Overig : Verslag van de eerste plenaire zitting 2023 van de Benelux Interparlementaire Assemblee
36 287 Parlementaire Vergadering van de Benelux Interparlementaire Assemblee
B/ Nr. 2
VERSLAG VAN DE EERSTE PLENAIRE ZITTING 2023
Vastgesteld 13 april 2023
1. Inleiding
Een delegatie van vijftien Kamerleden nam op 17 en 18 maart 2023 deel aan de eerste
plenaire zitting van de Benelux Interparlementaire Assemblee onder Nederlands voorzitterschap
te Den Haag.1
De delegatie bestond uit de Eerste Kamerleden Pim van Ballekom (VVD), Mirjam de Blécourt-Wouterse
(VVD), Saskia Kluit (GroenLinks), Gala Veldhoen (GroenLinks), Carla Moonen (D66),
Bob van Pareren (Fractie-Nanninga), Ton van Kesteren (PVV), Alexander van Hattem (PVV),
Rik Janssen (SP), Hendrik-Jan Talsma (delegatieleider, ChristenUnie) en de Tweede
Kamerleden Roelien Kamminga (VVD), Jan Klink (VVD), Daan de Kort (VVD), Thom van Campen
(VVD) en Faissal Boulakjar (D66).
Naast de Luxemburgse en Belgische parlementariërs woonden ook de voorzitter, vicevoorzitter
en de secretaris-generaal van de Baltische Assemblee de zitting bij. Centraal stond
het themadebat over de grensoverschrijdend treinverkeer voor personen. Minister Hoekstra
van Buitenlandse Zaken lichtte de prioriteiten van het Nederlandse voorzitterschap
van de Benelux Unie toe. Op zaterdag werden twee aanbevelingen en een verklaring over
Oekraïne aangenomen en werd het voorzitterschap van Van Ballekom bekrachtigd.
2. Nederlandse interventies in plenaire debatten
Het themadebat op vrijdag 17 maart ging over de spoorwegagenda voor reizigersvervoer
in de Benelux. Alvorens over te gaan tot het themadebat werden de ongeveer dertig
parlementsleden uit de drie Benelux-landen welkom geheten in de Eerste Kamer door
Voorzitter Jan Anthonie Bruijn en door de tijdelijke voorzitter van het Beneluxparlement,
senator Pim van Ballekom. In zijn toespraak ging Bruijn onder meer in op de Provinciale
Statenverkiezingen van afgelopen woensdag en de relatie tussen de provinciale staten
en de Eerste Kamer. Ook noemde hij de onlangs overleden senator Peter Ester (ChristenUnie),
die Ondervoorzitter was van het Beneluxparlement. «De zorgvuldige manier waarop hij
politiek bedreef, is een voorbeeld voor ons allen», aldus Bruijn.
Bij de aftrap voor het themadebat memoreerde de Belgische rapporteur de heer Jef van
den Bergh het feit dat 10 jaar geleden de Fyra uit dienst is genomen en er nog geen
goed alternatief voor in de plaats is gekomen. Hierna kwamen de politiek verantwoordelijken
voor reizigersvervoer en mobiliteit uit de drie Benelux landen en reizigersorganisaties
aan het woord. Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat
benadrukte dat internationaal spoorvervoer momenteel hoog op de politieke agenda staat.
Volgens haar moeten we grensgebieden meer beschouwen als één arbeidsregio waardoor
maatregelen om grensbarrières weg te nemen vanzelfsprekend wordt. «Dit is niet altijd
makkelijk. Daarom zet ik me in om te zoeken naar slimme verbeteringen. Daar waar al
bestaand spoor ligt, kan het relatief gemakkelijk zijn om kansen te verzilveren»,
aldus de Staatssecretaris. Als voorbeeld noemde ze de Drielandentrein tussen Aaken,
Heerlen, Maastricht en Luik, waartoe eerder die week is besloten. Ook liet de Staatssecretaris
weten dat, zoals aangegeven in de brief bij het Werkprogramma Internationaal Spoor,
te werken aan een strategie die ze hoopt in de tweede helft van 2023 te kunnen presenteren.
