Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over informatie over voorkennis over vaccinatieschade bij Pfizer en de Nederlandse overheid
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over informatie over voorkennis over vaccinatieschade bij Pfizer en de Nederlandse overheid (ingezonden 1 mei 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 mei
2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving rondom de voorkennis bij Pfizer over schade
veroorzaakt door mRNA-vaccins, bij zwangere en borstvoedende vrouwen en ongeboren
en pasgeboren kinderen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van de «Pregnancy and lactation cumulative review» van Pfizer?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4, 5, 6, 7 en 8
Vanaf welk moment was u op de hoogte van de informatie/data/bevindingen die in dit
document zijn opgetekend? Aangezien dit rapport data met betrekking tot de bijwerkingen
van de coronavaccins bij zwangere en borstvoedende vrouwen en (ongeboren) baby’s bevat
vanaf de start van de vaccinatiecampagne, kunt u aangeven of en wanneer deze informatie
door Pfizer gedeeld is met de Nederlandse overheid en/of de Nederlandse overheid hier
op enigerlei wijze kennis van heeft genomen, op welk moment en of hierover op dat
moment contact is gezocht met Pfizer om hierover opheldering te vragen?
Was u of uw voorganger, Minister de Jonge in zijn hoedanigheid als Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, op de hoogte van deze data van Pfizer? Zo ja, vanaf welk moment
en wat is vanaf dat moment met die kennis gedaan?
Is Minister-President Rutte op de hoogte gebracht van deze data van Pfizer? Zo ja,
op welk moment en wat heeft hij hiermee gedaan?
Waren meer/andere personen in het kabinet op de hoogte van deze informatie van Pfizer?
Zo ja, wie, waarom, vanaf welk moment en op basis van welke bevoegdheid en wat hebben
zij met deze informatie gedaan?
Waren ambtenaren op de hoogte van deze informatie van Pfizer? Zo ja, welke ambtenaren
van welke departementen? Vanaf wanneer en wat hebben zij met deze informatie gedaan?
Is deze informatie doorgegeven aan bewindspersonen? Zo ja, aan wie? Zo nee, waarom
niet?
Indien er iemand (bewindspersoon, ambtenaar, of anderszins gelieerd aan het kabinet
en/of het coronabeleid en/of de vaccinatiecampagne), op de hoogte was van deze data
van Pfizer, waarom is deze informatie dan niet direct gedeeld met de Kamer?
Antwoord vraag 3, 4, 5, 6, 7 en 8
Het kabinet wordt niet op deze manier, rechtstreeks door de handelsvergunninghouder,
op de hoogte gesteld van ontvangen meldingen van vermoede bijwerkingen (adverse events). Voor een toelichting op de wijze waarop meldingen worden gedeeld en onderzocht,
verwijs ik naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep
Van Haga) van 16 december jl.3 Als er signalen zijn die aanleiding geven tot een wijziging van het vaccinatiebeleid,
dan wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Vraag 9
Indien de Nederlandse overheid op de hoogte was van deze informatie/data van Pfizer,
zijn er met de farmaceut overeenkomsten gesloten over het geheimhouden van deze informatie?
Zo ja, waarom, wat is er precies afgesproken en wie waren er allemaal betrokken bij
deze afspraken?
Antwoord 9
Handelsvergunninghouders zijn wettelijk verplicht om ontvangen meldingen van vermoede
bijwerkingen in te dienen bij de geneesmiddelenautoriteiten. Er zijn geen overeenkomsten
gesloten over het geheimhouden van meldingen.
Vraag 10
Weet u of en hoeveel vergelijkbare meldingen van bijwerkingen van/na/door coronavaccinatie
bij zwangere en borstvoedende vrouwen en (ongeboren) baby’s er in Nederland bij het
Lareb zijn gedaan? Zo ja, kunt u deze informatie delen? Zo nee, bent u bereid deze
informatie op te halen en te delen met de Kamer?
Antwoord 10
Informatie over bij Lareb binnengekomen meldingen van vermoede bijwerkingen na COVID-19-vaccinatie
is te raadplegen via www.lareb.nl/coronameldingen.
Vraag 11
Waren bewindspersonen en/of andere prominenten van de coronacrisis in Nederland op
de hoogte van het feit dat Pfizer wist dat het vaccin niet gelokaliseerd blijft in
de schouderspier, maar zich wel degelijk door de rest van het lichaam verspreidt?
Zo ja, wie waren daarvan op de hoogte, vanaf wanneer en is dit gedeeld met ambtenaren
en/of bewindspersonen? Zo ja, waarom is de Kamer daarover niet geïnformeerd en waarom
blijft u volhouden dat het spike-eiwit slechts korte tijd in het lichaam aanwezig
blijft?
Antwoord 11
Er is niet beweerd dat het vaccin gelokaliseerd blijft in de schouderspier. Voor een
toelichting op de werking van de mRNA-vaccins, verwijs ik naar mijn antwoorden op
de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) van 4 januari jl.4
Vraag 12, 13, 14 en 15
Indien ambtenaren en/of bewindspersonen op de hoogte waren van deze data van Pfizer,
waarom werd zwangere en borstvoedende vrouwen dan toch aangeraden om zich te laten
vaccineren? Hoe verantwoordt u het risico dat hiermee is genomen met de gezondheid
en de levens van vrouwen en kinderen?
Indien de Nederlandse overheid op enigerlei wijze op de hoogte was van deze data van
Pfizer, waarom is het coronavaccinatieprogramma dan niet (tijdelijk) stilgelegd om
onderzoek te doen naar de potentieel schadelijke gevolgen van de coronavaccins voor
zwangere en borstvoedende vrouwen en (ongeboren) baby’s?
Bent u voornemens om, naar aanleiding van deze data van Pfizer, in Nederland onderzoek
te gaan doen naar de mogelijke schade van de coronavaccinaties bij zwangere en borstvoedende
vrouwen en hun (ongeboren) baby’s?
Gaat u het vaccineren van zwangere en borstvoedende vrouwen tegen COVID-19 stopzetten?
Gaat u deze doelgroep in Nederland actief informeren over de bevindingen van Pfizer?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 12, 13, 14 en 15
Zie mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga)
van 31 augustus jl.5
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.