Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Klink over het bericht ‘Ik wil dat Wim wordt uitgeleverd aan Nederland. Zedenzaken tegen reformatorische hulpverlener stagneren’
Vragen van het lid Klink (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Ik wil dat Wim wordt uitgeleverd aan Nederland. Zedenzaken tegen reformatorische hulpverlener staken» (ingezonden 28 februari 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 13 april 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Ik wil dat Wim wordt uitgeleverd aan Nederland. Zedenzaken
tegen reformatorische hulpverlener staken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op welke manier(en) zet de Nederlandse overheid zich in om te voorkomen dat Nederlanders
in het buitenland dit soort misdrijven begaan?
Antwoord 2
Het kabinet werkt aan structurele, duurzame oplossingen voor het aanpakken van grondoorzaken
van armoede, in brede zin. Armoede en de daarmee vaak gepaard gaande verschillen in
welzijn en machtsverhoudingen zijn vaak oorzaak van dit soort misdrijven. De Nederlandse
overheid kan niet voorkomen dat Nederlanders, ook in het buitenland, dit soort misdrijven
begaan en/of dat dit soort misdrijven niet voorkomt.
Naar aanleiding van onder meer #MeToo en het seksueel grensoverschrijdend gedrag in
Haïti zijn uitvoerders aangesproken en is bewustwording in het BHOS-beleid inzake
machtsmisbruik aangescherpt, onder andere door aangescherpte gedragsregels inzake
Sexual Exploitation, Abuse and Harassment (SEAH) en screening van medewerkers.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke vorderingen er zijn gemaakt op het weeshuisdossier sinds er
een coördinator bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken is aangesteld?
Antwoord 3
Sinds het aanstellen van een coördinator bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken
zijn op het dossier «kind en welzijn» (weeshuistoerisme) de volgende activiteiten
uitgevoerd.
In maart 2022 is er een uitvraag gedaan bij posten om te onderzoeken in hoeverre de
problematiek rondom weeshuistoerisme speelt in het betreffende land. Deze exercitie
is ook benoemd in de Kamerbrief van 6 mei 2022 (35 069 nr. 15). Daarnaast heeft het ministerie de reisadviezen aangepast voor landen waar weeshuistoerisme
voorkomt. Op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is in najaar 2022
informatie over vrijwilligerswerk in weeshuizen toegevoegd en geüpdatet.
Ook zijn de handelsperspectieven genoemd in het Ecorys-rapport onderzocht. Samen met
de Ministeries van Justitie en Veiligheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën
is besproken welke daarvan realistisch, wenselijk en haalbaar zijn en welke concrete
acties hieraan verbonden kunnen worden.
Zo is de ANBI-status, het invoeren van een VOG-vereiste en actieve communicatie om
reizen van vrijwilligers naar zorginstellingen tegen te gaan onderzocht.
Voor een ANBI-status kan niet specifiek worden gekeken naar particuliere instellingen
die vrijwilligerswerk aan weeshuizen aanbieden, waardoor het via de ANBI-status niet
mogelijk bleek om deze instellingen voor de ANBI-status uit te sluiten.
Ook is de effectiviteit, wenselijkheid en haalbaarheid van het gebruik van de verklaring
omtrent gedrag (VOG) voor vrijwilligers die naar weeshuizen uitreizen onderzocht en
lijkt voorafgaande screening van personeel van instellingen op dit vlak wenselijk. Dezelfde discussie speelt met
relevante organisaties v.a.v. humanitaire hulpverleners met als doel een zo goed mogelijke
screening in te regelen. Nederlandse organisaties kunnen voor deze screening de VOG gebruiken.
Een eerste sectorbijeenkomst «Kind en Welzijn» heeft op het Ministerie van Buitenlandse
Zaken plaatsgevonden. Hieruit is de denktank «Kind en Welzijn» ontstaan, waar maatschappelijk
middenveld en particuliere initiatieven samen komen om onderlinge samenwerking te
versterken en gedeelde uitgangspunten te formuleren om de rechten van het kind en
kinderwelzijn te beschermen. Het Ministerie van Buitenlandse zaken is hierbij betrokken
en neemt hieraan deel.
Vraag 4
Op welke manier is er vooruitgang geboekt in het aanmoedigen van initiatieven van
derde partijen door het Ministerie van Buitenlandse Zaken omtrent de voorlichting
over reizen naar buitenlandse weeshuizen?
Antwoord 4
Voorlichting is een effectief instrument voor ontmoediging gebleken zo stelt het Ecorys-rapport.
