Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hammelburg over de aangenomen anti-LHBTI-wet in Oeganda
Vragen van het lid Hammelburg (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de aangenomen anti-LHBTI-wet in Oeganda (ingezonden 24 maart 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en van Minister Schreinemacher
(Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 19 april 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat het parlement in Oeganda een nieuwe anti-LHBTI-wet
heeft aangenomen die naast al bestaande zware straffen op homoseksualiteit nu ook
de doodstraf toevoegt voor homoseksualiteit?
Antwoord 1
Ja, het kabinet heeft met grote zorgen kennisgenomen van het initiatiefwetsvoorstel
dat op 21 maart in de derde lezing door het Oegandese parlement is aangenomen.
Vraag 2
Welke mogelijkheden ziet u om in navolging op de oproep van de Verenigde Naties (VN)
Hoge Commissaris voor de Mensenrechten en de veroordeling van de Nederlandse mensenrechtenambassadeur,
druk uit te oefenen op de president van Oeganda om deze wet niet te ondertekenen vanuit
het do-no-harm-principe?
Antwoord 2
De Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft zich, na de
goedkeuring van het wetsvoorstel door de Oegandese parlementsleden, direct publiekelijk
uitgesproken en de president van Oeganda opgeroepen de wet niet te ondertekenen en
aangekondigd dat ondertekening gevolgen zal hebben voor Nederlandse (steun aan) rechtshandhavingsprogramma’s.
Verder heeft de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur, samen met Duitsland, Oeganda
geagendeerd voor de reguliere vergadering van de EU-Mensenrechtenambassadeurs.
Nederland zet zich tevens in met stille diplomatie richting de Oegandese autoriteiten
en werkt daarbij samen met het (Oegandese) maatschappelijk middenveld en gelijkgezinde
partners, waaronder de Equal Rights Coalition, om het inwerking treden van de nieuwe
wet te voorkomen en verdere criminalisering van lhbtiq+ personen te beperken.
Nederland staat in nauw contact met partners en gelijkgezinden in Kampala en in hoofdsteden
om verdere diplomatieke, bilaterale en multilaterale handelingsopties te verkennen
en onderling af te stemmen.
Vraag 3
Bent u daarin bereid om het principe van «do no harm» te garanderen en samen op te
trekken met niet-Westerse landen, bijvoorbeeld via de Equal Rights Coalition? Bent
u bereid de te nemen stappen in overleg met community-based organisaties vorm te geven?
Antwoord 3
Gezamenlijk optrekken, bij voorkeur met een groep landen uit verschillende regio’s,
is vele malen effectiever dan wanneer een land dat alleen doet. Nederland heeft als
co-voorzitter van de internationale diplomatiewerkgroep binnen de Equal Rights Coalition,
de situatie in Oeganda het afgelopen jaar tweemaal geagendeerd om de situatie onder
de aandacht van andere landen te brengen: in augustus 2022 en op 20 maart jl.1 Tijdens deze bijeenkomsten hebben Oegandese lhbtiq+ organisaties de Equal Rights
Coalition-leden geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, discriminatie
en geweld tegen lhbtiq+ personen in Oeganda en hun aanbevelingen aan de internationale
gemeenschap toegelicht. Hier komt ook duidelijk het door Nederland reeds gehanteerde
principe «nothing about them, without them» naar voren: diplomatieke acties op mensenrechtengebied
dienen altijd te gebeuren in consultatie met de lokale gemeenschappen die het betreft,
in dit geval lhbtiq+ organisaties en personen. Binnen deze dialoog met lokale partners
wordt ook stilgestaan bij mogelijke risico’s voor personen en organisaties, alsook
bij mogelijkheden voor stille diplomatie.
Vraag 4
Bent u bereid daarbij voor te leggen: de mogelijkheden van persoonsgerichte sancties,
een visum-ban voor de verantwoordelijke leiders en organisatoren achter deze wetgeving,
en het stopzetten van handelsbevordingsinstrumenten die Nederland nu inzet voor handel
tussen Nederland en Oeganda?
Antwoord 4
Nederland zoekt in samenspraak met partners, inclusief in EU-verband, naar de meest
effectieve internationale reactie. Hierbij komt een breed spectrum aan instrumenten
aan bod. Mede gezien de situatie nog in ontwikkeling is, is het niet in het belang
van de zaak om publieke mededelingen te doen over welke maatregelen concreet in beeld
zijn als de wetgeving definitief wordt aangenomen.
Vraag 5
Bent u, als Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, het eens
dat het stopzetten van ontwikkelingssamenwerking met het Oegandese maatschappelijk
middenveld en algehele sancties hoogstwaarschijnlijk zullen leiden tot een backlash,
zoals dat in het verleden ook is gebeurd en waarbij vele slachtoffers zijn gevallen?
Antwoord 5
Ja, juist in een tijd van grote druk op mensenrechten en de positie van lhbtiq+ personen
moeten we het maatschappelijk middenveld dat zich inzet voor deze rechten blijven
ondersteunen zolang deze organisaties hun werk kunnen en willen uitoefenen. Stopzetting
van de Nederlandse steun aan het maatschappelijk middenveld in Oeganda is daarom in
principe niet aan de orde. We staan momenteel in contact met onze uitvoeringspartners
partners in Oeganda om passende oplossingen te zoeken voor verdere ondersteuning van
de LHBTI+-gemeenschap mocht deze wetgeving in werking treden. Wel wordt steun aan
andere vormen van ontwikkelingshulp, zoals het Justice, Law and Order Sector (JLOS)-programma
kritisch bekeken.
Vraag 6
Bent u voornemens, in samenwerkingsverband met Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse
landen tot een krachtige gezamenlijke veroordeling en acties te komen, en bent u bereid
daarin het voortouw te nemen?
Antwoord 6
De ontwikkelingen hieromtrent volgen elkaar snel op. Op het moment van schrijven werkt
Nederland samen met gelijkgezinde landen uit verschillende regio’s aan gezamenlijke
veroordeling en acties. Het primair samenwerkingsverband hiervoor is de Equal Rights Coalition. Nederland neemt hierin een leidende rol, maar kan niet garanderen wat het resultaat
van deze gezamenlijke inspanningen gaat zijn. Zie tevens het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Bent u bereid lokale organisaties/slachtoffers te ondersteunen met safe spaces en
herlocaties, en wat nog meer nodig is om de persoonlijke veiligheid van vervolgden
te bevorderen?
Antwoord 7
De ambassade in Kampala werkt direct samen met mensenrechtenorganisaties die zich
inzetten voor het beschermen van mensenrechtenverdedigers. Hierbij wordt nadrukkelijk
ook ingezet op de opvang van mensenrechtenverdedigers die gevaar lopen in shelters
in het land zelf, en waar nodig ook opvang in andere landen in de regio. Verder staat
het Ministerie in Den Haag in overleg met partners die in de Oegandese context werken
om te kijken naar passende oplossingen voor de situatie.
Vraag 8
Gezien de ernst en urgentie, bent u bereid deze vragen binnen een week te beantwoorden?
Antwoord 8
De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.