Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de macro-financiële bijstand van Moldavië
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Financiën over de macro-financiële bijstand van Moldavië (ingezonden 3 april 2023).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 20 april 2023).
Vraag 1
Is de Minister bekend met de volgende zin in de appreciatie van het kabinet van de
macro-financiële bijstand van Moldavië door de Europese Unie: «Het herstel van macro-economische
stabiliteit in de partnerlanden kan niet in afdoende mate worden bereikt door bijstand
door afzonderlijke lidstaten, en kan beter worden bereikt door de EU als geheel.»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kan de Minister deze bewering wellicht onderbouwen? Waarom is de Europese Unie beter
hiertoe in staat dan de afzonderlijke lidstaten (in plaats van omgekeerd dus)? Kortom,
wat zijn de bewijzen voor deze bewering?
Antwoord 2
De macro-financiële steun aan Moldavië door de EU als geheel is zowel wat betreft
financiering als wat betreft de besteding van de middelen efficiënter.
De Commissie kan namelijk goedkoper lenen dan de meeste lidstaten afzonderlijk en
daarnaast worden de administratieve lasten voor de Moldavische autoriteiten zo veel
mogelijk beperkt doordat ze maar met één partij (de Europese Commissie) een overeenkomst
aangaan. Dit legt ook minder beslag op de beperkte capaciteit van de autoriteiten
van Moldavië.
Daarnaast wordt de besteding van de middelen, zoals overeengekomen in het «memorandum
of understanding», efficiënter. De Commissie is, gelet op de aanwezige expertise en
contacten, goed in staat om de MFB te monitoren op implementatie van de hervormingsagenda.
De Commissie rapporteert hierover aan de EU-lidstaten. Het verlenen van macro-financiële
bijstand heeft een duidelijke grondslag in het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, specifiek in artikel 212. Daarbij complementeren en versterken de
acties van de lidstaten en de Unie elkaar2.
Kortom, als Nederland dit alleen zou willen doen zou dit een veel complexere operatie
betekenen en zouden de middelen minder efficiënt kunnen worden besteed.
Vraag 3
Is de financiële steun die door het Internationale Monetaire Fonds (IMF) aan Moldavië
wordt verleend in de ogen van de Minister onvoldoende om macro-economische stabiliteit
te bereiken?
Antwoord 3
De financiële steun van het Internationaal Monetair Fonds draagt bij aan het bereiken
van macro-economische stabiliteit in Moldavië. Het IMF programma is een combinatie
van financiële steun en een hervormingsagenda waardoor de kans dat Moldavië in de
toekomst weer een beroep op het IMF zal doen afneemt, mede doordat een IMF-programma
ook andere vormen van financiering aantrekt (de katalytische werking van het Fonds).
Daarnaast is schuldhoudbaarheid een voorwaarde voor een IMF-programma. Dit betekent
dat een land tijdens een IMF-programma over voldoende financiële middelen moet beschikken
om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen en ook dat er geen financieringsgat
bestaat. Daarbij komt dat een IMF-programma een maximale omvang heeft die is gebaseerd
op het quota-aandeel van het land binnen het Fonds3. In het geval van Moldavië dicht het IMF-programma (t.w.v. in totaal 594 mln. SDR)
niet het gehele financieringsgat. Daarom is het nodig dat Moldavië ook andere financiering
aantrekt, bijvoorbeeld vanuit de Europese Unie of de Wereldbank.
Vraag 4
Kan de Minister de bovenstaande vraag met een simpel «ja» of «nee» beantwoorden? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, omdat de financiële steun een cruciale bijdrage levert aan het bereiken van macro-economische
stabiliteit, maar niet de enige steun is die Moldavië nodig heeft. De toegevoegde
waarde van een IMF-programma is de katalytische werking van het programma door de
combinatie van financiële steun en de hervormingsagenda die op korte termijn de betalingsbalansproblemen
van Moldavië verlichten en deze in de toekomst kunnen voorkomen. Daarbij gaat het
IMF er vanuit dat een land dat een programma ontvangt ook andere vormen van financiering
aantrekt, bijvoorbeeld financiering van andere internationale financiële instellingen
of door de uitgifte van staatsobligaties.
Vraag 5
Indien de steun die door het IMF aan Moldavië wordt verleend onvoldoende is kan hieruit
geconcludeerd worden dat het IMF in dit geval dus tekortschiet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3 en 4 en in de kabinetsappreciatie MFB
Moldavië is er een resterend financieringsgat waarvoor financiële middelen nodig zijn
en is de Europese Unie in staat dit middels MFB gedeeltelijk te dichten.
Vraag 6
Indien de steun die door het IMF aan Moldavië wordt verleend voldoende is waarom wordt
door de Europese Unie dan extra macro-financiële bijstaand verleend?
Antwoord 6
Zoals toegelicht bij de antwoorden op de vragen 3, 4 en 5 gaat het IMF er vanuit dat
een land dat een programma ontvangt ook andere vormen van financiering aantrekt en
is er dus nog aanvullende steun aan Moldavië nodig.
Vraag 7
Kunnen deze vragen afzonderlijk beantwoord worden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.