scholen en mbo-instellingen
niet goed van de grond komt?
118
Zijn er cijfers over hoeveel kinderen nu onnodig buiten de boot vallen?
119
Hoe gaat u ervoor zorgen dat samenwerkingen tussen vso-scholen en mbo-instellingen
in het vervolg in meer regio's van de grond komen?
120
Wat is de motivering om het emotioneel welbevinden van leerlingen in het (v)so niet
mee te nemen?
121
Hoe kunnen instellingen ervoor zorgen dat de LOB23 beter aansluit bij de wensen van studenten?
122
Wat is de appreciatie van de constatering dat bij deeltrajecten minder zicht is op
de opbrengsten van het onderwijs en de vormende en sociale functie van onderwijs mogelijk
minder aandacht krijgt?
123
Hoe verklaart u de afname van de doorstroom vanuit niveau 3 naar 4 in het mbo?
124
Heeft u in kaart waar de studenten die vanaf niveau 2 het mbo verlaten zonder diploma
terechtkomen? Zo nee, kunt u dit in kaart brengen?
125
Hoe groot is het aandeel van mbo-studenten dat uitvalt in het ho door een verkeerde
studiekeuze?
126
Kunt u een overzicht geven van de middelen en doelen die worden ingezet om de doorstroom
van het mbo naar het hbo24 te bevorderen?
127
Hoeveel financiële compensatie ontvangen mbo-studenten voor het bekleden van bestuursfuncties?
128
Is bekend voor hoeveel studenten hoge schoolkosten een barrière zijn om een opleiding
te volgen?
129
Welke opleidingen hebben te hoge schoolkosten waardoor studenten afzien van de opleiding?
Zitten hier opleidingen in de tekortsectoren tussen?
130
Hoe kunnen onderwijsinstellingen diversiteit in de medezeggenschap bevorderen?
131
Hoe gaat u onderwijsinstellingen stimuleren om te komen tot een visie voor de toepassing
van digitaal onderwijs?
132
Op welke manier wordt de aanbeveling van de inspectie om een helder juridisch kader
te ontwikkelen voor de verplichting van instellingen om de Nederlandse taalvaardigheid
te onderhouden en te ontwikkelen uitgevoerd?
133
Welke implicaties heeft de constatering dat medezeggenschap momenteel niet voldoende
geworteld is in de achterban voor uw beleid?
134
Welke acties worden er ondernomen om betrokkenheid bij medezeggenschap te versterken?
135
Welke acties verbindt u aan de aanbeveling van de inspectie dat u de rol, die ho-instellingen
kunnen of moeten spelen in de toegang tot het onderwijs, moet verduidelijken?
136
Bent u voornemens om de WHW25 aan te passen ten behoeve van een helder juridisch kader voor de verplichting van
instellingen om de Nederlandse taalvaardigheden van studenten te onderhouden en/of
verder te ontwikkelen, zoals de inspectie adviseert?
137
Hoe kunt u onderwijsinstellingen stimuleren zodat ze betere stagebegeleiding aanbieden?
138
Heeft u zicht op alternatieven voor de medezeggenschap?
139
Bestaat er volgens u een scheve machtsverhouding tussen medezeggenschapsraden en colleges
van bestuur?
140
In welke mate was de lagere instroom van hbo- en wo26-studenten voorspeld? Wat was per instroomcategorie de voorspelling en de uiteindelijke
instroom in het hbo en wo?
141
Wat is de definitie van het begrip «studentenwelzijn» volgens het Ministerie van OCW?
142
Op welke manier wordt studentenwelzijn gemeten?
143
Wat is volgens u de rol van instellingen ten opzichte van studentenwelzijn?
144
Bent u voornemens diagnoses (of andere bewijsmiddelen) los te laten als criterium
voor ondersteuning van studenten?
145
Vallen studenten die het opvolgende jaar aan een nieuwe studie beginnen ook onder
de uitvalcijfers van figuur 6.1b?
146
Is bekend wat de gevolgen zullen zijn van het toevoegen van een Nederlands element
bij opleidingen in het ho voor de instroom van internationale studenten?
147
Wat zijn de onderliggende cijfers waaruit wordt geconcludeerd dat de toegenomen uitval
in het ho wordt veroorzaakt door de toename van het aantal internationale studenten?
148
Wat verklaart het lage en dalende diplomarendement voor associate degrees?
149
Hoe verloopt de uitvoering van de motie van de leden Van der Laan en Van der Woude,
waarin opleidingen worden verplicht om de selectieprocedure te onderbouwen en te publiceren
met betrekking tot de inhoud van de opleiding, effectiviteit en gelijke kansen27?
