Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vraag van het lid Van Houwelingen over documenten in het kader van het Digital Currency Governance Consortium
Vraag van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Financiën over het World Economic Forum (ingezonden 18 november 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken
(ontvangen 8 mei 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr.
1326.
Vraag 1
Kan de Kamer alle schriftelijke stukken krijgen van de afgelopen drie jaar, hoe dan
ook genaamd en in welke vorm dan ook, terzake van het World Economic Forum en (de
samenwerkingsverbanden tussen) het Ministerie van Financiën, alles in de ruimste zin,
met betrekking tot het «Digital Currency Governance Consortium»1?
Antwoord 1
Kan de Kamer alle schriftelijke stukken krijgen van de afgelopen drie jaar, hoe dan
ook genaamd en in welke vorm dan ook, terzake van het World Economic Forum en (de
samenwerkingsverbanden tussen) het Ministerie van Financiën, alles in de ruimste zin,
met betrekking tot het «Digital Currency Governance Consortium»2
De enige schriftelijke stukken in het kader van het verzoek waarover het Ministerie
van Financiën beschikt, hebben betrekking op een door het Ministerie van Algemene
Zaken verzocht advies over de deelname van Koningin Máxima in haar hoedanigheid van
«speciale pleitbezorger» van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor Inclusieve
Financiering voor Ontwikkeling (UNSGSA) aan de stuurgroep van het Digital Currency
Governance Consortium.
In reactie daarop heeft mijn ambtsvoorganger in 2020 aan de Minister-President gemeld
geen bezwaren te zien tegen de deelname van de Koningin aan deze stuurgroep. Daarnaast
beschikt het Ministerie van Financiën over spreekpunten voor één van de bijeenkomsten
van het Digital Currency Governance Consortium, opgesteld door het VN-secretariaat
van Koningin Máxima.
Conform het staande beleid hieromtrent zal het kabinet de betreffende documenten niet
met uw Kamer delen. Het beraad tussen een Minister en de Koningin dient in vertrouwelijkheid
te kunnen plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor de uitwisseling tussen bewindspersonen
over een kabinetsstandpunt. Tenslotte betreft het interne documenten van een internationale
organisatie.
Voor een algemene toelichting over de toepassing van de ministeriële verantwoordelijkheid
inzake de nevenfunctie van Koningin Máxima wordt verwezen naar de brief van de Minister-President
van 9 september 2019 en de vastgestelde lijst van vragen en antwoorden van 15 oktober
2019.3
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.