Schriftelijke vragen : Duizenden gezinnen die al jarenlang leven van een inkomen onder het niveau van een bijstandsuitkering omdat de regelingen niet op elkaar aansluiten
Vragen van het lid Maatoug (GroenLinks) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Staatssecretarissen van Financiën over duizenden gezinnen die al jarenlang leven van een inkomen onder het niveau van een bijstandsuitkering omdat de regelingen niet op elkaar aansluiten (ingezonden 12 april 2023).
Vraag 1
Bent u het ermee eens dat het feit dat gezinnen met een loongerelateerde uitkering
door aanvulling tot het sociaal minimum te maken kunnen krijgen met de afbouw van
toeslagen, waardoor zij minder netto inkomen overhouden dan een koppel in de bijstand,
vraagt om een structurele oplossing zonder aanvullende complexe regelingen die de
betreffende mensen apart moeten aanvragen?
Vraag 2
Klopt het dat de enige mogelijke structurele oplossingen die aan deze voorwaarden
voldoen het afschaffen van de toeslagen, of het afschaffen van de dubbele algemene
heffingskorting (AHK) in het referentieminimumloon zijn?
Vraag 3
In hoeverre beoordeelt u het huidige sociaal minimum als toereikend?
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het versneld afschaffen van de dubbele AHK in het referentieminimumloon
zonder compensatie voor de groep mensen die er daardoor op achteruit zou gaan onwenselijk
zou zijn?
Vraag 5
Zou het mogelijk zijn de dubbele AHK in het referentieminimumloon versneld af te bouwen
zonder negatieve inkomenseffecten voor de betrokken groep door de minimumuitkeringen
op een andere manier te verhogen, bijvoorbeeld via de algemene heffingskorting (AHK)
of het wettelijk minimumloon (WML)?
Vraag 6
Ziet u nog andere mogelijkheden voor compensatie?
Vraag 7
Klopt het dat het doel van de Wet Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting
in het referentieminimumloon was dat werken bleef lonen ten opzichte van een minimumuitkering,
en dat het gat tussen het wettelijk minimumloon en een minimumuitkering niet te klein
werd?
Vraag 8
Zijn destijds andere opties overwogen om dat doel te bereiken? Waarom is niet voor
die andere opties gekozen?
Vraag 9
Kunt u in een tabel weergeven hoeveel de arbeidskorting sinds 2011 verhoogd is, met
zowel het budgettair beslag per jaar als de maximale korting?
Vraag 10
Klopt het dat het verschil tussen de minimumuitkeringen en het wettelijk minimumloon
door de verhogingen van de arbeidskorting steeds groter is geworden?
Vraag 11
Bent u van mening dat daarmee het doel van de Wet Geleidelijke afbouw eigenlijk al
lang is bereikt?
Vraag 12
Kunt u berekenen hoeveel de dubbele AHK in het referentieminimumloon voor de bijstand
verlaagd had kunnen worden zonder de uitkering te verlagen als de extra structurele
middelen voor de arbeidskorting per 2023 (€3,4 miljard) in plaats daarvan waren ingezet
om de algemene heffingskorting te verhogen? En als in plaats van de eerdere verhoging
van de arbeidskorting ook de algemene heffingskorting was verhoogd?
Vraag 13
Kunt u tabellen maken voor twee situaties: één waarin het budget van de meest recente
verhoging van de arbeidskorting (in plaats van voor die verhoging) wordt ingezet voor
het verhogen van het afbouwpunt van de AHK naar het WML en het overgebleven budget
voor verhoging van het maximum, en één waarin het budget van alle verhogingen van
de arbeidskorting sinds 2011 op die wijze ingezet worden?
Vraag 14
Kunt u in deze tabellen een vergelijking maken van de totale netto inkomsten van enkele
voorbeeldhuishoudens? Kunt u daarbij de volgende bedragen weergeven:
a. Het bruto inkomen
b. De loonbelasting (schijftarief)
c. De algemene heffingskorting
d. Het netto inkomen na belastingen (a-b+c)
e. Het recht op huurtoeslag
f. Het recht op zorgtoeslag
g. De netto waarde van de tegemoetkomingen waar een (echt)paar in de bijstand gemiddeld
recht op heeft in 2023 in de stad Utrecht?
h. De totale inkomsten (d + e + f + g),
voor de volgende voorbeeldhuishoudens:
a. Een koppel met een bijstandsuitkering
b. Een echtpaar met een partner die een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft die netto
gelijk is aan de netto bijstandsuitkering voor een echtpaar en een zieke partner zonder
inkomen
c. Een echtpaar met een partner die een arbeidsongeschiktheidsinkomen heeft van 40.000
euro en een zieke partner zonder inkomen
d. Een echtpaar met een partner in loondienst die het wettelijk minimumloon verdient
en een partner zonder inkomen?
Vraag 15
Kunt u bij de vergelijking uitgaan van de bewoning van een sociale huurwoning met
een huur van 720 euro per maand en van een eigen vermogen onder de grens voor de huurtoeslag?
Vraag 16
Bent u bereid om een deel van de arbeidskorting over te hevelen naar de algemene heffingskorting,
opdat ook mensen met een loongerelateerde uitkering profijt hebben van de ingezette
lastenverlichting?
Vraag 17
Bent u bereid het wettelijk minimumloon te verhogen om de dubbele heffingskorting
in het referentieminimumloon eerder af te kunnen bouwen en tegelijkertijd werken meer
lonend te maken?
Vraag 18
Kunt u berekenen hoeveel het wettelijk minimumloon omhoog zou moeten om de dubbele
heffingskorting in het referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) af
te kunnen schaffen zonder dat de AOW-uitkering daalt?
Vraag 19
Kunt u berekenen wat het budgettaire effect zou zijn van een dergelijke verhoging
van het WML, gecombineerd met volledige afschaffing van de dubbele heffingskorting
in het referentieminimumloon voor zowel de bijstand als de AOW?
Vraag 20
Kunt u een tabel maken met een vergelijking van de totale netto inkomsten van enkele
voorbeeldhuishoudens in de situatie zoals geschetst in vraag 19? Kunt u in deze tabel
dezelfde bedragen en dezelfde huishoudens weergeven als in vraag 14?
Vraag 21
Deelt u de mening dat de groep mensen die geraakt worden door deze samenloop van regelingen
zo snel mogelijk geholpen moeten worden? Kunt u uitleggen hoe en in hoeverre gemeenten
budgettair ondersteund worden om de groep mensen van wie nu al bekend is dat zij problemen
ondervinden hulp te bieden?
Vraag 22
Kunt u aangeven wat het budgettaire beslag zou zijn van het tegemoetkomen van deze
groep (van 10.000 mensen) via de bijzondere bijstand?
Indieners
-
Gericht aan
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
Indiener
S. Maatoug, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.