Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de intimidatie door criminelen van poortwachters bij het melden van ongebruikelijke transacties
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de intimidatie door criminelen van poortwachters bij het melden van ongebruikelijke transacties (ingezonden 6 april 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 mei
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2427.
Vraag 1
Bent u bekend met de column «Met knikkende knieën ongebruikelijke transacties melden?
Dat kan toch niet»? Wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met de column «Met knikkende knieën ongebruikelijke transacties
melden». Georganiseerde criminaliteit is helaas ver doorgedrongen in onze maatschappij
en voor de effectieve aanpak ervan is de inzet van velen nodig. Daarom vind ik het
van groot belang dat mensen zich veilig voelen om vermoedens van criminaliteit te
melden. Het gevoel van onveiligheid erken ik en ik zet mij er voor in om de veiligheid
van alle melders te waarborgen. De functie van de poortwachters bij het identificeren
van een ongebruikelijke transactie is cruciaal voor het kunnen tegengaan van witwaspraktijken,
het voorkomen van financiering van terrorisme en andere criminele activiteiten. Daarom
is het belangrijk dat deze cruciale melders zich veilig genoeg voelen om deze essentiële
rol te blijven vervullen in het tegengaan van ondermijnende criminaliteit.
In het meldproces zijn op meerdere stappen al waarborgen ingebouwd om veilig te kunnen
melden. Om te beginnen is enkel de Financial Intelligence Unit Nederland bevoegd om
meldingen van ongebruikelijke transacties te ontvangen en analyseren. Deze meldingen
worden behandeld als staatsgeheim en zijn hierdoor onderworpen aan strenge veiligheidsvoorschriften.
Indien een ongebruikelijke transactie door de Financial Intelligence Unit wordt verklaard
tot een verdachte transactie, wordt alleen de bedrijfs- of kantoornaam van de melder
opgenomen in de rapportage aan de opsporingsdiensten. De naam van de meldende persoon
wordt dus nooit aan de opsporingsdiensten verstrekt. Daarnaast bestaat de extra maatregel
waarbij de opsporingsdiensten contact opnemen met kleine ondernemingen indien deze
een melding van een ongebruikelijke transactie hebben gemaakt die heeft geleid tot
een verdachte transactie en zal worden toegevoegd als bewijs aan een strafdossier.
Er wordt in dit geval nagegaan of er sprake is van een concrete dreiging. Indien er
sprake van een concrete dreiging is, worden er stappen ondernomen. Het Openbaar Ministerie
is bevoegd om op individuele basis gegevens in het strafdossier te anonimiseren, wat
is neergelegd in het Wetboek van Strafvordering.
Ondanks deze waarborgen kan een gevoel van onveiligheid blijven bestaan. Bijvoorbeeld
omdat een melder niet bekend is met deze waarborgen of omdat de waarborgen in praktijk
onvoldoende zekerheid geven. Daarom ga ik de komende tijd in samenwerking met uitvoeringspartners
en (vertegenwoordigers van) poortwachters hard aan de slag om verschillende oplossingen
in de praktijk te verkennen om de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder poortwachters
(verder) te versterken. Over de vorderingen zal ik uw Kamer nader berichten in de
halfjaarsbrief georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
Vraag 2
Hoe is uitvoering gegeven aan de motie die oproept met beroepsgroepen te bezien hoe
de veiligheid van een melder van een ongebruikelijke transactie beter gewaarborgd
kan worden?2
Antwoord 2
De motie van de heer van Nispen3 van 30 juni 2020 is ten uitvoering gebracht door samen met de partners te bezien
op welke manier de veiligheid en het gevoel van veiligheid van melders kan worden
versterkt. Er is daarom een extra maatregel getroffen4: indien er informatie over een verdacht verklaarde transactie van een kleine onderneming
als bewijs wordt toegevoegd aan het strafdossier, nemen de opsporingsdiensten altijd
contact op met de meldende instantie. Er wordt dan een afweging gemaakt of er concrete
dreigingsrisico’s zijn. Tijdens deze afweging wordt ook informatie die bekend is bij
de opsporingsdiensten meegenomen. Vervolgens wordt deze informatie aangeleverd bij
het Openbaar Ministerie. Deze instantie kan zo gedegen beoordelen of er aanleiding
is om informatie over de verdacht verklaarde transactie te anonimiseren in het strafdossier
en of er aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de veiligheid van melders
te waarborgen. Aanvullend op deze uitvoering gaan we in samenwerking met onze partners
verkennen welke verdere maatregelen kunnen worden getroffen.
