Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij en Ceder over sekse- en familie-gerelateerde aspecten rondom christenvervolging
Vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over sekse- en familie-gerelateerde aspecten rondom christenvervolging (ingezonden 15 maart 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 11 april 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport «A web of forces – The 2023 gender report» van
Open Doors International?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de belangrijkste bevindingen in het rapport, namelijk dat:
• in Latijns-Amerikaanse landen als Colombia en Mexico juist jongens en mannen bijzonder
getroffen worden door vormen van christenvervolging
• sub-Sahara Afrika, en met name Nigeria, de meest dodelijke regio is voor christelijke
mannen;
• digitale middelen in toenemende mate worden ingezet voor «controleren» van christelijke
vrouwen door niet-christelijke familieleden;
• christelijke vrouwen met een moslimachtergrond het meeste risico lopen op gedwongen
huwelijken of gedwongen echtscheidingen; en
• een scala aan vijandige krachten de stabiliteit van christelijke families in het algemeen
kan ondermijnen
Antwoord 2
Die bevindingen vind ik belangrijk en uiterst zorgwekkend. Waar mensenrechten worden
geschonden, komen democratie en de bredere rechtsorde in gevaar. Nederland staat pal
voor het mensenrecht op vrijheid van religie en levensovertuiging–dat betekent ook
dat mensen vrij zouden moeten zijn van controle, dwang en andere vijandige krachten,
ook voor deze groepen in deze landen. Daar zet dit Kabinet zich dan ook voor in.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de vijf belangrijkste «drukpunten» die gebruikt worden tegen christelijke
mannen, variërend van gevangenschap tot fysiek geweld?
Antwoord 3
Het kabinet beschouwt het gebruik van deze drukpunten als verwerpelijk en in strijd
met de vrijheid van religie en levensovertuiging. Nederland zet zich ervoor in dat
iedereen zonder angst of discriminatie in vrijheid hun geloof of levensovertuiging
kan uitoefenen en stelt schendingen tegen dit beginsel aan de orde.
Vraag 4
Herkent u daarnaast de vijf belangrijkste «drukpunten» die gebruikt worden tegen christelijke
vrouwen, variërend van gedwongen huwelijken tot seksueel geweld? En beaamt u dat vrouwenrechten
en religieuze vrijheid niet tegenstrijdig, maar wederzijds versterkend zijn?
Antwoord 4
De mensenrechten zoals geformuleerd in de Universele Verklaring voor de Rechten van
de Mens zijn universeel, complementair en hangen onderling samen: de vrijheid van
religie en levensovertuiging en de rechten van vrouwen/meisjes versterken elkaar.
Het kabinet veroordeelt geweld op basis van deze mensenrechten in welke vorm dan ook.
Vraag 5
Hoe is of wordt binnen de Nederlandse inzet voor godsdienstvrijheid wereldwijd rekening
gehouden met de vijf «hoofdbevindingen» en de analyses van «drukpunten» in het rapport,
met name in contacten met de landen die opgesomd worden op pagina’s 7 en 9 en aanbeveling
2 op pagina 28?
Antwoord 5
In bilateraal en multilateraal verband stelt Nederland waar nodig altijd de mensenrechtensituatie
aan de kaak. De mensenrechtenambassadeur en de speciaal gezant voor vrijheid van religie
en levensovertuiging spelen een belangrijke rol bij het opbrengen van deze zorgen.
Dit wordt in onderlinge afstemming gedaan (zie antwoord vraag 4).
Vraag 6
Welke aanknopingspunten voor dialoog ziet u in de ratificatie en implementatie van
relevante internationale verdragen door deze landen in eigen wetgeving en beleid,
zoals uiteengezet op pagina 11?
Antwoord 6
Nederland is partij bij de genoemde verdragen. De stand van zaken ten aanzien van
de toetreding tot en implementatie van deze mensenrechtenverdragen in derde landen
is een vertrekpunt voor dialoog. Dit gebeurt in bilateraal alsook in multilateraal
verband, bijvoorbeeld in de Mensenrechtenraad en de 3e Commissie van de Verenigde Naties- onder meer via het Universal Periodic Review-systeem.
Vraag 7
Kunt u expliciet ingaan op de wijze waarop u in dialoog bent of gaat met landen in
de Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) regio inzake het tegengaan van misstanden
zoals seksueel geweld tegen vrouwen en gedwongen bekeringen van het christendom naar
de islam?
Antwoord 7
Gelijke rechten van vrouwen en meisjes en de vrijheid van religie en levensovertuiging
(inclusief vrijwillige bekering en afvalligheid) maken voortdurend deel uit van de
mensenrechteninzet van het kabinet, ook in het Midden-Oosten. Dit gebeurt naar gelang
de gelegenheid zich voordoet in bilateraal of multilateraal verband, via stille of
publieke diplomatie. Zo zijn er op 8 maart jl., internationale vrouwendag, op initiatief
van Nederland nieuwe EU-sancties aangekondigd tegen personen en entiteiten die seksueel
geweld als wapen gebruiken. Tevens heeft Nederland ten aanzien van Iran tijdens de
MRR zorgen uitgesproken over de meldingen van seksueel en gender gerelateerd geweld
tegen vrouwen in detentie.
Ook organiseerde Nederland in Libië, samen met de VN en Zwitserland, een webinar voor Libische autoriteiten en vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap
om een conceptvoorstel voor nieuwe wetgeving gericht op het voorkomen en vervolgen
van geweld tegen vrouwen te bespreken. Doel van de sessie was de steun en lobby voor
deze wetgeving te vergroten en zodoende geweld tegen vrouwen in Libië te verminderen.
Vraag 8
Bent u bereid religie als, soms verborgen, reden voor vervolging en discriminatie
breed en structureel mee te wegen in de vormgeving van mensenrechtenprojecten?
Antwoord 8
Ja, dit komt overeen met de zienswijze van het kabinet. Nederland financiert verschillende
grote mensenrechtenprojecten en -programma’s op het gebied van vrijheid van religie
en levensovertuiging. Voorts zijn er zijn strikte richtlijnen en gedragscodes om discriminatie
tegen te gaan bij het aangaan van Nederlandse financiering voor projecten in het algemeen.
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u voor het versterken van de inzet door Nederland op praktische
hulp aan vervolgde christenen, bijvoorbeeld middels het (helpen) voorzien in veilige
schuilplaatsen en/of sociaaleconomische behoeften? Wat doet Nederland en wat doet
de EU reeds op dit vlak?
Antwoord 9
Het kabinet zet zich hier al sterk voor in. Zo financiert Nederland bijvoorbeeld het
Shelter City programma en verschillende Power of Voices programma’s om het maatschappelijk middenveld in verschillende landen te versterken
en middelen te geven om hun werk uit te kunnen voeren. Ook zijn recentelijk de Safety for Voices programma’s gestart om mensenrechtenverdedigers in benarde situaties te ondersteunen
in hun fysieke en digitale veiligheid en mentale welzijn. Dit geldt ook voor mensenrechtenverdedigers
die gevaar lopen op het gebied van vrijheid van religie en levensovertuiging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.