Freek Bos, directeur van de Nederlandse reizigersorganisatie Rover vroeg de parlementsleden
aan te sturen op betaalbaar treinvervoer. Ook onderstreepte hij dat het vreemd is
dat zodra de trein de grens overgaat treinreizigers een grenstoeslag moeten betalen
terwijl reizigers in de auto niets merken van de grens. In de gedachtewisseling vroeg
Daan de Kort (VVD) verbetering van de toegankelijkheid van de treinen voor mensen
met een beperking, die vaak afhankelijk zijn van het openbaar vervoer, en Van Pareren
vroeg naar de personeelstekorten bij de spoorwegen.
Op zaterdagochtend 18 maart bespraken de Leden een concept verklaring over de situatie
in Oekraïne. Dit in navolging van de verklaring die was aangenomen door de leden van
de Baltische Assemblee waarmee het Beneluxparlement nauwe banden onderhoudt. Na een
toelichting op de concept tekst door de Belgische voorzitter van de commissie Buitenlandse
Zaken de heer Vanlouwe merkte de heer Van Pareren op dat hij de veroordeling van de
deportatie van kinderen uit Oekraïne naar Rusland en het oprichten van een speciaal
tribunaal voor de oorlogsmisdaden van Rusland opgenomen zou willen zien in de verklaring.
Carlo Moonen sloot zich aan bij dit verzoek en de heer Vanlouwe nam de aanvullingen
over. De heer Van Hattem uitte zijn zorgen over de open formulering van de passage
over militaire hulp. Hoe verstrekkend is dat vroeg hij de heer Vanlouwe, die liet
weten dat militaire hulp een bilaterale aangelegenheid is en blijft. In de met algemene
stemmen aangenomen verklaring over de Russische agressie in Oekraïne veroordeelt het
Beneluxparlement de Russische agressie en de grote gevolgen daarvan voor bepaalde
kwetsbare groepen waaronder vrouwen, kinderen, nationale en etnische minderheden.
Ook verwijst de verklaring naar het uitgevaardigde arrestatiebevel van het Internationaal
Strafhof tegen de Russische president (als bijlage toegevoegd aan dit verslag). Ter
kennisneming werd de verklaring aangeboden aan de Baltische Assemblee.
Hierna bespraken de Leden hun reguliere werkzaamheden. Als eerste bespraken de parlementsleden
een aanbeveling over desinformatie (als bijlage toegevoegd aan dit verslag). Deze
roept de regeringen van de drie landen onder meer op om de samenwerking op dit onderwerp
te intensiveren en samen actie te ondernemen om de content exchange platforms van de klassieke media en de sociale netwerken te wijzen op hun verantwoordelijkheden,
kwaliteitsjournalistiek en mediaopvoeding te stimuleren waar mogelijk, en aandacht
te hebben voor de vrijheid van meningsuiting en andere grondrechten bij de implementatie
van de Digital Services Act (DSA). Mevrouw Kamminga wees erop dat in de Tweede Kamer
de commissie Digitale Zaken zich hiermee bezig houdt en er binnenkort een werkbezoek
aan Estland plaatsvindt ter verdieping van dit thema. De heer Van Kesteren uitte zijn
twijfels over media in het onderwijs en verwees in deze context naar het voorbeeld
van Ongehoord Nederland, dat onwelgevallig nieuws brengt en daardoor wordt tegengewerkt.
Vervolgens werd de aanbeveling van rapporteur Rik Janssen over overstromingen en waterbeheer
besproken (als bijlage toegevoegd aan dit verslag). Hierin worden de regeringen gevraagd
zorg te dragen voor adequate schadeafhandeling in geval van overstromingen en andere
natuurrampen zowel aan de particuliere kant als aan de kant van de overheid.
