Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over uitspraken van de rechter over de hersteloperatie en het feit dat de rechter vastgesteld heeft dat de staat onrechtmatig gehandeld heeft
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Staatssecretaris van Financiën over uitspraken van de rechter over de hersteloperatie en het feit dat de rechter vastgesteld heeft dat de staat onrechtmatig gehandeld heeft (ingezonden 1 mei 2023).
Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
17 mei 2023).
Vraag 1
Herinnert u zich dat de Kamer in juli 2019 (nog voordat de parlementaire ondervraging
ingesteld werd) de motie-Omtzigt c.s. (Kamerstuk 31 066, nr. 503) unaniem heeft aangenomen die stelt: «De Kamer, … constaterende dat de Belastingdienst
onrechtmatig gehandeld heeft, … verzoekt de regering, gedupeerde ouders zo spoedig
mogelijk individueel schadeloos te stellen…»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat die motie «Oordeel Kamer» kreeg van het kabinet?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom het kabinet daarna vier jaar lang gedaan heeft alsof er niet
onrechtmatig gehandeld zou zijn, terwijl de parlementaire ondervragingscommissie als
conclusie had «De commissie constateert dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag
grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden» (Kamerstuk 35 510, nr. 2) en het kabinet zelf een overzicht van 13 wetten naar de Kamer stuurde die jarenlang
waren geschonden?
Antwoord 3
De Staat heeft in de hersteloperatie erkend dat er fouten zijn gemaakt met als gevolg
gedupeerde ouders in sommige situaties veel schade hebben geleden. Het is duidelijk
dat er in sommige situaties ook onrechtmatig is gehandeld. Echter, dit vergt – als
vermeld in eerdere Kamerbrieven – een beoordeling per individu. De hersteloperatie
is opgezet om breder dan alleen in situaties van onrechtmatig handelen, gedupeerde
ouders ruimhartig te compenseren en de volledige individuele schade te vergoeden.
In de zaken die zijn uitgesproken door de rechtbanken erkent de Staat de aansprakelijkheid
voor de besluiten waarvoor de UHT compensatie heeft geboden en niet voor de besluiten
waarvoor de UHT geen compensatie heeft geboden.
Vraag 4
Kunt u aangeven waarom alle herstelwetgeving gebaseerd is op compensatie, maar juist
niet op onrechtmatig handelen, terwijl toch duidelijk was dat er onrechtmatig is gehandeld?
Antwoord 4
De Hersteloperatie Toeslagen is er niet alleen voor ouders als er onrechtmatig is
gehandeld, maar ook in situaties waarin mogelijk rechtmatig is gehandeld maar bijvoorbeeld
de wetgeving te hard uitpakte voor deze ouders. Het uitgangspunt van de Hersteloperatie
Toeslagen is om de gedupeerde ouders op een laagdrempelige manier ruimhartig te compenseren
en de volledige schade te vergoeden ongeacht de onrechtmatigheid. Daarbij sluit de
CWS wel aan bij het civiele schadevergoedingsrecht, maar is de bewijslast bij het
vergoeden van de werkelijke schade lichter dan in het civiele recht (aannemelijkheid).
Vraag 5
Heeft u kennis genomen van de uitspraken van de rechtbanken in Almelo (ECLI:NL:RBOVE:2023:1459)
en Rotterdam die beiden oordeelden dat de Staat onrechtmatig handelde tegen gedupeerde
ouders van de toeslagenaffaire?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Heeft u kennis genomen van paragraaf 4.17 van de uitspraak: «Verder hebben eisers
terecht aangevoerd dat via de herstelregelingen geen erkenning van een onrechtmatige
daad van de zijde van de Staat kan worden verkregen. Die erkenning kan alleen via
(een declaratoir vonnis van) de rechter worden verkregen, temeer nu de Staat niet
wil erkennen dat hij jegens eisers via zijn besluitvorming onrechtmatig heeft gehandeld.
Ook om die reden zijn eisers in zoverre ontvankelijk in hun vordering.»?
Antwoord 6
Juridisch gezien kan via herstelregelingen inderdaad geen erkenning van een onrechtmatige
daad van de zijde van de Staat worden verkregen. Dat neemt niet weg dat de Staat al
heeft erkend dat er fouten zijn gemaakt in het verleden en in sommige situaties mogelijk
onrechtmatig heeft gehandeld. Dit vergt een individuele beoordeling. Voor het ontvangen
door de ouder van een volledige schadevergoeding in de Hersteloperatie Toeslagen is
het echter niet nodig dat de onrechtmatigheid van handelen van de Staat wordt vastgesteld.
In alle situaties waarin UHT oordeelt dat een ouder gedupeerd is, wil de Staat de
volledige schade ruimhartig vergoeden evenals eventuele schulden oplossen en bieden
gemeenten breder hulp op de vijf leefgebieden.
De Staat wil niet procederen en niet (achteraf) proberen aan te tonen dat Dienst Toeslagen
in het verleden voldoende rekening heeft gehouden met het evenredigheidsbeginsel bij
het nemen van besluiten waar de UHT compensatie voor heeft geboden. In de zaken die
zijn uitgesproken door de rechtbanken erkent de Staat de aansprakelijkheid voor de
jaren waarvoor de UHT compensatie heeft geboden en niet voor de jaren waarin UHT geen
compensatie heeft geboden.
Vraag 7
Zullen ouders die deze zaken gewonnen hebben, een schadevergoeding krijgen
Antwoord 7
Het is altijd de intentie geweest om deze en ook andere gedupeerde ouders schadeloos
te stellen. De wens om voor deze ouders de schade te vergoeden, blijft ook met deze
uitspraken onverminderd van kracht en dat zal ook de inzet zijn van de vervolggesprekken.
