Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht 'Afhankelijkheid van China moet niet worden herhaald bij 6G'
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Afhankelijkheid van China moet niet worden herhaald bij 6G» (ingezonden 20 april 2023).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 15 mei
            2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Afhankelijkheid van China moet niet worden herhaald
               bij 6G»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u toelichten wat precies de rol is van het Ministerie van Economische Zaken en
               Klimaat in het project Future Network Services?
            
Antwoord 2
            
Mede namens een consortium van bedrijven en onderzoeksinstellingen heeft mijn ministerie
               het projectvoorstel «6G Future Network Services» (FNS-voorstel) via de departementale
               route ingediend in de derde ronde van het Nationaal Groeifonds2.  Het voorstel is momenteel in behandeling bij het Nationaal Groeifonds. Indiening
               is gedaan voor het versterken van het economisch verdienvermogen, digitale strategische
               autonomie en het benutten van maatschappelijk relevante toepassingen. Bovendien is
               het de bedoeling dat verschillende subsidie-instrumenten van EZK kunnen worden ingezet,
               onder meer voor het (op een later moment) aansluiten van MKB-bedrijven en onderwijsinstellingen.
               In de aanloop naar het FNS-voorstel hebben EZK en het Topteam ICT de publiek-private
               samenwerking met o.a. TNO op het gebied van Future Network Services bevorderd.
            
Daarnaast heeft mijn ministerie ook een inhoudelijke rol. Telecommunicatie is een
               gereguleerde markt, waarbij de overheid diverse randvoorwaarden schept. Voor het succes
               van het FNS-programma is het van belang dat de te ontwikkelen 6G-technologie goed
               aansluit op toekomstig beleid en toekomstige regelgeving en toezichtkaders. Zo moeten
               de door 6G gebruikte frequenties aansluiten op de frequentiebanden die t.z.t. beschikbaar
               zullen zijn. Andersom kan het programma voeding geven aan de ontwikkeling van toekomstbestendig
               beleid, door vanuit de 6G-technologieontwikkeling vroegtijdig beleidsvragen en knelpunten
               te signaleren. In het FNS-voorstel wordt hier proactief op ingezet.
            
Kort samengevat: het FNS-voorstel is relevant voor alle pijlers uit de Strategie Digitale
               Economie van november 2022.3
Vraag 3
            
Is het bevorderen van strategische autonomie een van de doelstellingen van het project
               en zo ja, hoe gaat dit project ervoor zorgen dat we minder afhankelijk zijn van China?
            
Antwoord 3
            
Ja, het bevorderen van digitale en open strategische autonomie is een van de doelstellingen
               van het project. De ontwikkeling van 6G neemt nu al de vorm aan van een wedloop tussen
               wereldregio’s. Met een investering in onderzoek en innovatie kan Nederland een technologische
               leiderschapspositie opbouwen in specifieke onderdelen van de 6G-ontwikkeling, zoals
               antennetechnologie en netwerkbesturing. Dat moet zich vervolgens vertalen in een sterke
               Europese positie in de industriële 6G-waardeketen rond 2030, wanneer de marktintroductie
               van 6G wordt verwacht. Dit beperkt risicovolle strategische afhankelijkheden van derde
               landen als het gaat om de hard- en software die nodig zijn voor onze telecommunicatienetwerken,
               welke onderdeel zijn van de Nederlandse vitale infrastructuur. Daarbij zet het FNS-voorstel
               ook in op het opleiden van vakmensen in Nederland (menselijk kapitaal). We zien dat
               de netwerktechnologie steeds complexer wordt. Hoogwaardige kennis en kunde zijn een
               randvoorwaarde om controle te houden over de netwerken, om deze veilig te beheren,
               en om innovatieve toepassingen te kunnen ontwikkelen en benutten.
            
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat het ongelooflijk belangrijk is dat het Ministerie van Economische
               Zaken en Klimaat beleidsmatig betrokken is om de strategische autonomie van Nederland
               te bevorderen? Zo ja, hoe zet u zich hiervoor in?
            
Antwoord 4
            
Ja, op 8 november 2022 heb ik samen met de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister
               voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de Kamerbrief Open Strategische
               Autonomie naar uw Kamer gestuurd4.  Hierin staat de kabinetsbrede inzet ten aanzien van de open strategische autonomie
               (OSA) van de EU. Deze inzet bestaat uit drie pijlers: i) versterking van het politiek-economisch
               fundament van de EU; ii) mitigatie van risicovolle strategische afhankelijkheden en
               iii) het vergroten van de geopolitieke slagkracht van de Unie. Een sterke, innovatieve
               en concurrerende interne markt is een essentieel onderdeel van onze weerbaarheid.
               Alleen zo blijven we in staat om naar eigen inzichten onze eigen keuzes voor de borging
               van onze publieke belangen te maken. Ook zet ik mij in om risicovolle strategische
               afhankelijkheden op het terrein van de Nederlandse economie te adresseren.
            
In de bijlage van de hiervoor genoemde Kamerbrief is een overzicht toegevoegd van
               concrete initiatieven en lopende trajecten die bijdragen aan het versterken van OSA.
               Op mijn ministerie loopt een tal van dit soort initiatieven en trajecten: van innovatiebeleid
               (o.a. Nationaal Groeifonds), verdere invulling van digitale open strategische autonomie
               (naar verwachting dit najaar gereed), tot aan wet- en regelgeving zoals Wet ongewenste
               zeggenschap telecommunicatie.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat publiek-private samenwerking tussen overheid en bedrijven als
               NXP, Ericsson en Nokia essentieel is om onze afhankelijkheid van China op het gebied
               van telecomsoftware en -hardware te verminderen?
            
