Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hammelburg, Van der Graaf, Van der Lee, Klink, Jasper van Dijk en Thijssen over de situatie in Turkije en Syrië na de aardbevingen van 5/6 februari jl.
Vragen van de leden Hammelburg (D66), Van der Graaf (ChristenUnie), Van der Lee (GroenLinks), Klink (VVD), Jasper van Dijk (SP) en Thijssen (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de situatie in Turkije en Syrië na de aardbevingen van 5/6 februari jl (ingezonden 14 februari 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 17 april 2023).
Vraag 1
Wat is momenteel de stand van zaken bij het verkrijgen van toegang tot Syrië ten behoeve
van de internationale hulpverlening? Is hierin verbetering zichtbaar ten opzichte
van de situatie zoals u die hebt omschreven in uw brief van 8 februari jl. aan de
Tweede Kamer?
Antwoord 1
Ik stuur u gelijktijdig een Kamerbrief over mijn bezoek aan Turkije van 28 maart jl.
In aanvulling op de in die brief gedeelde informatie over toegang voor internationale
hulp kan ik het volgende met u delen.
De noden in het Syrische regimegebied en Noordwest-Syrië blijven onverminderd hoog.
De hulpverlening aan de slachtoffers in het Syrische regimegebied verloopt zonder
grote obstakels. Van partnerorganisaties ontvangt het ministerie berichten dat bureaucratie
afneemt. Zo verlenen autoriteiten sneller dan voorheen benodigde goedkeuringen en
visa aan hulporganisaties.
Hulp vanuit het regimegebied aan Noordwest-Syrië komt echter niet tot stand. De VN
wacht nog altijd op toestemming en veiligheidsgaranties van alle betrokken partijen.
De Syrische bevolking in oppositiegebied in het noordwesten is daarom afhankelijk
van hulpverlening vanuit Turkije.
De VN hulpverlening vanuit Turkije aan het getroffen gebied in Noordwest-Syrië is
na obstakels in de beginfase inmiddels op gang gekomen. Ruim twee maanden na de eerste aardbevingen
hebben meer dan 1.200 VN-trucks via inmiddels drie geautoriseerde grensovergangen
Noordwest-Syrië bereikt. Het gaat om trucks met hulpgoederen van WFP, UNHCR, IOM,
WHO, UNICEF en UNFPA. De VN benoemde enkele weken na de aardbevingen knelpunten in
de bevoorradingsketen als belangrijkste obstakel om de hulp sneller op te schalen.
Om die reden heeft de EU humanitaire luchtbruggen opgezet naar Gaziantep en Adana.
Inmiddels hebben zes vluchten met hulpgoederen afkomstig uit EU-voorraden naar deze
steden plaatsgevonden. Daarvandaan zijn de hulpgoederen via de drie bovengenoemde
grensovergangen naar Noordwest-Syrië gebracht.
Vraag 2
In hoeverre lukt het nu om via maatschappelijke organisaties hulp in het getroffen
gebied in Syrië te krijgen dat niet onder controle van Assad staat? Wat is er nodig
om dit te verbeteren?
Antwoord 2
Al voorafgaand aan de aardbevingen waren nationale ngo’s, met steun van internationale
organisaties, verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de humanitaire respons
in het nu door de aardbevingen getroffen oppositiegebied in Noordwest-Syrië. Dit is
na de aardbeving nog steeds het geval. De hulpverlening door de organisaties van de
Dutch Relief Alliance gezamenlijk met hun lokale partners is hier een voorbeeld van. Internationale en
lokale ngo’s zijn voor een deel van hun werkzaamheden afhankelijk van toegang van
de VN via de grensovergangen met Turkije, bijvoorbeeld voor toevoer van medicatie.
Door de uitbreiding van het aantal voor de VN geautoriseerde grenstoegangen is hun
hulpoperatie verder versterkt.
Vraag 3
Is het kabinet bereid, op basis van de uitkomsten van de aanstaande EU-donorconferentie,
een reconstructiefonds onder leiding van een reconstructie taskforce in het leven
te roepen?
