Schriftelijke vragen : Een hardnekkige misstandencultuur bij Defensie.
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Staatssecretaris van Defensie over een hardnekkige misstandencultuur bij Defensie (ingezonden 25 april 2023).
Vraag 1
Deelt u de conclusie van het artikel «Die melding van jou... daar doen we niks mee»
dat het (nog steeds) zeer moeilijk is een misstand bij Defensie aan te kaarten? Zo
nee, waarom niet?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat er intimiderende acties plaats hebben gevonden, zoals het losdraaien
van autowielbouten? Zo ja, bent u bereid dat strafrechtelijk te laten onderzoeken
en zo nodig vervolging in te stellen tegen de daders?
Vraag 3
Passen deze ervaringen in de conclusie van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht
dat een op de drie respondenten in de afgelopen drie jaar grensoverschrijdende opmerkingen
heeft ervaren tijdens het werken bij Defensie, of zijn ze afwijkend? Kunt u uw antwoord
toelichten?2
Vraag 4
Is het juist te constateren dat «toepassing naar letter en geest van de Europese richtlijn
voor klokkenluiders» vooral een mentale of culturele kwestie is? Zo nee, waarom niet?3
Vraag 5
Deelt u tevens de conclusie dat Defensie er niet in slaagt een cultuur door te voeren
waarin zaken bespreekbaar zijn en ook fouten gemaakt kunnen worden, een die beter
wordt door dingen die fout lopen op een goede manier op te lossen? Zo ja, wat zijn
uw vervolgmaatregelen? Zo nee, waarom niet?4
Vraag 6
Deelt u de conclusie van Giebels dat het monitoringsbeleid op misstanden niet van
de grond is gekomen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoeveel vaststellingsovereenkomsten zijn er sinds publicatie van het rapport van de
commissie-Giebels in 2018 gesloten met personeel dat een misstand in de Defensieorganisatie
had aangekaart? Wat was het laagst toegekende bedrag en wat het hoogste? Wat is het
totale bedrag dat daarmee gemoeid was?
Vraag 8
Onder welke post zijn uitbetalingen aan (oud-)werknemers in verband met vaststellingsovereenkomsten
te vinden in de jaarverslagen van Defensie?
Vraag 9
Deelt u de analyse dat naar aanleiding van interne klachten over de Centrale Organisatie
Integriteit Defensie (COID) de positie van de COID verzwakt was? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Deelt u de analyse dat de COID niet echt onafhankelijk is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Hoe staat u tegenover het idee om de COID op te heffen omdat het er niet effectief
in slaagt opvolging te geven aan een acceptabele afhandeling van klachten en aan het
opheffen van de repressieve groepscultuur? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 12
Bent u bereid een extern, onafhankelijk meldpunt mogelijk te maken met niet van Defensie
afhankelijke mensen die een bindend advies kunnen geven? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie -
Indiener
F.W. Futselaar, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.