De heer Van Hattem gaf aan enkele bedenkingen te hebben over renaturatie waarbij het
meer gaat om natuurdoelstellingen dan waterbeheer en waterveiligheid. Als voorbeeld
noemde hij De Peel, waar dat grote gevolgen voor het gebied zou hebben. De rapporteurs
lieten weten dat het pleidooi voor renaturatie de Hoogvenen betreft die de sponsfunctie
niet kunnen waarmaken. «De natuur is een inleiding, maar het voornaamste doel is het
waterretentievermogen om te voorkomen dat het sponseffect verdwijnt,» aldus Janssen.
De aanbeveling beoogt een signaal af te geven naar de regeringen om aan te zetten
tot handelen ter voorkoming van overstromingen. De heer Van Pareren wees erop dat
er grote vertraging is in de schadeafwikkeling en stelde een dwingender formulering
van adequate mechanismen voor schadeafhandeling voor. De rapporteurs stelden voor
na ontvangst van de reactie van de regering dit punt indien nodig aan te scherpen.
De aanbeveling werd met algemene stemmen aangenomen en zal ook worden neergelegd bij
de regeringen van Duitsland en Frankrijk.
3. Overige
Prioriteiten Nederlands voorzitterschap
Op vrijdagmiddag 17 maart presenteerde Minister Wopke Hoekstra2, als voorzitter van het Comité van Ministers van de Benelux Unie, de prioriteiten
voor 2023.
«Sinds de oprichting is de Benelux ook binnen die Europese context steeds een voorloper
geweest, maar om in die positie te blijven is het wel noodzakelijk dat we verder investeren
in onze samenwerking,» zei hij. Minister Hoekstra stelde dat de focus gaat liggen
op het versterken van de interne markt, de duurzame energietransitie, betere grensoverschrijdende
samenwerking en veiligheid en migratie. Als voorbeeld noemde hij dat Nederland de
bekendheid wil vergroten van de juridische instrumenten die de Benelux ter beschikking
heeft. «Er is meer mogelijk dan de meeste mensen denken, en het is van belang het
volledige juridische instrumentarium van de Benelux te benutten, bijvoorbeeld als
het gaat over grensoverschrijdende uitdagingen,» zei Minister Hoekstra. Daarnaast
zal in het kader van bredere politieke samenwerking, vaker gezamenlijk worden opgetrokken
in Benelux-verband voegde hij daar aan toe. «Al decennia lang laten wij op het Europese
en wereldtoneel zien dat je samen sterker staat. Ook dit jaar zullen we ons weer inspannen
om voorop te lopen op de thema’s die ons continent de komende decennia zullen vormen.
Want daar gaat het om,» sloot hij af.
Verklaring telewerk
Op zaterdag 18 maart sprak het Beneluxparlement over grensoverschrijdend telewerk
wat sinds de coronapandemie enorm is toegenomen, ook bij grenswerknemers. Voor (grens-)werknemers
brengt dit administratieve problemen mee. Het Beneluxparlement deed daarom een oproep
aan de Europese Unie om, samen met de sociale partners, op het Europese niveau dringend
een oplossing uit te werken voor de fiscale en sociaalrechtelijke problemen op het
punt van grensoverschrijdend telewerk, waarbij gelijke behandeling voorop staat en
discriminatie wordt vermeden, en waarbij een eenvormige definitie wordt gehanteerd
van het begrip «telewerk» (als bijlage toegevoegd aan dit verslag).
Bekrachtiging voorzitter Beneluxparlement
Aan het einde van de zitting werd door Henkdrik-Jan Talsma namens de Nederlandse delegatie
de heer Van Ballekom voorgedragen voor het voorzitterschap van het Beneluxparlement.
De leden van het Beneluxparlement stemden hier unaniem mee in. Van Ballekom was vanaf
januari voorzitter ad interim- in verband met het overlijden van Peter Ester, die
de beoogde voorzitter was.
De voorzitter van de delegatie, Talsma
De griffier van de delegatie, Bakker-de Jong
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Bakker-de Jong, griffier