Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Werner over het bericht ‘Ben je vrouw, van kleur of kom je van buiten, dan krijg je het lastig bij NOS Sport'
Vragen van het lid Werner (CDA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Ben je vrouw, van kleur of kom je van buiten, dan krijg je het lastig bij NOS Sport» (ingezonden 15 maart 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 april
2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het onderzoek van de Volkskrant naar grensoverschrijdend gedrag
bij NOS Sport?1
Antwoord 1
Ik heb wederom met afschuw kennis genomen van het bericht in de Volkskrant over de
situatie die zich jarenlang heeft kunnen voltrekken met vreselijke gevolgen voor de
slachtoffers bij NOS Sport. Grensoverschrijdend gedrag is kwetsend, vernederend en
schadelijk voor het slachtoffer. Dat laat ook deze schrijnende casus weer zien. Bovendien
gaat het hier ook nog over de publieke omroep. Dat er iets wezenlijk moet veranderen,
staat buiten kijf. Het is dan ook goed dat de redactie is teruggetreden zodat nieuwe
frisse geluiden de ruimte wordt geboden en dat er onderzoek wordt gedaan.
Vraag 2
Hoe verklaart u dat er al zo lange tijd een cultuur heerst waarin vrouwen zich onveilig
voelen en waarbij meldingen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag niet serieus
worden behandeld?
Antwoord 2
We zien grensoverschrijdend gedrag op steeds meer plekken en in steeds meer vormen
boven water komt. Het is een maatschappelijk probleem. Belangrijk is nu dat onderzocht
wordt hoe dit heeft kunnen gebeuren, welke systematische mechanismen hieraan ten grondslag
liggen en wat daarin moet veranderen zodat dit niet meer gebeurt. Hierop wordt nu
ook actie ondernomen. De Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen, onder voorzitterschap
van Martin van Rijn, doet hier momenteel in brede zin en binnen de gehele landelijke
publieke omroep onafhankelijk onderzoek naar. Daarnaast laat ook de NOS, in haar rol
als werkgever, haar gehele organisatie doorlichten door een onafhankelijke partij.
Het belang van de onderlinge samenhang en afstemming van beide onderzoeken heb ik
bij de NPO onder de aandacht gebracht.
Vraag 3 en 6
Hoe kan volgens u een cultuur van wegkijken en stilzwijgen worden doorbroken? Welke
rol ziet u hierbij voor uzelf?
Hoe kunnen mensen in de mediasector beter beschermd worden? Welke rol ziet u hierbij
voor uzelf?
Antwoord 3 en 6
Mensen in de culturele, creatieve en media sector moeten kunnen rekenen op een veilige
werkvloer, goede arbeidsomstandigheden en fatsoenlijke betaling. Dit zijn noodzakelijke
randvoorwaarden om prettig en veilig te kunnen werken. Deze randvoorwaarden bieden
meer zekerheid voor medewerkers om misstanden bespreekbaar te maken.
De plicht om zorg te dragen voor een veilige werkcultuur ligt bij de werkgever. Bestuurders
en leidinggevenden hebben een cruciale rol in zowel de aanpak als preventie van grensoverschrijdend
gedrag binnen hun organisaties. Bij hen ligt de taak om zorg te dragen voor een veilige
werkcultuur en deze ook uit dragen. Wanneer meldingen hen bereiken dienen zij deze
serieus te nemen en daar adequaat op te handelen. Daarmee geven zij ook een signaal
af binnen hun organisaties dat bepaald gedrag niet kan en niet getolereerd wordt.
Zo kan een klimaat ontstaan waarin slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag zich
veilig genoeg voelen om een misstand te melden en omstanders om niet langer weg te
kijken maar elkaar hierop aan te spreken. Alleen zo kan de vicieuze cirkel van wegkijken
en stilzwijgen worden doorbroken.
Ik zie dat er stappen worden gezet om een cultuuromslag te maken. Zo heeft de mediasector
onlangs het Mediapact Respectvol Samenwerken gelanceerd om zich gezamenlijk in te
spannen en zorg te dragen voor een veiligere werkklimaat binnen de hele keten. Dat
is een belangrijke stap. Het is nu zaak dat gemaakte afspraken nagekomen worden en
dat partijen elkaar daarin helpen en elkaar durven aan te spreken op de voortgang.
Direct na de onthullingen bij The Voice heb ik gesprekken geïnitieerd met de sector.
