Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Leijten over het nieuws dat kringloopwinkels zich grote zorgen maken om het moeten bijhouden van een verplicht register voor alle binnengekomen producten middels het Digitaal Opkopers Register
Vragen van de leden Van Nispen en Leijten (beiden SP) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Economische Zaken en Klimaat over het nieuws dat kringloopwinkels zich grote zorgen maken om het moeten bijhouden van een verplicht register voor alle binnengekomen producten middels het Digitaal Opkopers Register (ingezonden 29 maart 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 mei
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2330.
Vraag 1
Kunt u ingaan op de zorgen die een aantal kringloopwinkels en de Branchevereniging
Kringloopbedrijven Nederland (BKR) heeft geuit over de nieuwe wetgeving die kringloopwinkels
mogelijk verplicht tot het bijhouden van een register van alle producten die binnenkomen?1
Antwoord 1
De afgelopen weken was de registratieplicht in de kringloopbranche veelvuldig in het
nieuws. Ik betreur het dat hierdoor veel onrust is ontstaan in deze branche en mij
is er veel aan gelegen deze onrust weg te nemen. De kringloop vervult immers een belangrijke
functie in onze circulaire economie. Bovendien is de kringloop een uitkomst voor mensen
die niet veel geld hebben, of die niet steeds nieuwe spullen willen kopen. Ten slotte
bieden veel kringloopwinkels een werkplek voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt
en leveren daarmee een waardevolle bijdrage aan hun arbeidsparticipatie. Met de beoogde
wijziging van artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht en het hierbij behorende
Uitvoeringsbesluit, waarin de registratieplicht van handelaren in gebruikte en ongeregelde
goederen verder uitgewerkt is, is het dan ook geenszins mijn bedoeling de belangrijke
maatschappelijke functie van de kringloop te frustreren. In tegendeel. Het is mijn
overtuiging dat de bestaande versie van voornoemde wetsbepaling ongewenste obstakels
kan opwerpen voor de kringloopbranche, die ik met een wijziging van deze wet en de
algemene maatregel van bestuur juist wil wegnemen. Helaas is de berichtgeving in de
media rond de wetswijziging niet altijd correct. Hierdoor is het beeld ontstaan dat
er ongewenste regels voor de kringloop ingevoerd gaan worden, terwijl de gesignaleerde
problematiek veeleer door de huidige wet veroorzaakt wordt.
Vraag 2
Kunt u zich voorstellen dat veel kringloopwinkels zich grote zorgen maken als zij
een register moeten bijhouden van vele duizenden of voor sommige kringloopwinkels
zelfs miljoenen producten die jaarlijks binnenkomen?
Antwoord 2
Ik kan mij goed voorstellen dat er grote zorgen bij de kringloopwinkels gerezen zijn
over het bericht dat zij een register moeten gaan bijhouden van de duizenden tot miljoenen
producten die zij ontvangen. Echter, dit is geen nieuwe verplichting die in de voorgenomen
wijziging van de wet is opgenomen, maar een plicht die al op hen rust sinds in 1886
artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht ingevoerd is. Dit wetsartikel schrijft
thans voor dat de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelaren in gebruikte
en ongeregelde goederen een inkoopregister moeten bijhouden. In dit inkoopregister
dienen de handelaren onder meer alle goederen te noteren die zij verwerven of voorhanden hebben, de inkoopprijs of andere voorwaarden van verkrijgen en wie de goederen aangeboden heeft. Mochten de goederen van een misdrijf afkomstig
zijn, dan kan de politie eenvoudig achterhalen wie de aanbieder was. De kringloopwinkels
vallen onder de reikwijdte van de huidige wet en moeten op basis hiervan alle goederen
die zij ontvangen registreren. Met de beoogde wijziging van de wet wil ik deze enorme
administratieve last – ook voor handelaren in het algemeen – terugdringen door de
registratieplicht te beperken tot een selectie van diefstalgevoelige goederen.
Vraag 3
Hoe is het mogelijk dat er al sprake is van handhaving van deze nog niet ingevoerde
wetgeving zoals, blijkt uit de berichtgeving, bij een kringloopwinkel in Den Haag
is gebeurd?