Vraag 8
Zullen ouders die deze zaken gewonnen hebben, een schadevergoeding krijgen?
Antwoord 8
Toeslaggerechtigden hebben altijd de mogelijkheid gehad om de Staat aansprakelijk
te stellen voor een handelen. Dat maakt deze uitspraken niet anders. Voor het compenseren
van gedupeerde ouders is de hersteloperatie opgezet, waarbij de volledige schade zal
worden vergoed. Voor gedupeerde ouders is het dan ook niet noodzakelijk om de Staat
ook aansprakelijk te stellen via het civiele recht.
Vraag 9
Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak voor de hersteloperatie?
Antwoord 9
De Staat zal zich focussen op het uitvoeren de hersteloperatie en kan in het algemeen
geen uitspraken doen over onrechtmatigheid en aantallen. De Staat wil niet in individuele
juridische procedures (achteraf) aantonen dat Dienst Toeslagen in het verleden voldoende
rekening heeft gehouden bij het nemen van de besluiten waar de UHT compensatie voor
heeft geboden. De Staat kan de volledige schade vergoeden voor gedupeerde ouders.
Vraag 10
Hoeveel ouders en kinderen zullen naar uw inschatting recht hebben op een schadevergoeding
omdat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld?
Antwoord 10
Dienst Toeslagen heeft als uitgangspunt om zo transparant mogelijk te zijn. Dat doet
zij binnen de geldende wet- en regelgeving. De algemene lijn daarbij is om niet in
te gaan op individuele dossiers en deze stukken worden dan ook niet openbaar gemaakt.
In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat ten aanzien van dit punt de Staat heeft
verwezen naar de memorie van toelichting bij de wetswijziging van artikel 26 van de
Awir (Kamerstukken II 2020–2021, 35 574, nr. 3, p. 28–29).
Vraag 11
Kunt u de pleitnota en ingebrachte stukken van de Staat openbaar maken (in de Almelo-zaak),
zodat de Kamer kan controleren wat de Staat heeft ingebracht bijvoorbeeld ten aanzien
van overweging 4.41 (De Staat stelt voorop dat op grond van de Wko en Awir, ook na
de omslag in de rechtspraak van de ABRvS (en overigens ook in het kader van de thans
geldende artikelen 13b en 26 Awir), bij onregelmatigheden de herziening en volledige
terugvordering van kinderopvangtoeslag het uitgangspunt blijft)?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 12
Wat heeft de Staat ten aanzien van overweging 4.41 echt ingebracht in de procedure?
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Herinnert u zich uw antwoord op de vraag van het lid Omtzigt over hoe de compensatieregeling
zich verhoudt tot een civielrechtelijke vordering uit onrechtmatige daad, (nota naar
aanleiding van het verslag 30 augustus 2022 (Kamerstuk 36 151-7): «Dat neemt niet weg dat het eenieder vrij staat om, om wat voor reden dan ook, alsnog
naar de civiele rechter te gaan.?»
Antwoord 13
Gedupeerde ouders kunnen via de herstelregelingen hun schade laten beoordelen en vergoeden.
De Hersteloperatie Toeslagen is er niet alleen voor ouders als er onrechtmatig is
gehandeld, maar ook in situaties waarin mogelijk rechtmatig is gehandeld maar bijvoorbeeld
de wetgeving te hard uitpakte voor deze ouders. Eventuele gang naar de civiele rechter
is daarmee niet noodzakelijk voor het vergoeden van schade, en dit blijft ook de inzet
in het vervolg met betreffende ouders.
Vraag 14
Waarom is ondanks deze toezegging door de Staat in de procedure het verweer gevoerd:
«De Staat stelt zich op het standpunt dat eisers als gedupeerden in de kinderopvangtoeslagaffaire
via de herstelregelingen die de Staat als gevolg van de toeslagaffaire in het leven
heeft geroepen, hun schade kunnen laten beoordelen en vergoeden»?
Antwoord 14
Ja.
Vraag 15
Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam die de Staat houdt
aan de 12 weken termijn voor het nemen van een besluit (ECLI:NL:RBROT:2023:3474),
terwijl de rechtbank Midden-Nederland een aantal weken daarvoor een ander besluit
had genomen?
Antwoord 15
Het is van groot belang om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over de beslistermijnen
voor ouders die beroepen niet tijdig indienen. Het is niet eerlijk dat ouders bij
de ene rechter een andere beslistermijn krijgen dan bij de andere rechtbank. Om die
reden is er hoger beroep ingesteld tegen beide uitspraken. Het is belangrijk dat er
zo snel mogelijk duidelijkheid komt in de jurisprudentie over rechterlijke beslistermijnen
om te komen tot een uniform beleid.
Vraag 16
Gaat u mensen die bij de rechtbank-Rotterdam in beroep gaan en daar een termijn van
12 weken krijgen, anders prioriteren dan mensen die bij de rechtbank-Midden Nederland
in beroep gaan en een termijn van meer dan 1 jaar kijgen, voordat hun dossier integraal
wordt beoordeeld?
Antwoord 16
Nee, met de kamerbrief van 9 mei jl. is reeds te kennen gegeven dat dat niet mogelijk
was. Deze vragen worden wel binnen de reguliere termijn van drie weken beantwoord.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Leijten (SP),
ingezonden 1 mei 2023 (vraagnummer 2023Z07763).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.