Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krul over het artikel ‘Het geld is op, en dus verliest dit dorp twee derde van zijn bruggen: ‘Alsof we er hier niet toe doen’’
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Het geld is op, en dus verliest dit dorp tweederde van zijn bruggen: «Alsof we er hier niet toe doen»» (ingezonden 30 maart 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 24 april 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van «Het geld is op, en dus verliest dit dorp tweederde van zijn bruggen: «Alsof we er
hier niet toe doen»»1
en zou u op de belangrijkste bevindingen in zowel het nieuwsartikel als de bijbehorende
videoreportage willen reageren?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de analyse dat het verdwijnen van bruggen in Pekela een bredere relevantie
heeft dan alleen de vraag of de gemeente het onderhoud aan bruggen kan betalen? Zo
ja, zou u op deze bredere relevantie over onder andere leefbaarheid en het verdwijnen
van voorzieningen willen reflecteren?
Antwoord 2
Ja, als er wordt ingezoomd op het gebied, dan is er sprake van een complexe samenhang
tussen demografische ontwikkeling, voorzieningenniveau, sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
en mobiliteit. Een van de opgaven in het landelijk gebied is de maatschappelijke voorzieningen
in stand te houden voor de inwoners, inclusief de bereikbaarheid daarvan.
Vraag 3
Zou u in kaart willen brengen welke mogelijkheden er zijn voor het Rijk om Pekela
te helpen bij de financiering van het onderhoud van deze bruggen?
Antwoord 3
Het vaarwegennet in Nederland is verdeeld in Rijksvaarwegen, provinciale vaarwegen
en gemeentelijke vaarwegen. Het beheer en onderhoud hiervan is bij de betreffende
overheden ondergebracht waarvoor zij dan ook een eigen verantwoordelijkheid hebben.
Het Pekelerhoofddiep valt onder de gemeente en daar heeft Rijkswaterstaat of het Ministerie
van IenW geen rol bij. Het kanaal is opgenomen in het recreatieve toervaartnet dat
is vastgesteld in de omgevingsverordening van de provincie Groningen. De problematiek
van te weinig onderhoudsbudget en achterstanden in onderhoud, waar de gemeente mee
worstelt, is herkenbaar. Daar worstelt IenW ook mee. Daar is de gemeente Pekela niet
mee geholpen, maar los van de verantwoordelijkheidsverdeling is er ook geen financiële
mogelijkheid om bij te springen vanuit het Mobiliteitsfonds. Mogelijk kan het nieuwe
verdeelmodel voor het Gemeentefonds hiervoor een uitkomst bieden.
Vraag 4
Zou u willen reflecteren op het in eerdergenoemd nieuwsbericht beschreven gevoel van
mensen dat zij niet gehoord worden en er zelfs niet toe doen, en dat in verband willen
brengen met beslissingen over infrastructuur, het gepresenteerde rapport «Elke regio telt! Een nieuwe aanpak van verschillen tussen regio's» van De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, de Raad voor Volksgezondheid
& Samenleving en de Raad voor het Openbaar bestuur2, evenals het plan «Voor
Heel
Nederland» van de CDA-fractie3?
Antwoord 4
Het kabinet komt met een reactie op de aanbevelingen van het rapport van RLI, ROB
en RVS, «Elke regio telt!». Het recht op bereikbaarheid gaat niet alleen om het faciliteren van de toegang tot
banen, voorzieningen en sociale contacten. Dat bleek ook al uit het PBL-rapport «Toegang voor iedereen» (oktober 2022). Zaken als ruimtelijke ordening en draagvlak voor de voorzieningen
spelen een belangrijke rol. Daarom moet het gesprek breder worden gevoerd dan alleen
over mobiliteit en infrastructuur en moet er aandacht zijn voor regionale verschillen.
Deze grondgedachte is in de Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 opgenomen en
wordt verder uitgewerkt in gesprek met andere departementen en medeoverheden.
Vraag 5
Deelt u de opvatting, zoals in eerdergenoemd nieuwsbericht beschreven, dat het Rijk
een morele plicht heeft om Pekela te helpen de weg omhoog te vinden? Ziet u een vergelijkbare
morele plicht richting meer gemeenten in ons land en deelt u de opvatting dat het
hier zou moeten gaan om structurele aandacht en betrokkenheid?
Antwoord 5
Het Rijk draagt bij aan de financiering van de gemeentelijke taken via het Gemeentefonds.
De fondsbeheerder zijn de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
en de Staatssecretaris van Financiën. Zij bestuderen elk jaar hoe de verdeling van
het Gemeentefonds zich verhoudt tot de manier waarop de kosten van gemeenten zich
ontwikkelen. Gemeenten bepalen zelf waar ze dit geld aan besteden. Dat zijn lastige
keuzes als niet alle posten kunnen worden gedekt. Met het nieuwe verdeelmodel voor
het Gemeentefonds is er meer aandacht voor de weerbaarheid van gemeenten met een beperkte
financiële draagkracht. Het is niet de bedoeling dat de middelen fors achterblijven
bij de ontwikkeling van de uitgaven en dat juist de kleine gemeenten die veel financiële
problematiek hebben erop achteruitgaan. Dat heeft de aandacht van het kabinet. De
Minister van BZK pakt dit samen met de medeoverheden op in het kader van de hele verdeelsystematiek
van gelden.
Vraag 6
Zou in contact willen treden met zowel de provincie als de actiegroep Bruggen Belang
Pekela over de mogelijkheden om als Rijk bij te dragen aan een oplossing voor de financiering
van het onderhoud aan bruggen?
Antwoord 6
Zoals beschreven in het antwoord op vraag 3, valt het Pekelerhoofddiep onder de verantwoordelijkheid
van de gemeente. Los van de verantwoordelijkheidsverdeling, heeft het ministerie ook
geen financiële mogelijkheid om bij te springen.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat de rijksoverheid definitief afscheid moet nemen van de kosten-baten
analyse als besluitvormingsinstrument? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit
afscheid vormgeven?
Antwoord 7
In het Tweeminutendebat Verkeersveiligheid en Wegen van 13 april 2023 is de motie
van de leden Krul en Van der Graaf4 aangenomen waarmee de Kamer het kabinet oproept om de maatschappelijke kosten-batenanalyse
niet meer als enige besluitvormingsinstrument te gebruiken in het infrastructuurbeleid.
De MKBA kent beperkingen, maar het blijft een nuttig instrument om objectief in te
schatten wat de effecten en projectalternatieven behelzen. De MKBA levert beslisinformatie,
maar is op zichzelf niet doorslaggevend en onderdeel van een bredere afweging in het
kader van het MIRT. De motie wordt meegenomen in de herziening van de Werkwijzer MKBA
die dit jaar wordt uitgevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.