Antwoord 3
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 2 rust op de aangewezen handelaren in gebruikte
en ongeregelde goederen, waaronder de kringloopwinkels, nu al de verplichting om een
inkoopregister bij te houden. In veel gemeenten is in de algemene plaatselijke verordening
ook het bijhouden van een verkoopregister verplicht gesteld, alsmede het in acht nemen
van een bewaartermijn – lokaal variërend van drie tot veertien dagen – gedurende welke
de verkregen goederen niet doorverkocht mogen worden. De grondslag voor deze aanvullende
lokale bepalingen wordt gevormd door artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht,
dat in het eerste lid ruimte biedt voor maatwerk op lokaal niveau. De handhaving van
de registratieplicht gebeurt onder meer in de gemeente Den Haag op basis van de huidige
landelijke en lokale regels.
Vraag 4
Vindt u het logisch dat kringloopwinkels onderdeel worden van het Digitaal Opkopers
Register (DOR) met als doel heling en witwassen te voorkomen? Zo ja, waarom?
Antwoord 4
Volgens de huidige inrichting van de wet zijn gemeenten bevoegd de vorm van het inkoopregister
te bepalen. Uit een eerdere inventarisatie van juli 2022 is gebleken dat 194 van de
344 gemeenten (56%) het gebruik van het Digitaal Opkopers Register op enigerlei wijze
lokaal verplicht hebben gesteld. In veel gemeenten dienen de kringloopwinkels hierdoor
nu al via het Digitaal Opkopers Register aan hun registratieplicht te voldoen. Met
de beoogde wijziging van artikel 437 Sr wordt het gebruik van het Digitaal Opkopers
Register landelijk verplicht gesteld. Oogmerk van de wetswijziging is niet alleen
om een gelijk speelveld te creëren voor alle aangewezen handelaren in Nederland, maar
ook om te komen tot een betere bestrijding van heling en witwassen.
Kringloopwinkels kopen deels tegen betaling goederen in. Het zou niet wenselijk zijn,
wanneer zij met een algehele ontheffing van hun registratieplicht een potentieel afzetkanaal
creëren waarlangs uit misdrijf verkregen goederen ongemerkt hun weg vinden naar de
consument. Vanuit het oogpunt van de bestrijding van heling blijft mede hierom een
registratieplicht voor goederen die tegen betaling zijn verworven in deze branche
van belang. Deze registratieplicht wordt echter zowel voor de kringloop als andere
handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen straks beperkt tot diefstalgevoelige
goederen die als zodanig opgenomen zijn in het Ontwerpbesluit Digitaal opkopersregister
en Digitaal opkopersloket. Veelal blijft de inkoop van kringloopbedrijven aangesloten
bij de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland beperkt tot textiel en witgoed.
Die goederen zullen straks buiten de registratieplicht vallen, omdat ze niet als diefstalgevoelig
zijn opgenomen in het Ontwerpbesluit. Daarnaast is er ook sprake van een zekere vatbaarheid
van met name de commerciële kringloop voor witwassen.2
In het geval van gratis verworven goederen, waarvan met name sprake is in de non-profit
kringloopbranche, stel ik een zeer beperkte registratieplicht voor. Buiten de registratieplicht
voor deze kringloopwinkels – en ook voor andere handelaren in gebruikte en ongeregelde
goederen – vallen gratis gekregen spullen bestemd voor de afvalverwerking of recycling.
Volgens de benchmark BKN 2021 wordt iets meer dan de helft van de spullen in de kringloopbranche
verzameld voor de afvalverwerking of recycling. Ook vallen gratis verworven spullen
die als diefstalgevoelige geïdentificeerd zijn en bestemd voor de verkoop, buiten
de registratieplicht, indien ze niet voorzien zijn van een uniek serienummer. Aldus
resteert in de non-profit kringloopbranche bij de inname van gratis goederen slecht
een registratieplicht, voor zover deze goederen én op de lijst staan als diefstalgevoelig
én voorzien zijn van een uniek serienummer én bestemd zijn voor doorverkoop. Alleen
het product zelf en het serienummer hoeven in het Digitaal Opkopers Register geregistreerd
te worden, niet de persoonsgegevens van de aanbieder. Deze beperkte registratieplicht
is met name gericht op fietsen, ICT en kleine apparaten, die de aanbieder van oorsprong
– al dan niet bewust – geheeld kan hebben en niet opnieuw in het economisch verkeer
gebracht moeten worden.
Vraag 5
Bent u het ten aanzien hiervan eens met de argumentatie van mevrouw Bleij, directeur
van Kringkoopwinkel Amersfoort-Leusden, dat er geen sprake kan zijn van heling en
witwassen bij kringloopwinkels omdat er simpelweg niet wordt betaald voor de producten
die binnenkomen?