Antwoord 3
Zoals toegezegd tijdens het commissiedebat Humanitaire Hulp na de aardbeving in Turkije
en Syrië van 22 februari jl. heb ik voorafgaand aan de EU-donorconferentie namens
het kabinet de Europese Commissie verzocht een voorstel te maken voor het leveren
van middellange- en lange-termijnhulp en de implementatie hiervan te coördineren.
Gedurende de donorconferentie zegden meer dan zestig delegaties van de EU, EU-lidstaten
en partners, VN-instellingen en Europese financiële instellingen zoals de EIB en EBRD
gezamenlijk een steunbedrag toe van EUR 7 miljard. Deze bijdragen worden, voor zover
mij nu bekend, vooral via bestaande kanalen geleid, zoals ook voor Nederland het geval
is. Nederland zet bij de Europese Commissie in op een leidende rol.
Vraag 4
Heeft u al meer zicht op de directe behoefte aan zorg, onderwijs, opvang van weeskinderen
en psychosociale hulp in de getroffen gebieden?
Antwoord 4
In reactie op de aardbevingen stelden de VN en de Rode Kruis/Rode Halve Maan beweging
humanitaire responsplannen op voor zowel Turkije als Syrië. Deze plannen bevatten
(op hoofdlijnen) de benodigde hulp en daarmee gemoeid gaande kosten. Geestelijke gezondheid
en psychosociale steun (MHPSS) zijn expliciet onderdeel van deze plannen. Die hulp
wordt zoveel mogelijk geïntegreerd in de humanitaire respons en maakt onder andere
onderdeel uit van de hulp op het terrein van opvang, medische zorg en onderwijs. Ook
in de Türkiye Earthquakes Recovery and Reconstruction Assessment opgesteld door de
Turkse autoriteiten met inbreng van de EU, de VN en de Wereldbank onderstreept het
belang van MHPSS in de middellange en lange termijn herstelinzet.
De psychosociale noden waren in Syrië al zeer hoog voorafgaand aan de aardbeving,
voornamelijk onder jongeren. WHO waarschuwde in december vorig jaar bijvoorbeeld voor
toenemende zelfdoding onder jonge meisjes in Noordwest-Syrië. Diverse humanitaire
organisaties werkzaam in Syrië met Nederlandse financiering hebben geestelijke gezondheid
en psychosociale steun geïntegreerd in hun programma’s. De Dutch Relief Alliance richt zich in Noordwest-Syrië, in het kader van de aardbevingenresponse, specifiek
op MHPSS – onder andere in onderwijsprogramma’s. Ook de door Nederland gefinancierde
VN-fondsen in Noordwest-Syrië en regimegebied besteden specifiek aandacht aan dit
thema.
Vraag 5
Kunt u al meer zeggen over de stand van zaken rond de veiligheid van hulpverleners
in de getroffen gebieden?
Antwoord 5
Ik ben bekend met geluiden dat er in Syrië en Turkije direct na de eerste aardbevingen
incidenten plaatsvonden vanwege plunderingen of uit wanhoop bij gebrek aan snelle
hulp. Ook zijn incidenten van criminaliteit in steden als Latakia in Syrië toegenomen
na de aardbeving. Ik ben niet bekend met ongeregeldheden of geweld tegen hulpverleners,
noch in Turkije noch in Syrië.
Zoals bekend woedt in Syrië al twaalf jaar een conflict. De veiligheidssituatie in
het hele land is slecht. Dit geldt ook voor het noordwesten van Syrië, dat het hardst
getroffen is door de aardbevingen. Nederland onderhoudt nauw contact met hulporganisaties
over de omstandigheden waaronder zij werken. Ook ondersteunt het ministerie de internationale
organisatie INSO (International NGO Safety Organisation). Deze organisatie ondersteunt humanitaire ngo’s, waaronder lokale Syrische organisaties,
door actuele veiligheidsanalyses te delen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.