Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 323 (R2182) Goedkeuring van het op 3 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 1997, 302 en Trb. 2002, 222) en het op 30 april 2010 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2010 bij het Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 2010, 316)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 10 mei 2023
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng
is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
1. Inleiding/achtergronden
1
2. Hoofdlijnen van het verdrag
2
Overig
2
1. Inleiding/achtergronden
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Goedkeuringswet
voor het HNS-Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband
met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen (hierna: Goedkeuringswet)
en de Uitvoeringswet voor het HNS-Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor
schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen
(hierna: Uitvoeringswet) (HNS: «hazardous and noxious substances» oftewel gevaarlijke
stoffen). Zij hebben hierbij hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Goedkeuringswet.
Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Goedkeuringswet en hebben
nog enkele vragen.
2. Hoofdlijnen van het verdrag
2.2. Inhoud en structuur van het verdrag
De leden van de D66-fractie lezen dat ontvangers van HNS-stoffen een verplichte bijdrage
leveren aan het HNS-fonds wanneer zij meer ontvangen dan de vastgestelde drempelwaarde.
Deze leden vragen zich af op welke wijze er beoordeeld wordt hoe hoog de bijdrage
moet zijn. Wordt er alleen gekeken naar het volume van de HNS-stoffen of wordt ook
de schadelijkheid gewogen bij deze verplichte afdracht? Zijn hier bijvoorbeeld categorieën
aan de orde? Deze leden zijn verder benieuwd naar waarom ontvangers van verpakte HNS-stoffen
geen bijdrage hoeven te leveren aan het HNS-Fonds, terwijl er wel schade mogelijk
is die gedekt wordt uit datzelfde fonds. Zij vragen zich af welke afweging hieraan
vooraf is gegaan.
De leden van de CDA-fractie zijn ervan op de hoogte dat de invoering van dit type
verdragen vaak lang duurt. Ook hebben deze leden oog voor het feit dat Nederland een
grote ontvanger is van HNS-stoffen en niet eerder tot aanvaarding is overgegaan, omdat
buurlanden met concurrerende havens het verdrag nog niet hebben aanvaard. Desondanks
kijken deze leden wel op van de uitzonderlijk lange looptijd die hier speelt. De scheepsramp
van 1967 was de belangrijkste aanleiding voor het HNS-Verdrag. Dit verdrag is in 1996
gesloten en in 2010 aanzienlijk gewijzigd. Zou de regering willen toelichten welke
mogelijkheden zij ziet tot versnelling van het proces van verdragen en de invoering
van dergelijke verdragen? Zou de regering willen toelichten hoe zij zich hiervoor
gaat inspannen? Ziet de regering juridische aanknopingspunten om hier met andere landen
het gesprek over aan te gaan?
Overig
De leden van de VVD-fractie lezen dat recentelijk is gebleken dat ook de buurlanden
België en Duitsland voornemens zijn om het HNS-Verdrag binnen afzienbare termijn te
aanvaarden. Deze leden willen weten waaruit dit blijkt. Ook willen deze leden weten
wanneer deze landen onderdeel van het verdrag worden en welke garantie hierover is
gegeven.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de scheepseigenaar zijn aansprakelijkheid op
grond van het verdrag kan beperken tot een maximale limiet. Deze leden willen weten
hoe hoog deze limiet is. Ook willen deze leden weten hoe alle economische schade wordt
verhaald op de scheepseigenaar.
De leden van de VVD-fractie lezen dat slachtoffers een aanvullende vergoeding kunnen
krijgen uit het HNS-Fonds. Deze leden willen weten hoe slachtoffers aanspraak kunnen
maken op dit fonds en hoe moet worden aangetoond dat ze daadwerkelijk slachtoffer
zijn. Deze leden lezen dat onder slachtoffers bij een scheepsramp ook de scheepvaart,
bevolking, het overige bedrijfsleven en het milieu wordt verstaan. Deze leden willen
weten op welke wijze dit wordt afgebakend voor het aanspraak kunnen maken op dit fonds.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een bijdrage aan het fonds wordt gedaan door
het bedrijfsleven. Deze leden willen weten hoe hoog deze bijdrage is.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een «no more favourable treatment»-clausule
in het HNS-Verdrag is opgenomen. Deze leden willen weten hoe wordt gehandhaafd dat
scheepseigenaren van landen die geen lid zijn van het HNS-Verdrag ook daadwerkelijk
een verzekering hebben, en hoe oneerlijke concurrentie van landen die geen lid zijn
van het HNS-Verdrag wordt voorkomen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders
(KVNR) in de consultatie erop wijst dat na inwerkingtreding van het verdrag rekening
moet worden gehouden met de doorlooptijd voor het afsluiten van de vereiste verzekering.
Deze leden willen weten hoe hiermee rekening wordt gehouden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de KVNR in de consultatie er ook op wijst dat
rekening moet worden gehouden met een mogelijk gebrek in een aanvraag en het intrekken
van een certificaat dat gevolgen kan hebben voor het vervoeren en lossen van goederen
waarop het HNS-Verdrag van toepassing. Deze leden willen weten hoe hiermee rekening
wordt gehouden.
De voorzitter van de vaste commissie, Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Meedendorp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.