Antwoord 5
Kringloopwinkels zijn deels te typeren als commercieel en deels als non-profit. Bij
beide typen is niet alleen de inzameling van gratis spullen aan de orde, maar worden
ook goederen tegen betaling verworven. Ook voor de non-profit bedrijven die aangesloten
zijn bij de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland, zoals de Kringloopwinkel
Amersfoort-Leusden, geldt dat zij tegen betaling goederen kunnen verwerven, zij het
dat deze inkoop gemaximeerd is tot een percentage van de omzet.3
Vraag 6 en 7
Bent u het eens met de analyse van mevrouw Heijne, directeur van de Branchevereniging
Kringloop Nederland (BKR), dat deze wetgeving ten aanzien van de kringloopwinkels
een helder voorbeeld is van wetgeving die haar doel voorbijschiet?4
Bent u het eens met de analyse van mevrouw Heijne dat hier bovenop dit ook een bedreiging
is voor ambities op het gebied van de circulaire economie omdat kringloopwinkels hier
een grote rol in spelen, die belemmerd worden met het moeten voldoen aan verplichtingen
voor het DOR?
Antwoord 6 en 7
De huidige bepalingen van artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht schieten voor
de kringloopbranche inderdaad hun doel voorbij en vormen een ongewenst obstakel voor
de circulaire economie. Met de branchevereniging voeren we constructief overleg, dat
eertijds op initiatief van mijn ministerie tot stand is gebracht. Het doel van dit
overleg is te komen tot een afgewogen inrichting van de registratieplicht die enerzijds
recht doet aan het belang van de bestrijding van heling en witwassen en anderzijds
geen bedreiging vormt voor de circulaire economie. Zoals mevrouw Heijne al schrijft
in haar opiniestuk in Trouw, heeft dit overleg geresulteerd in een voorstel voor een
zeer beperkte registratieplicht voor de kringloopbedrijven die aangesloten zijn bij
haar branchevereniging. Dit voorstel zorgt ervoor dat de wetgeving haar beoogde doelen
niet voorbijschiet en tegelijk de circulaire economie niet onnodig belemmert.
Vraag 8
Klopt het dat u deels bent tegemoetgekomen in het uitzonderingsverzoek van de BKR
door in de wetgeving de reikwijdte van de te vermelde goederen te vernauwen naar:
«Alleen gebruikte en ongeregelde goederen die gevoelig zijn om wederrechtelijk te
worden verkregen en nog enige waarde in het economisch verkeer hebben»?
Antwoord 8
Het klopt dat in het wetsvoorstel de registratieplicht beperkt is tot «gebruikte of
ongeregelde goederen die gevoelig zijn om wederrechtelijk te worden verkregen en nog
enige waarde in het economisch verkeer hebben». Zoals uit de memorie van toelichting
bij het wetsvoorstel blijkt is deze begrenzing na de consultatiefase toegevoegd, zij
het dat dit niet het gevolg was van een daartoe strekkend verzoek van de Branchevereniging
Kringloopbedrijven Nederland.5
Vraag 9
Klopt het dat er, en in lijn met deze definitie, sprake zal zijn van een beperkte
registratieplicht voor kringloopwinkels?
Antwoord 9
Inderdaad ben ik voornemens te komen tot een beperktere registratieplicht ten opzichte
van de huidige situatie. Deze zal in ieder geval van toepassing zijn op de non-profit
bedrijven aangesloten bij de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland. Onderzocht
wordt of deze regeling uitgebreid kan worden naar kringloopbedrijven met de formele
status van een algemene nut beogende instelling (ANBI) of sociaal belang behartigende
instelling (SBBI). Er zijn namelijk ook (kleine) non-profit kringloopbedrijven die,
vooral uit financiële overwegingen, niet zijn aangesloten bij de branchevereniging
en voorkomen moet worden dat zij tussen wal en schip belanden.
De beperking van de registratieplicht reikt verder dan hetgeen in de aangehaalde definitie
aan de orde is. Samengevat staat mij bij de registratieplicht voor deze non-profit
kringloopbedrijven het volgende voor ogen. Voor goederen die tegen betaling zijn verworven
én op de lijst met diefstalgevoelige goederen staan6, blijft uiteraard een volledige registratieplicht van kracht. Voor de kringloop betekent
dit – net als voor andere handelaren – een eerste reductie van hun administratieve
last, omdat niet-diefstalgevoelige goederen buiten de registratieplicht gaan vallen.