150
Zijn er voorgenomen plannen om corrigerende selectie mogelijk te maken, zodat ook
wanneer een kandidatenpool niet representatief is, toch een zo representatief mogelijke
studentenpopulatie kan worden geselecteerd?
151
Wat bent u voornemens te doen om ervoor te zorgen dat een systematische en volledige
onderbouwing van selectieprocedures plaatsvindt, waarbij niet alleen de relatie tussen
selectieprocedure en gewenste populatie wordt onderbouwd, maar waar ook potentiële
risico’s voor kansengelijkheid meewegen in de onderbouwing?
152
Bent u voornemens de rol van hogescholen en universiteiten te verduidelijken als het
gaan om de toegang tot het ho?
153
Welke acties verbindt u aan de oproep van de inspectie om te komen met een systematische
en volledige onderbouwing van selectieprocedures, waarbij ook potentiele risico's
voor kansengelijkheid mee worden gewogen in de onderbouwing?
154
Vindt u het borgen van kansengelijkheid in de verschillende selectieprocedures een
verantwoordelijkheid van de opleidingen?
155
Kunt u een stand van zaken geven van het werkprogramma stagediscriminatie? In welke
fase bevindt dit traject zich?
156
Wat verklaart de hoge uitval bij tweedegraadslerarenopleidingen?
157
Wat is de uitval van studenten, als percentage van het totaal aantal studenten in
de opleiding, in de lerarenopleidingen geplot over tijd?
158
Hoe wordt gemeten wat het effect is van het manifest tegen stagediscriminatie?
159
Wat verklaart de lagere instroom in de ulo28?
160
Waar gaan afgestudeerde studenten van de lerarenopleiding werken als zij niet in het
onderwijs aan de slag gaan?
161
Wat is de rol van de opleidingscommissie bij het verbeteren van de stagebegeleiding?
162
Bent u voornemens om de acties in het stagepact mbo, bijvoorbeeld over het aantal
vaste gesprekken, ook toe te passen om de stagebegeleiding in het ho te verbeteren?
Zo nee, waarom niet?
163
Hoe bent u van plan invulling te geven aan de motie van de leden Van Baarle en Westerveld
over afspraken stagevergoedingen in mbo ook te laten gelden voor ho, nu in het stagepact
enkel wordt gesproken over onkostenvergoedingen en geen stagevergoedingen29?
164
Bent u voornemens op landelijk niveau slechte stagebegeleiding aan te pakken?
165
Bent u voornemens meer duidelijkheid te creëren rond de bekwaamheid van stagebegeleiders?
166
Bent u voornemens stagebegeleiding beter in kaart te brengen?
167
Kunt u in kaart brengen hoeveel (hbo-)studenten afzien van een universitaire opleiding,
omdat deze in het Engels wordt gegeven?
168
Wat is de voortgang van het onderzoek dat in het najaar wordt verwacht als uitvoering
van de motie van het lid Van der Woude c.s. over een onderzoek of zelfcensuur en beperking
van diversiteit van perspectieven een rol spelen in wetenschap en ho30?
169
Zijn al deelconclusies bekend van het onderzoek dat in het najaar wordt verwacht als
uitvoering van de motie van het lid Van der Woude over een onderzoek of zelfcensuur
en beperking van diversiteit van perspectieven een rol spelen in wetenschap en ho30?
170
Wordt de bevinding dat slechts 66% van de studenten aangeeft zich vrij te voelen om
hun mening te geven over maatschappelijke problemen of ethische kwesties meegenomen
in het onderzoek dat wordt uitgevoerd als reactie op de motie van het lid Van der
Woude over een onderzoek of zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven
een rol spelen in wetenschap en ho30?
171
Heeft de inspectie onderzocht waarom studenten zich niet vrij voelden om afwijkende
meningen te uiten over maatschappelijke problemen of ethische kwesties?
172
Wat is de onderzoeksopdracht van het onderzoek dat in het najaar wordt verwacht als
uitvoering van de motie van het lid Van der Woude over een onderzoek of zelfcensuur
en beperking van diversiteit van perspectieven een rol spelen in wetenschap en ho30?
173
Hoe kunt u onderwijsinstellingen stimuleren om maatregelen voor sociale veiligheid
daadwerkelijk te implementeren?
174
Welke stappen worden ondernomen naar aanleiding van de geconstateerde gebrekkige vindbaarheid
van accreditatierapporten?
175
Op welke manier zal een nieuw accreditatiestelsel kunnen voorkomen dat een grote discrepantie
ontstaat tussen de kwaliteitsdefinitie van opleidingen en peers enerzijds en de maatschappelijke
verwachtingen rond de kwaliteit van het ho anderzijds, zoals het huidige stelsel doet?