De sector is daarmee verder aan de slag gegaan via een mediacampagne, met name gericht
op jongeren die vanuit goede intenties op pad gaan. Het ministerie staat in contact
met onder andere Better Care Network Nederland (BCNN) met betrekking tot de campagne
#stopweeshuistoerisme. Het ministerie moedigt de sector aan om campagnes voor bewustwording
over de schadelijke gevolgen van weeshuistoerisme voort te zetten.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderzoekt op dit moment ook zelf in hoeverre
voorlichting vanuit de rijksoverheid voor jongeren en hun ouders over de negatieve
gevolgen van -veelal goedbedoelde- vrijwilligersreizen naar residentiele zorginstellingen
voor kinderen/weeshuistoerisme meerwaarde zou kunnen hebben.
Vraag 5
Bent u bereid om steviger beleid te maken rondom het opzetten en steunen van weeshuizen
in het buitenland nu opnieuw blijkt dat kinderen in weeshuizen extra kwetsbaar zijn
voor mishandeling? Zo ja, welke invulling gaat u hieraan geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Naast de in de antwoorden op de vragen 3 en 4 genoemde inspanningen ten aanzien van
het tegengaan van weeshuistoerisme moedigt het ministerie de sector aan om zelf het
vereisen van een verklaring omtrent gedrag (VOG) verplicht te stellen.
Daarnaast zal het Ministerie van Buitenlandse Zaken zelf in haar financieringsafspraken
meer eisen stellen op het gebied van het screenen van personeel met organisaties die
zij financiert. De VOG kan in deze screening gebruikt worden voor Nederlandse organisaties.
Ik teken daarbij wel aan dat ook in geval van (extra) screening, individuele excessen niet kunnen worden voorkomen.
Wellicht ter overvloede, het Ministerie van Buitenlandse Zaken financiert geen instellingen
die zich inzetten voor weeshuistoerisme.
Vraag 6
Welke mogelijkheden heeft de Nederlandse overheid om te voorkomen dat Nederlanders
die betrokken zijn bij misstanden in buitenlandse weeshuizen nieuwe particuliere initiatieven
kunnen oprichten?
Antwoord 6
Die mogelijkheden zijn er niet. Onderzocht is of er mogelijkheden zijn om te voorkomen
dat Nederlanders die betrokken zijn bij misstanden in buitenlandse weeshuizen nieuwe
particuliere initiatieven kunnen oprichten bijvoorbeeld ten aanzien van de ANBI-status.
Kenmerkend voor de ANBI-regeling is dat deze is gericht op generieke, landelijke erkenning
van doelen die niet op het eigenbelang of privébelang zijn gericht. ANBI’s hebben
binnen de grenzen van de ANBI-regelgeving vrijheid in het nastreven van hun doelstelling.
De grens van de ANBI-regeling ligt bij overtreding van de wet (of daar waar toepassing
van de integriteitstoets in beeld komt) of waar een instelling door de rechter verboden
wordt. De voorwaarden waarop door de Belastingdienst wordt getoetst, bieden geen ruimte
om organisaties alleen vanwege het mogelijk aanbieden van weeshuistoerisme extra te
controleren of om die reden de ANBI-status te ontnemen. In overleg met het Ministerie
van Financiën is er geconcludeerd dat er middels de ANBI-regeling niet specifiek kan
worden gekeken naar particuliere instellingen die werk in weeshuizen aanbieden. De
ANBI is vooral een technische toets en geen inhoudelijke toets.
Vraag 7
Bent u van mening dat buitenlandse weeshuizen die betrokken zijn bij Nederlandse organisaties,
Nederlandse werknemers moeten verplichten in bezit te zijn van een verklaring omtrent
het gedrag (vog)? Zo ja, op wat voor manier gaat u hierover communiceren en hiernaar
handelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, Nederlandse organisaties betrokken bij (de financiering van) buitenlandse weeshuizen
zouden, als onderdeel van hun screenings beleid, Nederlandse werknemers moeten kunnen verplichten in het bezit te zijn van
een verklaring omtrent gedrag (VOG). Het is aan de organisaties dan wel de sector
zelf om de VOG verplicht te stellen.
Op dit moment onderzoekt het Ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking met
het Ministerie van Justitie en Veiligheid de mogelijkheden om het gebruik van de VOG
te faciliteren voor Nederlandse hulporganisaties. Inzet is om gezamenlijk met uitvoeringsinstantie
COVOG van JenV functieprofielen te maken ten behoeve van screening van werknemers
en vrijwilligers waarbij SEAH een risico is.
Vraag 8
Ziet u in deze recente misstanden aanleiding om alle aanbevelingen uit het Ecorys-rapport
uit 2020, waaronder het instellen van een verbod op weeshuistoerisme, opnieuw te onderzoeken?2
Antwoord 8
De aanbevelingen uit het Ecorys-rapport uit 2020 zijn onderzocht en waar mogelijk
opgevolgd. Er is in samenwerking met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Financiën onderzocht
welke van de genoemde handelingsperspectieven realistisch, wenselijk en haalbaar zijn
en welke concrete acties hieraan verbonden kunnen worden. Er is geen aanleiding voor
nieuw onderzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.