Schriftelijke vragen : De chatbot van Snapchat

Vraag 1

Is de Staatssecretaris bekend met het artikel «Nieuwe functie Snapchat wil met kinderen
afspreken: «Zie ik je vanavond? Ik ben een echt persoon!»»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt de Staatssecretaris de constatering in het artikel dat wanneer kinderen
aangeven te kampen met problemen de chatbot van Snapchat zich voordoet als een echt
persoon, en zelfs voorstelt om af te spreken?

Vraag 3

Deelt de Staatssecretaris de zorgen dat kinderen die online op zoek gaan naar hulp
ten prooi vallen aan deze chatbot?

Vraag 4

Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat het zorgelijk is wanneer kinderen niet
het onderscheid kunnen maken tussen een chatgesprek met een echt persoon en een chatgesprek
met een chatbot?

Vraag 5

Welke risico’s ziet de Staatssecretaris in het feit dat kinderen die hulp zoeken omdat
ze zich bijvoorbeeld eenzaam voelen, niet weten dat ze te maken hebben met een chatbot
en niet met een echt persoon?

Vraag 6

In hoeverre verwacht de Staatssecretaris dat het mogelijk is dat een dergelijke chatbot
kinderen met problemen voorziet van onjuiste of gevaarlijke adviezen?

Vraag 7

In hoeverre deelt de Staatssecretaris de opvatting van het kenniscentrum Bureau Jeugd
& Media dat er een gedragscode moet komen voor het gebruik van chatbots?

Vraag 8

Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat de urgentie van het verhogen van kennis
over deze toepassingen onder kinderen zeer hoog is?

Vraag 9

Welke rol ziet de Staatssecretaris hierin weggelegd voor scholen? Op welke manier
gaat het kabinet zorgen dat scholen toegerust zijn om kinderen van deze kennis te
voorzien?

Vraag 10

Welke andere manieren ziet de Staatssecretaris voor zich om kinderen online weerbaar
te maken en te beschermen tegen dergelijke negatieve uitwassen van AI toepassingen?