176
Wordt toezicht gehouden op instellingen om ervoor te zorgen dat ze het verslag van
het ontwikkelgesprek binnen een jaar na de vaststelling van het accreditatierapport
openbaar maken, zoals verplicht volgens de WHW?
177
Waarom zijn de onderdelen stagebegeleiding, sociale veiligheid en de effecten van
internationalisering geen onderdeel van visitaties? Vindt u dat terecht? Zo nee, hoe
kunt u ervoor zorgen dat deze onderdelen beter worden meegenomen in de visitatierapporten?
178
Wat is uw appreciatie van het feit dat slechts een vijfde van de instellingen het
verslag van het ontwikkelgesprek openbaar maakt, ondanks de wettelijke verplichting
hiertoe? Hoe kunt u de WHW op dit punt verduidelijken?
179
Wat is uw appreciatie van de aanbeveling om docenten geen onderdeel uit te laten maken
van de klachtencommissie om de objectiviteit te waarborgen?
180
Welke bepalingen in de WHW staan op gespannen voet met de flexibiliseringsvormen die
worden gepromoot door de overheid of instellingen?
181
Wat is de voortgang van de wetstrajecten en pilots met betrekking tot flexibilisering
in het ho?
182
Wat is uw appreciatie van het feit dat slechts 25% van de studenten weet wat een opleidingscommissie
is en slechts 13% weet wat de opleidingscommissie van de eigen opleiding belangrijk
vindt voor de kwaliteitsverbetering van het onderwijs?
183
Bent u het met de inspectie eens dat samen met de overheid, koepels en de studentenorganisaties
een landelijk debat gevoerd moet worden over de toekomst van de medezeggenschap, waarbij
wordt gekeken naar alternatieve mogelijkheden voor de inrichting van de medezeggenschap?
Zo ja, hoe wilt u dit faciliteren en welke rol speelt het Ministerie van OCW hierbij?
Zo nee, waarom niet?
184
Denkt u dat de (beperkte) mate van inspraak van de medezeggenschap invloed heeft op
de animo voor de medezeggenschap? Zo nee, waarom niet?
185
Bent u voornemens om de WHW te vernieuwen, zodat de wet beter toepasbaar is op ontwikkelingen
op het gebied van internationalisering en digitalisering?
186
Hoe kunt u de WHW aanpassen, zodat duidelijker is welke rechtspersonen «de instelling»
vormen? Bent u voornemens dit te doen?
187
Kunt u nader toelichten wat wordt bedoeld met «de alternatieve mogelijkheden voor
de inrichting van medezeggenschap» die «meer passend bij de huidige tijd» zijn?
X Noot
1
OCW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
X Noot
2
VWS: Volksgezondheid, Welzijn en Sport
X Noot
3
NPO: Nationaal Programma Onderwijs
X Noot
4
ho: hoger onderwijs
X Noot
5
mbo: middelbaar beroepsonderwijs
X Noot
6
po: primair onderwijs
X Noot
7
vo: voortgezet onderwijs
X Noot
8
havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs
X Noot
9
mavo: middelbaar algemeen voortgezet onderwijs
X Noot
10
vwo: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
X Noot
11
bo: basisonderwijs
X Noot
12
so: speciaal onderwijs
X Noot
13
sbo: speciaal basisonderwijs
X Noot
14
vso: voortgezet speciaal onderwijs
X Noot
15
TOV’s: Tijdelijke Onderwijs Voorzieningen
X Noot
16
opp’s: ontwikkelingsperspectieven
X Noot
17
B3-school: een niet door de overheid bekostigde school voor basisonderwijs en/of voortgezet
onderwijs.
X Noot
18
pgb: persoonsgebonden
X Noot
19
pabo: pedagogische academie voor het basisonderwijs
X Noot
20
Onderwijsraad, 7 november 2018, «Ruim baan voor leraren»
X Noot
21
Swart, N. M., Gubbels, J., in ‘t Zandt, M., Wolbers, M. H. J., & Segers, E. (2023).
PIRLS-2021: Trends in leesprestaties, leesattitude en leesgedrag van tienjarigen uit
Nederland. Expertisecentrum Nederlands
X Noot
22
Het Onderwijsakkoord, 22 april 2022, «Samen voor het beste onderwijs»
X Noot
23
LOB: loopbaanoriëntatie en -begeleiding
X Noot
24
hbo: hoger beroepsonderwijs
X Noot
25
WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
X Noot
26
wo: wetenschappelijk onderwijs
X Noot
27
Kamerstuk 35 765, nr. 13
X Noot
28
ulo: universitaire lerarenopleidingen
X Noot
29
Kamerstuk 36 200-VIII, nr. 118
X Noot
30
Kamerstuk 35 925-VIII, nr. 186
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M. Verhoev, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.