Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
36 357 Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Verzamelwet VWS 2023)
Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 29 maart 2023 en het nader rapport d.d. 9 mei 2023, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van
de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 13 januari 2023, no. 2023000056,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 29 maart 2023, no. W13.23.00008/III, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 13 januari 2023, no. 2023000056, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad
van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van
een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (Verzamelwet VWS 2023), met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel strekt ertoe in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zoals gebruikelijk bij een verzamelwet, beperkte
inhoudelijke wijzigingen, technische wijzigingen en verbeteringen door te voeren.
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over een wijziging
van de Tabaks- en rookwarenwet. In verband daarmee adviseert zij de toelichting aan
te vullen en zo nodig het voorstel aan te passen.
In het wetsvoorstel wordt in de Tabaks- en rookwarenwet een wijziging van de definitie
van grensoverschrijdende verkoop op afstand voorgesteld.2 Voor grensoverschrijdende verkoop op afstand geldt momenteel een registratieplicht
voor detaillisten in Nederland. De definitie omvat een nadere omschrijving daarvan:
de detaillist valt onder de regeling indien de statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging,
met inbegrip van een filiaal, agentschap of enige andere vestiging, van de detaillist
zich in Nederland bevindt. De voorgestelde wijziging heeft betrekking op verkoop aan
personen in derde landen. De wijziging hangt samen met de voorgenomen wijziging van
de registratieplicht in een verbod, die bij algemene maatregel van bestuur zal worden
doorgevoerd.3 Het is de bedoeling dat het verbod ook geldt voor verkoop door (Nederlandse) detaillisten
aan consumenten in andere landen.
Het is de Afdeling niet duidelijk wanneer sprake is van verkoop op afstand door een
detaillist in Nederland. Zo is het de vraag of het verbod ook geldt voor een in een
ander land gevestigde dochteronderneming van een in Nederland gevestigd bedrijf, of
een in het buitenland gevestigd filiaal van een Nederlands bedrijf. Omgekeerd kan
het gaan om een Nederlandse dochteronderneming van een in een ander land gevestigde
onderneming, of een filiaal.
Evenmin is duidelijk hoe moet worden omgegaan met een statutair elders gevestigde
vennootschap, waarvan alle feitelijke activiteiten in Nederland plaatsvinden. Het
voorgaande is van belang uit het oogpunt van de handhaving van de verbodsbepaling.
De Afdeling adviseert daarom in de toelichting nader op het voorgaande in te gaan
en zo nodig het voorstel op dit punt aan te passen.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het
voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Naar aanleiding van bovenvermeld advies van de Afdeling advisering van de Raad van
State wordt het volgende overwogen.
Met de voorgestelde wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet wordt de definitie van
grensoverschrijdende verkoop op afstand aangepast, zodat naast de grensoverschrijdende
verkoop op afstand binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en vanuit derde landen
(landen buiten de EER) naar Nederland ook de grensoverschrijdende verkoop op afstand
vanuit Nederland naar derde landen onder de definitie valt. Bij algemene maatregel
van bestuur worden alle vormen van grensoverschrijdende verkoop op afstand geheel
verboden.
De definitie van grensoverschrijdende verkoop op afstand omvat een criterium om te
bepalen in welke gevallen een detaillist geacht moet worden te zijn gevestigd in Nederland.
Dit criterium is overgenomen uit de Tabaksproductenrichtlijn. Het criterium komt erop
neer dat een detaillist geacht wordt in Nederland te zijn gevestigd indien de statutaire
zetel, het hoofdbestuur of hoofdvestiging, met inbegrip van een filiaal, agentschap
of enige andere vestiging van de detaillist zich in Nederland bevindt. In haar advies
heeft de Afdeling advisering van de Raad van State te kennen gegeven dat het onduidelijk
is wanneer sprake is van een grensoverschrijdende verkoop op afstand door een detaillist
in Nederland.
Uitgangspunt van de wijziging van de definitie van grensoverschrijdende verkoop op
afstand is dat het daaraan verbonden verbod geldt voor de grensoverschrijdende verkoop
op afstand naar Nederland en vanuit Nederland. Gezien de tekst van het vestigingscriterium
vallen ook de buitenlandse filialen van een rechtspersoon die statutair gevestigd
is in Nederland, of waarvan het hoofdbestuur of hoofdvestiging in Nederland gevestigd
is onder het verbod. Deze buitenlandse filialen vallen alleen niet onder het verbod
op grensoverschrijdende verkoop op afstand indien zij in een in het buitenland gevestigde
rechtspersoon worden ondergebracht. Omgekeerd geldt dat een buitenlandse vennootschap
met enig filiaal in Nederland onder het verbod valt, wat kan worden ondervangen door
het Nederlandse filiaal of de verschillende Nederlandse filialen in een in Nederland
gevestigde rechtspersoon onder te brengen, waardoor de in het buitenland gevestigde
rechtspersoon geen filialen meer in Nederland heeft. Het enkele feit dat een in Nederland
gevestigde rechtspersoon aandeelhouder van een in het buitenland gevestigde rechtspersoon
is, maakt niet dat die in het buitenland gevestigde rechtspersoon onder het verbod
op grensoverschrijdende verkoop op afstand valt. Feitelijke activiteiten in Nederland
van een in het buitenland gevestigde rechtspersoon vallen onder de definitie, aangezien
ik van oordeel ben dat in dat geval tenminste sprake is van «enige andere vestiging»
in Nederland.
Naar aanleiding van bovenvermeld advies van de Afdeling advisering van de Raad van
State wordt de voorgestelde wijziging van de definitie van grensoverschrijdende verkoop
op afstand aangepast, zodat hierin beter tot uitdrukking komt dat enkel de grensoverschrijdende
verkoop vanuit Nederland aan consumenten in het buitenland en de grensoverschrijdende
verkoop door detaillisten in het buitenland aan consumenten in Nederland onder die
definitiebepaling begrepen moeten worden.
Het voorstel van wet en de memorie van toelichting zijn op het voorgaande aangepast.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog een aantal wijzigingen aan het wetsvoorstel
toe te voegen. Dit betreft allereerst de wijziging van de Wet op de zorgtoeslag (artikel
XIX, onderdelen B en C) waarmee de berekeningswijze van de zorgtoeslag van partnerschappen
van wie één partner een zorgverzekering heeft en de andere partner verdragsgerechtigde
is, geëxpliciteerd wordt.
Het gaat verder om enkele technische wijzigingen van de Alcoholwet (artikel I), de
Tabaks- en rookwarenwet (artikel III, onderdeel C), de Wet afbreking zwangerschap
(artikel IV) en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (artikel XX). De reeds
opgenomen wijzigingen van de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag zijn
technisch verbeterd.
Ik verzoek U, namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het
hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.