Voor gratis verworven goederen bestemd voor afvalverwerking of recycling is geen registratieplicht
aan de orde. Dit vloeit voort uit de hierboven aangehaalde definitie en heeft ook
een bredere reikwijdte dan alleen voor de kringloop, omdat dit ook voor andere handelaren
geldt. Ten slotte voorzien we specifiek voor voornoemde non-profit kringloopbedrijven
in twee aanvullende bepalingen in het geval van gratis verworven diefstalgevoelige
goederen die via de winkel verkocht worden. Als deze goederen geen eigen uniek serienummer
hebben, dan vervalt de registratieplicht geheel. Bij diefstalgevoelige goederen mét
een serienummer zal slechts een beperkte registratieplicht aan de orde zijn, op basis
waarvan alleen het goed zelf in het Digitaal Opkopers Register geregistreerd hoeft
te worden en niet de persoonsgegevens van de aanbieder.
Inmiddels heeft mijn ministerie een factsheet opgesteld waarin de huidige en toekomstige
inrichting van de registratieplicht in de kringloopbranche op een rij zijn gezet.
De factsheet is naar de kringloopbedrijven gestuurd met de uitnodiging een (digitale)
bijeenkomst bij te wonen voor degenen die nog nadere vragen hebben.7
Vraag 10
Bent u op de hoogte van de zorgen, zoals ook geuit door mevrouw Heijne in het opiniestuk,
dat de beperkte registratieplicht als nog een grote en onnodige barrière is voor kringloopwinkels?
Antwoord 10
Nee, want zoals mevrouw Heijne al in haar opiniestuk schrijft, is ze juist blij met
de voorgestelde inperking van de registratieplicht. Zoals de regeling vorm krijgt,
acht ik deze ook geen grote of onnodige barrière voor de kringloopwinkels. Zoals hierboven
in het antwoord op vraag 9 beschreven, vervalt de registratieplicht voor gratis aangeboden
goederen grotendeels. Er resteert een kleine categorie van gratis verkregen diefstalgevoelige
goederen met een uniek serienummer die in de kringloopwinkel verkocht worden en waarvoor
een beperkte registratieplicht zal gelden. Volgens de benchmark BKN 2021 maken fietsen
en ICT respectievelijk slechts 2% en 1% uit van de totale omzet in deze branche. De
identificerende persoonsgegevens van de aanbieders hoeven niet in het Digitaal Opkopers
Register vastgelegd te worden, maar slechts het type product en serienummer. Tijdens
het sorteren en beprijzen van ingezamelde goederen bestemd voor de winkel kan de kringloop
deze registratie eenvoudig in het proces incorporeren.
Vraag 11
Bent u bereid om ook de beperkte registratieplicht voor kringloopwinkels te herzien
en kringloopwinkels wél uit te zonderen van het DOR omdat dit simpelweg geen toegevoegde
waarde heeft voor het voorkomen van heling en witwassen?
Antwoord 11
Ik acht het niet verstandig te tornen aan de hierboven geschetste invulling van de
beperkte registratieplicht voor de kringloopbranche. De toegevoegde waarde voor de
bestrijding van heling zit deels in het feit dat de kringloopwinkels ook goederen
tegen betaling verwerven. Voor een ander deel is van specifieke goederen met unieke
kenmerken, zoals fietsen, bekend dat ze sterk diefstalgevoelig zijn. Het feit dat
ze gratis aangeboden worden aan de kringloop, betekent niet dat ze van oorsprong geen
illegale herkomst hebben. Volgens de delictsomschrijving in artikel 416 van het Wetboek
van Strafrecht valt onder heling niet alleen het verwerven of overdragen, maar ook
het voorhanden hebben van uit misdrijf verkregen goederen. Ten slotte is in de praktijk
gebleken dat de (commerciële) kringloop vatbaar kan zijn voor witwassen. Vanwege deze
omstandigheden acht ik het van belang vast te houden aan een vorm van registratieplicht
voor de branche met de bijbehorende controlebevoegdheden voor de handhavers.
Vraag 12
Bent u bereid om in contact te treden met gemeenten om ervoor te zorgen dat er niet
nu al wordt gehandhaafd, vooruitlopend op deze wetgeving, om situaties, zoals bij
een kringloopwinkel in Den Haag, te voorkomen?
Antwoord 12
De prioritering in de handhaving van wettelijke bepalingen wordt op lokaal niveau
bepaald. Gemeenten kunnen goede redenen hebben om bij het uitvoeren van controles
op de registratieplicht de kringloopwinkels mee te nemen. Ook na de beoogde inperking
van de registratieplicht voor de non-profit kringloopwinkels zal dit het geval blijven.
Het is niet aan mij om in deze lokale afwegingen te treden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.