Antwoord 5
            
Voor het verwerven van een Nederlandse en Europese leiderschapspositie is het nodig
               om industriële ecosystemen te ontwikkelen en hierin te investeren. Dat vraagt samenwerking
               tussen onderzoekers, het bedrijfsleven – inclusief leidende grote bedrijven zoals
               in de vraag genoemd – en overheid. Mijn focus ligt hierbij op het versterken van de
               kennis- en innovatiebasis door publiek-private samenwerking rond digitale sleuteltechnologieën
               zoals 6G5.  Bijvoorbeeld met investeringen in onderzoek en innovatie via het Nationaal Groeifonds.
            
Vraag 6
            
Hoe zet u zich ervoor in dat ook het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de keten en
               start-ups betrokken is bij het project? Bent u bereid deze betrokkenheid actief aan
               te jagen?
            
Antwoord 6
            
Diverse MKB-bedrijven zijn als partner betrokken bij de ontwikkeling van het FNS-voorstel.
               Verder heeft het FNS-voorstel een specifieke actielijn voor ondersteuning van start-ups
               en MKB-bedrijven. Het gaat dan om zowel financiële als inhoudelijke ondersteuning
               van innovatie.
            
Vraag 7
            
In hoeverre is het project Future Network Services afhankelijk van subsidie uit het
               Nationaal Groeifonds? Kan het project Future Network Services eventueel ook uitgevoerd
               worden zonder bijdrage uit het Nationaal Groeifonds, en wat is daarvoor nodig?
            
Antwoord 7
            
Omdat de commerciële introductie van 6G over zeven jaar wordt verwacht, is het voor
               bedrijven te risicovol om nu al zonder subsidie te investeren in onderzoek en innovatie
               en in ketensamenwerking. Kenmerkend voor het FNS-voorstel is dat het een investering
               is in het versterken van het hele ecosysteem via een integrale aanpak van hoogwaardig
               onderzoek tot valorisatie en marktintroductie van toepassingen. Dat moet leiden tot
               de beoogde impact op het gebied van verdienvermogen en strategische autonomie. Hiervoor
               is het niet mogelijk om nu al een private business case rond te krijgen. Daarom wordt
               een publieke investering gevraagd in onderzoek en innovatie. Daarbij gaat het om een
               dusdanig strategische, meerjarige en omvangrijke investering, dat een aanvraag is
               ingediend bij het Nationaal Groeifonds.
            
Zonder bijdrage uit het Nationaal Groeifonds is het onwaarschijnlijk dat het FNS-programma
               in de voorgestelde vorm uitgevoerd kan worden. Wel verwacht ik dat onderzoekers en
               bedrijven bepaalde onderdelen individueel kunnen uitvoeren, op kleinere schaal. Zij
               kunnen daarbij gebruik maken van bestaande onderzoeks- en innovatiesubsidies op landelijk,
               regionaal en Europees niveau. Maar op deze manier worden kansen gemist door het ontbreken
               van een integrale aanpak.
            
Vraag 8
            
Betreft Future Network Services een specifiek Nederlands project of wordt ook samengewerkt
               met andere Europese lidstaten? Zijn er andere lidstaten met vergelijkbare projecten?
            
Antwoord 8
            
Future Network Services betreft een Nederlands project. Wel wordt er ingezet op Europese
               en internationale samenwerking. Dat is essentieel want de ontwikkeling van 6G vindt
               plaats op Europese en op wereldschaal. Belangrijke Europese spelers zoals Ericsson
               en Nokia zijn partner in het project en ook doen Nederlandse multinationals met een
               globale positie zoals NXP mee in het project. Daarnaast wordt synergie gezocht met
               andere (inter)nationale initiatieven zoals het EU 6G-programma, zie hieronder. Dit
               moet zorgen voor Europese coalitievorming en opschaling die de slaagkans in standaardisatie
               en daarmee marktacceptatie vergroot. Binnen de EU zijn in Duitsland, Frankrijk en
               Finland al omvangrijke 6G publiek-private programma’s gestart. Ook met deze initiatieven
               zal samenwerking worden gezocht via het FNS-project.
            
Vraag 9
            
In hoeverre wordt los van het project Future Network Services in Europa samengewerkt
               om strategische afhankelijkheden bij de ontwikkeling van 6G te verminderen? Bent u
               bereid zich hiervoor actief in te zetten in Europa?
            
Antwoord 9
            
Nederland kan met versterkte publiek-private samenwerking en een eigen investering
               in 6G-onderzoek en -innovatie een significante bijdrage leveren aan de programma’s
               en doelen op EU-niveau.
            
Op initiatief van de Europese Commissie en de Europese industrie is reeds een publiek-privaat
               partnerschap opgericht voor de ontwikkeling van 6G.6 Verschillende Nederlandse onderzoeksorganisaties en bedrijven met een rol in het
               FNS voorstel, nemen hieraan deel. Daarnaast zijn ook EU-investeringen in onder meer
               halfgeleidertechnologie relevant voor Nederlandse bedrijven. Voor de periode 2021–2027
               is 900 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek en innovatie vanuit het Horizon Europe
               programma. Dit moet uiteindelijk bijdragen aan industrieel leiderschap van de EU.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.