Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Heerema over het ‘Nationaal onderzoek toekomstbestendigheid sportclubs’ via de RVVB, Register voor Verenigingsbesturen
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het «Nationaal onderzoek toekomstbestendigheid sportclubs» via de RVVB [Register voor Verenigingsbesturen] (ingezonden 28 maart 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 10 mei 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2290.
Vraag 1
Bent u bekend met het nationaal onderzoek toekomstbestendigheid sportclubs, dat wordt
uitgevoerd door het Register voor Verenigingsbesturen (RVVB)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke verschillen in regels en verantwoording tussen de commerciële
sport en de verenigingssport de afgelopen tien jaar zijn weggenomen?
Antwoord 2
Commerciële sport en sportverenigingen hebben een andere rechtsvorm. De verschillen
in regels en verantwoording volgen dan uit het verschil in gekozen rechtsvorm bij
oprichting. Sportverenigingen hebben geen winstoogmerk en kiezen er meestal voor een
vereniging of stichting op te richten. De commerciële sport daarentegen heeft juist
een winstoogmerk en kiest veelal een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
(bv) als rechtspersoon. De regels en verplichtingen hangen samen met het verkrijgen
van inkomsten, zoals het aanvragen en verantwoorden van subsidies en een eventuele
ANBI-status, welke niet beschikbaar is voor de commerciële sport. Maar ook om verplichtingen
die samenhangen met financiële verantwoording (jaarrekening) en belastingen (zoals
de BTW regelgeving en vennootschapsbelasting). Vanwege de verschillende rechtsvormen
is het niet mogelijk om weggenomen verschillen te benoemen.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke regels en eisen er de afgelopen tien jaar voor sportverenigingen
zijn bijgekomen? Kunt u tevens aangeven of toenemende regeldruk ook financiële impact
heeft gehad en hoe daar bij bijvoorbeeld een regeldruktoets rekening mee is gehouden?
Antwoord 3
Op dit moment voert Sira Consulting onderzoek uit naar de aard, omvang en achterliggende
oorzaken van de ervaren regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische
instellingen, waar ook sportverenigingen onder vallen. Hierbij zal een overzicht worden
gegeven van de wettelijke verplichtingen waar deze organisaties aan moeten voldoen,
dus ook de verplichtingen die er de afgelopen 10 jaar zijn bijgekomen. Voor de zomer
zal de Staatssecretaris van VWS het rapport naar uw Kamer toezenden.
Vraag 4
Heeft er in de afgelopen tien jaar een toetsing van de regeldruk plaatsgevonden voor
de sportsector? Zo nee, bent u bereid een regeldruktoets te laten doen naar de effecten
van de verzwaring van regeldruk en extra eisen aan de sportvereniging op een vrijwilligersorganisatie?
Antwoord 4
Het handboek meting regeldruk van het kabinet schrijft in de regeldrukparagraaf voor
dat bij nieuwe regelgeving ook verantwoording plaatsheeft van de regeldrukgevolgen
voor «georganiseerde burgers». Bij de georganiseerde burgers gaat het volgens het
handboek (versie 2014) om verenigingen en stichtingen zonder winstoogmerk. Daar vallen
dus ook amateursportorganisaties onder. Het kijken naar en verantwoorden van regeldruk
voor amateursportorganisatie is daarmee dus al verplicht op rijksniveau.
Een afzonderlijke (verplichte) vrijwilligerstoets voor amateursportorganisaties bestaat
op dit moment niet. Bij een dergelijke geformaliseerde toets, vergelijkbaar met de
mkb-toets, wordt in een gesprek met een panel van individuele mkb-bedrijven de werkbaarheid
van nieuwe regelgeving besproken en zo nodig gekeken naar minder belastende alternatieven.
Kanttekening bij de invoering van een dergelijke regeldruktoets is dat een afzonderlijk
panel(gesprek) voor (of met) amateursportorganisaties inzet van menskracht en deskundigheid
van deze organisaties vraagt en dat is op dit moment een aandachtspunt, zoals ook
geconcludeerd wordt in het RVVB rapport.
NOC*NSF heeft in 2021 een inventarisatie gedaan naar de regeldruk voor sportverenigingen.
Hierbij is feedback opgehaald bij de eindgebruikers ten aanzien van de toepasbaarheid
van het handboek wet- en regelgeving sportverenigingen. Op dat moment werden geen
regels geïdentificeerd als overbodig of onwenselijk. Er werd geconcludeerd dat het
met name van belang is dat (de toepassing van) regelgeving begrijpelijk en behapbaar
is voor vrijwilligersorganisaties. Het geactualiseerde digitale handboek wet- en regelgeving
sportverenigingen draagt hier aan bij. Tegelijkertijd blijft het een voortdurend punt
van aandacht bij de ondersteuning en ontwikkeling van sportverenigingen.
Vraag 5
Op welke wijze wordt er binnen uw ministerie met betrekking tot bijvoorbeeld regeldruk
rekeninggehouden met het feit dat een sportvereniging gedragen wordt door vrijwilligers
die het besturen of andere taken vaak alleen in de avonduren kunnen doen, naast de
gewone baan die ze hebben? Zijn deze gevolgen in kaart gebracht en kunt u dit met
de Kamer delen?
Antwoord 5
Vrijwilligers zijn van groot belang om sportverenigingen draaiende te houden. Binnen
ons ministerie realiseren we ons heel goed dat sportverenigingen gedragen worden door
de 1 miljoen vrijwilligers die actief zijn in de sport. Via het Sportakkoord streef
ik ernaar sportverenigingen zoveel mogelijk te ondersteunen, bijvoorbeeld door het
versterken van technisch, bestuurlijk en vrijwillig kader en het vergroten van de
uitvoeringskracht bij clubs door het aanstellen van clubkadercoaches en verenigingsmanagers.
Zoals aangegeven voert Sira Consulting momenteel onderzoek uit naar regeldruk bij
vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen, waarbij er aanbevelingen
worden gedaan om de regeldruk die voortvloeit uit de wet- en regelgeving waar dat
mogelijk is terug te dringen. De Kamer wordt hierover voor de zomer geïnformeerd.
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om lokale overheden te overtuigen dat vrijwilligersorganisaties
met lokale regelgeving voor bijvoorbeeld de organisatie van evenementen niet op dezelfde
wijze behandeld moeten worden als professionele organisaties, maar meer ondersteuning
nodig hebben?
Antwoord 6
Het kijken naar en verantwoorden van regeldruk voor amateursportorganisatie is al
verplicht op rijksniveau. Het al dan niet beoordelen en verantwoorden van de regeldruk
met betrekking tot lokale regelgeving is de verantwoordelijkheid van de lokale overheden.
Dat geldt ook voor zaken als de organisatie van evenementen en het aanvragen van vergunningen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.