Schriftelijke vragen : Statiegeld en lachgascilinders
Vragen van de leden Hagen en Sneller (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Justitie en Veiligheid over statiegeld en lachgascilinders (ingezonden 21 april 2023).
Vraag 1
Hoe reflecteert u op de invoering en de opgelopen vertraging van statiegeld op blikjes?
En welke lessen neemt u hieruit mee voor de eventuele bredere inzet van het instrument
statiegeld?
Vraag 2
Deelt u de mening dat het gevolg van statiegeld op blikjes en flesjes niet mag zijn
dat drankenproducenten overstappen op drankkartons? Klopt het dat drankkartons vaak
slechter recyclebaar zijn dan alternatieve verpakkingsvormen?
Vraag 3
Hoe kijkt u naar de oproep van Recycling Netwerk Benelux (RNB)1 om statiegeld te gaan heffen op alles waar een dop of deksel op zit?
Vraag 4
Als vervuiling door zuivel en sap van drankkartonnen en plastic de reden is om daar
geen statiegeld op te heffen, waarom is er tot dusver dan toch voor gekozen om drankkartons
en plastic flesjes voor zuivel en sap te accepteren? Dit zorgt er dan toch voor dat
producenten niet naar duurzame verpakkingen overgaan? Bent u bereid deze keuze te
heroverwegen en statiegeld alsnog in te voeren zodat het probleem teruggelegd wordt
bij de producent?
Vraag 5
Bent u bekend met de risico’s voor vuilniswagens en afvalverwerkers op het moment
dat batterijen terechtkomen in het huisvuil? Bent u bekend met de risico’s voor brand
en explosies en de torenhoge verzekeringspremies die dit tot gevolg heeft voor afvalverwerkers?2
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat we alles op alles moeten zetten om te voorkomen dat batterijen
terechtkomen in het huisvuil en dat we belangrijke materialen voor de energietransitie
(bijvoorbeeld lithium) zo goed mogelijk recyclen?
Vraag 7
Hoe kijkt u naar het idee van het invoeren van statiegeld op batterijen? En bent u
het ermee eens dat statiegeld op batterijen bij zou kunnen dragen aan veiligheid,
circulariteit en leveringszekerheid van lithium?
Vraag 8
Bent u bekend met de risico’s die ontstaan als lachgascilinders in een afvalverwerker
terechtkomen?
Vraag 9
Is er bij de invoering van het verbod op recreatief gebruik van lachgas nagedacht
over de risico’s voor afvalverwerkers?
Vraag 10
Hoe duidt u de berichtgeving vanuit afvalverwerkers dat lachgascilinders steeds vaker
ontploffen in afvalverbrandingsinstallaties sinds de invoering van het verbod op recreatief
gebruik van lachgas? Erkent u dat dit risico’s met zich meebrengt voor medewerkers
van deze centrales?
Vraag 11
Bent u het ermee eens dat er een veilige manier zou moeten zijn voor consumenten om
(net als voorafgaand aan het verbod op recreatief gebruik) lachgascilinders in te
leveren tegen statiegeld? Erkent u dat dit de problemen bij de afvalverwerkers zou
oplossen?
Vraag 12
Op welke wijze bent u van plan om aan de hand motie-Sneller over de «lijst 0» (Kamerstuk
35 954, nr. 7) de problemen van de afvalverwerkers op te lossen en de afvalverwerking van lachgascilinders
beter te reguleren?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
K.B. Hagen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Joost Sneller, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.