Inmiddels hebben drie rondetafels over dit onderwerp plaatsgevonden. Naar aanleiding
van de onthullingen bij DWDD heb ik het belang van onafhankelijk onderzoek onder de
aandacht gebracht bij de NPO. De NPO heeft hierop een onafhankelijke onderzoekscommissie
ingesteld (zie antwoord op vraag 2). Daarnaast zet ik in op de verbetering van de
arbeidsomstandigheden met maatregelen voor een betere arbeidsmarkt in de culturele
en creatieve sector. Hiervoor heb ik middelen vrijgemaakt. Tevens ben ik met de NPO
en het College van Omroepen in gesprek om een nieuwe en hogere norm voor percentages
programmamakers in vaste dienst van de publieke omroepen te stimuleren. Op 13 maart
jongstleden heb ik uw Kamer over het voornemen hiertoe geïnformeerd.2 Verder blijf ik het werk van meldpunt Mores.online financieren.
Ook kabinetsbreed wordt ingezet op de aanpak van dit probleem. Mijn collega’s Minister
Dijkgraaf (OCW) en Minister van Gennip (SZW) hebben namens het kabinet een regeringscommissaris
seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, Mariëtte Hamer, aangesteld.
Daarnaast heeft het kabinet het Nationaal Actieprogramma aanpak seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld opgesteld om dit probleem te bestrijden. Deze is op 13 januari
jongstleden aan uw Kamer verstuurd.3
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat elke keer via onderzoeksjournalisten naar boven moet komen dat
er een cultuur van grensoverschrijdend gedrag in de mediasector is?
Antwoord 4
Het laat in de eerste plaats zien dat slachtoffers zich blijkbaar niet veilig genoeg
voelen om een misstand binnen hun organisatie te melden of zij die dit wel hebben
gedaan niet serieus zijn genomen. Tegelijkertijd zie ik dat er een cultuuromslag ontstaat.
Door het belangrijke werk van onderzoeksjournalisten die dit aan de kaak stellen,
wordt zowel in de maatschappij als in de media over dit onderwerp gesproken. Dit draagt
eraan bij dat mensen die lang hebben gezwegen zich nu vrijer voelen om zich uit te
spreken over onrecht dat hen is aangedaan. En dat we zowel als overheid en als werkgevers
ons ten volle moeten inzetten om een dergelijk werkklimaat te voorkomen.
Vraag 5
Geeft dit onderzoek noodzaak waardoor de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen
(OGCO) eerder met haar bevindingen moet komen?
Antwoord 5
De onderzoekscommissie werkt onafhankelijk aan haar onderzoeksopdracht. Het is aan
haar om te bepalen wat en hoeveel tijd nodig is om deze opdracht adequaat uit te kunnen
voeren.
Vraag 7
Wat betekent het opstappen van de voorzitter van Mores.online, het onafhankelijk meldpunt
voor ongewenste omgangsvormen in onder meer de televisiesector, voor de bereikbaarheid
en uitvoering van de werkzaamheden van het meldpunt?
Antwoord 7
Zoals bekend, is inmiddels het hele bestuur van Mores.online afgetreden om ruimte
te maken voor een nieuw bestuur. Dit besluit heeft geen gevolgen voor de bereikbaarheid
en werkzaamheden van Mores.online als meldpunt. Daarmee blijft het meldpunt gewoon
bereikbaar voor mensen die een melding willen doen.
Omdat mede naar aanleiding van de berichtgeving de onafhankelijkheid van Mores.online
ter discussie is komen te staan heb ik de regeringscommissaris, Mariëtte Hamer, om
advies gevraagd over verbeteringen in de governancestructuur van Mores.online.
Vraag 8
Hoe is geborgd dat Mores.online onafhankelijk is? Ziet u aanleiding om dit aan te
scherpen?
Antwoord 8
Een goed meldpunt waar slachtoffers terecht kunnen is van cruciaal belang. Op de website
van Mores.online is te lezen dat alle meldingen behandeld worden door onafhankelijke
vertrouwenspersonen die geheimhoudingsplicht hebben en onafhankelijk van het bestuur
werken. Desondanks zijn er mede naar aanleiding van de berichtgeving over NOS Sport
signalen dat er mensen zijn die misstanden niet durven te melden bij Mores.online,
omdat de (inmiddels afgetreden) bestuursleden zelf ook een rol hebben in de diverse
sectoren. Het is onwenselijk dat de onafhankelijkheid van het meldpunt dat een veilige
haven dient te zijn voor slachtoffers, ter discussie wordt gesteld. Omdat de veiligheid
van slachtoffers te allen tijde gewaarborgd dient te zijn heb ik 15 maart jongstleden
de regeringscommissaris, Mariëtte Hamer, verzocht om te onderzoeken wat nodig is om
die veiligheid voor slachtoffers te waarborgen en welke governancestructuur daarbij
past. Ik heb haar advies 14 april jongstleden ontvangen. Ik sluit mij aan bij de aanbevelingen
van de regeringscommissaris en ga op zeer korte termijn hierover in gesprek met de
met de door Mores aangestelde externe adviseur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.