Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de effectiviteit en de bijwerkingen van de (mRNA-)coronavaccins
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de effectiviteit en de bijwerkingen van de (mRNA-)coronavaccins (ingezonden 24 maart 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 mei
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2259.
Vraag 1
Bent u bekend met het verhoor van Moderna Chief executive officer (CEO) Bancel onlangs
door senator Rand Paul?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt de bewering van senator Paul, gebaseerd aldus senator Paul, op zes peer-reviewed
wetenschappelijke publicaties, dat mannelijke adolescenten van zestien tot vierentwintig
jaar een grotere kans hebben op myocarditis na een injectie met het (Moderna)-vaccin
in vergelijking met mannelijke adolescenten van zestien tot vierentwintig jaar die
de injectie niet hebben ontvangen en besmet raken met COVID?
Antwoord 2
Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat de kans op myocarditis
en pericarditis aanzienlijk groter is bij een infectie met het SARS-CoV-2-virus dan
na vaccinatie met een COVID-19-vaccin. Voor een uitgebreide toelichting, verwijs ik
naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga)
van 25 augustus jl.2 en 8 september jl.3, en van het lid Van Houwelingen (FvD) van 19 december jl.4
Vraag 3
Indien deze bewering volgens u incorrect is, waarop baseert u dit oordeel? Kunt u
in dat geval de zes wetenschappelijke publicaties waar senator Paul naar verwijst
ter onderbouwing van zijn bewering naar de Kamer sturen, inclusief een korte uitleg
waarom deze zes publicaties de bewering van senator Paul in uw ogen niet of niet voldoende
onderbouwen?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 2. Het is mij niet bekend aan welke wetenschappelijke publicaties
wordt gerefereerd.
Vraag 4
Is de conclusie van Tuvali e.a. dat besmetting met COVID bij ongevaccineerden geen
extra kans geeft op myocarditis volgens u correct? Zo nee, waarom niet?5
Antwoord 4
Dit is geen correcte weergave van de resultaten van deze studie. In dit onderzoek
is alleen gekeken naar gevallen van myocarditis en pericarditis waarbij de diagnose
minimaal tien dagen na een positieve test werd gesteld. Hierdoor zijn gevallen van
myocarditis en pericarditis die ontstaan tijdens de SARS-CoV-2-infectie niet in het onderzoek meegenomen. Andere beperkingen van deze
studie zijn onder meer het kleine aantal patiënten en dat er alleen naar in het ziekenhuis
opgenomen patiënten is gekeken.
Een onderzoek dat is gepubliceerd in The New England Journal of Medicine
6 analyseert net als Tuvali et al. data van Clalit Health Services (CHS), maar hanteert een opvolgtijd van 42 dagen na een positieve test. Net als vele
andere onderzoeken, komt hieruit naar voren dat een SARS-CoV-2-infectie wel degelijk
geassocieerd is met een substantieel verhoogd risico op myocarditis.
Vraag 5
Bent u bekend met het betoog, onlangs gegeven door de heer Bridgen in het Britse Lagerhuis,
waarin hij stelt dat de (mRNA-)vaccins per saldo de volksgezondheid schaden omdat
de positieve effecten van de vaccins (waaronder het voorkomen van ziekenhuisopnames)
in het niet vallen bij de negatieve effecten (dat wil zeggen de ernstige bijwerkingen
van de vaccins) die de (mRNA-)vaccins op de volksgezondheid hebben? Deelt u deze zorgen?
Zo nee, waarom niet?7
Antwoord 5
Ik heb hier kennis van genomen en deel de genoemde zorgen niet. Wereldwijd bestaat
brede wetenschappelijke consensus over het gegeven dat de gezondheidswinst van vaccinatie
tegen COVID-19 opweegt tegen de geringe kans op (ernstige) bijwerkingen.
Vraag 6
Kunt u, op basis van de laatste inzichten, een schatting geven, liefst per leeftijdsgroep
van tien jaar, van het aantal mensen dat gevaccineerd moet worden (met een mRNA-(Pfizer)-vaccin)
om één ziekenhuisopname vanwege COVID te voorkomen? Zo nee, bent u bereid hier onderzoek
naar te laten verrichten?
Antwoord 6
Voor een schatting van de number needed to vaccinate (NNV) per leeftijdsgroep verwijs ik naar recent gepubliceerde berekeningen uit het
Verenigd Koninkrijk8. Hierbij merk ik op dat het risico op ernstige ziekte door COVID-19 voor niet-gevaccineerden
nu lager is dan aan het begin van de pandemie, onder meer vanwege de opgebouwde immuniteit
door infecties en de minder ziekmakende omikronsubvarianten van het virus. Deze berekeningen
veranderen dus niets aan het belang van vaccinatie in het verleden. Een voorzichtige
schatting van het RIVM laat zien dat in de periode augustus 2021 tot en met augustus
2022 bijna 88.000 ziekenhuisopnames als gevolg van COVID-19 zijn voorkomen door vaccinaties9.
Vraag 7
Kunt u, op basis van de laatste inzichten, een schatting geven, liefst per leeftijdsgroep
van tien jaar, van het aantal mensen dat gevaccineerd moet worden (met een mRNA-(Pfizer)-vaccin)
voor het optreden van gemiddeld één «ernstige bijwerking» of «serious adverse event»,
volgens de definitie van de Food and Drug Administration (FDA) of wellicht een andere
definitie die hiervoor door het ministerie gehanteerd wordt? Zo nee, bent u bereid
hier onderzoek naar te laten verrichten?10
Antwoord 7
Ik beschik niet over een dergelijke schatting en zie geen aanleiding om hier gericht
aanvullend onderzoek naar te laten doen. Er is brede wetenschappelijke consensus over
het gegeven dat de kans op ernstige bijwerkingen na vaccinatie zeer klein is. Volgens
bijwerkingencentrum Lareb geven onderzoeken aan dat myo- en pericarditis bij ongeveer
3 tot 10 mensen per miljoen gezette COVID-19-vaccinaties voorkomt11. Anafylaxie is bij Lareb ongeveer 1 tot 8 keer gemeld per miljoen gezette eerste
COVID-19-vaccinaties12. Zoals meermaals aangegeven, worden meldingen van vermoedelijke bijwerkingen doorlopend
gemonitord en onderzocht, en worden vaccinaties alleen aangeboden als de voordelen
van de vaccinatie voldoende opwegen tegen het risico op (ernstige) bijwerkingen.
Vraag 8
Kunt u deze vragen afzonderlijk en voor het volgende commissiedebat over de Ontwikkelingen
rondom het coronavirus / Pandemische paraatheid beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.