Vraag 3
Deelt u nog steeds de mening dat de veiligheid van melders van groot belang is, zoals
notarissen, makelaars en accountants? Deelt u ook de mening dat de verhardende criminaliteit
dit probleem urgenter maken? Waarom is er nog zo weinig merkbaars gedaan met de oproep
uit de motie om de melder in het strafdossier te anonimiseren, zodat niet meer te
achterhalen is wie een melding heeft gedaan?
Antwoord 3
Deze meningen deel ik nog steeds. In de antwoorden op vraag 1 zijn de bestaande waarborgen
toegelicht, waaronder de aanvullende waarborg naar aanleiding van de motie van de
heer van Nispen in 2020.
Het standaard anonimiseren van de naam van de meldende instantie is niet mogelijk,
gezien dit de transparantie en de herleidbaarheid van het bewijs in het geding kan
brengen5. De controle van informatie door de opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie
is één van de fundamentele uitgangspunten van ons rechtsstelsel, onder meer voor de
gerechtelijke instanties en de verdediging van de verdachte.
Vraag 4
Met wie is er de afgelopen periode gesproken vanuit het ministerie over deze problematiek
en wat heeft dit concreet voor vervolg gekregen?
Antwoord 4
In de afgelopen periode is er vanuit het ministerie gesproken met onder meer het Openbaar
Ministerie, de Financial Intelligence Unit Nederland, het Landelijk Informatie- en
Expertisecentrum, VNO-NCW, de Vereniging van makelaars, taxateurs en huurbemiddelaars,
de Nederlandse Vereniging van Makelaars, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
en ook binnen de Landelijke Fenomeentafel Ondermijning in de vastgoedketen (waaraan
deze partners en anderen ook deelnemen). Deze gesprekken zullen worden voortgezet
in de aankomende periode en er zullen bovendien ook gesprekken worden opgezet met
andere relevante partijen, waaronder brancheorganisaties. Tijdens deze gesprekken
worden mogelijkheden voor verdere concrete maatregelen verkend om de veiligheid en
het gevoel van veiligheid onder poortwachters te versterken. Ik zal uw Kamer nader
berichten over de uitkomsten van deze gesprekken.
Vraag 5
Bent u het eens dat de ondermijnende criminaliteit dusdanig is verhard dat het belang
groter is geworden dat de traceerbaarheid van de melder moet kunnen worden voorkomen,
omdat daarmee het achterhalen van gegevens en intimidatie van poortwachters een halt
kan worden toegeroepen?
Antwoord 5
Ik ben het eens dat het van cruciaal belang is om ervoor te zorgen dat de melders
niet door criminelen worden geïntimideerd. We gaan in samenwerking met onze partners
verkennen welke aanvullende maatregelen er kunnen worden getroffen om de veiligheid
en het gevoel van veiligheid onder melders verder te versterken terwijl tegelijkertijd
de fundamentele uitgangspunten van ons rechtsstelsel worden gewaarborgd.
Vraag 6
Denkt u dat door het veiliger maken van deze poortwachtersfunctie juist ook het aantal
meldingen zal gaan stijgen omdat een belangrijke barrière voor het melden hiermee
wordt weggehaald?
Antwoord 6
Ik denk dat het verder versterken van de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder
poortwachters zowel het aantal meldingen als de kwaliteit van de gemaakte meldingen
zal doen stijgen. Mensen moeten zich veilig genoeg voelen om vermoedens van criminaliteit
te melden en daarmee aan de meldingsplicht te voldoen. Hiertoe is het ook van belang
om, naast de verkenning van aanvullende maatregelen om de veiligheid en het gevoel
van veiligheid onder poortwachters te versterken, nog beter te communiceren over onder
meer het nut en belang van de meldingsplicht en de al bestaande waarborgen.
Vraag 7
Welke maatregelen kunnen we op welk moment verwachten omtrent de uitvoering van de
genoemde motie, de gesprekken die hierover zijn gevoerd en de maatregelen die zullen
worden genomen om de meldingsbereidheid van poortwachters te laten stijgen om criminaliteit
te voorkomen en aan te pakken?
Antwoord 7
Zoals eerder aangegeven ga ik in samenwerking met onze partners verschillende oplossingen
in de praktijk verkennen om de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder poortwachters
te versterken. Hierbij is het uitgangspunt dat we de poortwachters beschermen terwijl
we tegelijkertijd de fundamenten van ons rechtsstelsel waarborgen. Ik zal uw Kamer
nader berichten over de voortgang in de halfjaarsbrief georganiseerde ondermijnende
criminaliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.