Schriftelijke vragen : De miljarden aan kosten voor de pensioenen van militairen en politieke ambtsdragers waarvoor geen voorziening getroffen is en waardoor er geld bijgestort zal moeten worden
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Ministers voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de miljarden aan kosten voor de pensioenen van militairen en politieke ambtsdragers waarvoor geen voorziening getroffen is en waardoor er geld bijgestort zal moeten worden (ingezonden 15 mei 2023).
Vraag 1
Klopt het dat in de voorjaarsnota een reservering van 8,5 miljard euro is opgenomen
om de militaire pensioenen van voor 2001 af te financieren, wanneer het nieuwe pensioenstelsel
wordt ingevoerd en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) besluit in te varen?
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel het bij benadering zou kosten als de pensioenregeling voor
politici (Algemene Pensioen- en uitkeringswet Politieke Ambtsdragers (APPA)) de ABP-regeling
gaat volgen en de huidige aanspraken, waarvoor geen spaarpot is, in een keer ingekocht
moeten worden en afgestort?
Vraag 3
Om welke reden is er wel een reservering gemaakt voor de niet-afgefinancierde defensiepensioenen
maar geen reservering gemaakt voor de niet-afgefinancierde APPA-pensioenen?
Vraag 4
Waarom is er geen raming van deze gevolgen (defensie en APPA) opgenomen in de memorie
van toelichting van de Wet toekomst pensioenen, terwijl wel gesteld wordt dat de gevolgen
voor de rijksbegroting beschreven worden?1
Vraag 5
Herinnert u zich het feitenonderzoek naar de financiering van politieke pensioenen
bij gemeentes, provincies, waterschappen en het Rijk, waaruit bleek dat er grote tekorten
waren in de financiering?2
Vraag 6
Hoe groot zijn de tekorten nu in de financiering en welke afspraken zijn daarover
gemaakt met medeoverheden?
Vraag 7
Zijn er nog meer grote wijzigingen voor de begrotingen of andere zaken die volgen
uit de Wet toekomst pensioenen die nog niet aan de Kamer zijn meegedeeld?
Vraag 8
Kunt u deze vragen voor 26 mei aanstaande beantwoorden, aangezien de Eerste Kamer
voornemens lijkt om op 30 mei over deze wet te stemmen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.