Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bushoff en Van der Graaf over de afname van het aantal stembureaus
Vragen van de leden Bushoff (PvdA) en Van der Graaf (CU) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de afname van het aantal stembureaus (ingezonden 15 maart 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
7 april 2023).
Vraag 1
Kent u de berichten «Minder stembureaus dan in 2019, maar wel beter toegankelijk»1 en «Fors minder stembureaus dan vier jaar geleden in Veendam»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u een overzicht van welke gemeenten minder stembureaus hebben ingericht? Zo
ja, kunt u dat de Kamer doen toekomen? Zo nee, kunt u daarvoor zorgen?
Antwoord 2
Een overzicht van welke gemeenten minder stembureaus hebben ingericht is nog niet
beschikbaar. In het kader van de evaluatie van de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen
doe ik hier onderzoek naar. In dit onderzoek maak ik onderscheid tussen de spreiding
van stemlokalen en de aantallen stembureaus. Een stemlokaal is een locatie (zoals
een gebouw of een ruimte in een gebouw) waar eens stembureau is gevestigd. Het kan
voorkomen dat in een stemlokaal meerdere stembureaus zijn gevestigd. Daardoor zou
het kunnen voorkomen dat een gemeente minder stembureaus heeft ingesteld, maar dat
het aantal stemlokalen niet is afgenomen. Daarom doe ik in de evaluatie van de provinciale
staten- en waterschapsverkiezingen onderzoek naar dit onderwerp.
Bij de uitkomsten van de evaluatie kan ik u een overzicht doen toekomen van de wijzigingen
in het aantal stembureaus per gemeente ten opzichte van de provinciale staten- en
waterschapsverkiezingen in 2019. De uitkomsten van het evaluatieonderzoek verwacht
ik u in september te kunnen toezenden.
Vraag 3
Hoe verhoudt de afname zich tot uw streven om het aantal stembureaus op peil te laten
blijven en de aangenomen motie Van Raak waarin de regering wordt gevraagd ervoor te
zorgen dat het aantal stembureaus niet afneemt?3
Antwoord 3
Ik veronderstel dat met deze vraag bedoeld wordt de aangenomen motie Van Raak van
14 oktober 2020 (Kamerstukken II, 2020/21, 35 590 nr. 15). De aangenomen motie Van Raak is ingediend in het wetgevingsoverleg over de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19. De motie werd ingediend vanuit de aansporing van gemeenten
om binnen de covid-19 omstandigheden van dat moment voldoende mogelijkheden te realiseren
om te stemmen. In de brief over de uitkomsten van de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing
in 20214 is mijn ambtsvoorganger ingegaan op de uitvoering van deze motie, waarmee deze is
uitgevoerd.
Dat de motie is uitgevoerd laat onverlet dat gemeenten de verantwoordelijkheid hebben
voor voldoende stemlokalen te zorgen. Gemeenten hebben immers de wettelijke verantwoordelijkheid
om stemlokalen aan te wijzen. In de evaluatie van deze verkiezingen onderzoek ik de
aantallen stembureaus en de spreiding van stemlokalen. Op basis van de uitkomsten
van de evaluatie zal ik mijn standpunt nader bepalen.
Vraag 4
Hoe was de gemiddelde afstand tot een stembureau bij de recente verkiezingen en hoe
verhoudt zich dat tot de afstand die gemeten werd na de gemeenteraadsverkiezingen
van 2022?5
Antwoord 4
Bij de evaluatie van de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen wordt de spreiding
van stemlokalen onderzocht. In mijn rapportage aan uw Kamer zal ik de uitkomsten van
dit onderzoek vergelijken met de gemiddelde afstand tot een stembureau bij de gemeenteraadsverkiezingen
2022.
Vraag 5
Is er een verband bekend tussen de opkomst bij verkiezingen en het aantal stembureaus
en de afstand tot stembureaus? Zo ja, over welke gegevens beschikt u? Zo nee, kunt
dit alsnog laten onderzoeken?
Antwoord 5
In het onderzoek naar de spreiding van stemlokalen wordt ook onderzoek gedaan naar
de opkomst bij deze verkiezingen en de spreiding van stemlokalen. De uitkomsten van
dit onderzoek worden met de uitkomsten van de evaluatie met uw Kamer gedeeld. De uitkomsten
van het evaluatieonderzoek verwacht ik u in september te kunnen toezenden.
Vraag 6
Is er in gemeenten met minder stembureaus minder gestemd dan bij de vorige Provinciale
Statenverkiezingen? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Antwoord 6
Binnen de evaluatie van deze provinciale staten- en waterschapsverkiezingen onderzoek
ik of er een correlatie is tussen de opkomst en de aantallen stembureaus binnen gemeenten.
Daarmee is uiteraard nog geen oorzakelijk verband gegeven. De uitkomsten van het evaluatieonderzoek
verwacht ik u in september te kunnen toezenden.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het feit dat het aantal stembureaus in wijken met goedkopere woningen
sterker gedaald is dan in wijken met dure woningen?
Antwoord 7
Voorop staat dat de verkiezingen voor iedereen zoveel als mogelijk toegankelijk moeten
zijn. Voor gemeenten is het van belang of locaties geschikt zijn als stemlokaal. Na
twee verkiezingen met coronamaatregelen hebben gemeenten hun bestand met stemlokalen
veelal herijkt. Uit het evaluatieonderzoek moet blijken of de gemelde daling van het
aantal stembureaus klopt. Hierbij wordt onderzocht of de spreiding tussen stemlokalen
in bepaalde wijken groter was dan in andere wijken. Uit het onderzoek zal ook moeten
blijken of indien in een gemeente het aantal stembureaus is gedaald, dit ook betekent
dat het aantal locaties is gedaald. In een aantal gevallen kan het ook zo zijn dat
waar voorheen op een locatie twee stembureaus waren gevestigd, er nu nog maar één
stembureau was. Uit de evaluatie zal moeten blijken of per gemeente het aantal locaties
en stembureaus daalt en/of stijgt en of daar de (lokale) factoren voor aan te wijzen
zijn.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het niet van de sociaaleconomische status van een wijk afhankelijk
mag zijn hoeveel stembureaus er zijn? Zo ja, wat gaat u doen om gemeenten die hier
verschil in maken te corrigeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het is een wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeenten om te zorgen dat er voldoende
stemlokalen worden aangewezen. Gemeenten maken verschillende afwegingen die vaak gericht
zijn op onder andere de geschiktheid van locaties en de bevolkingsdichtheid in een
buurt. Of dat ertoe leidt dat in wijken met een lagere sociaaleconomische status (met
goedkopere huizen, of lagere inkomens) minder stemlokalen worden ingericht moet uit
het evaluatieonderzoek blijken.
Vraag 9
Is er een verband tussen de sociaaleconomische status van een wijk en het opkomstpercentage?
Zo ja, wat is dat verband? En als u niet over dergelijke informatie beschikt, kunt
u dit alsnog laten onderzoeken?
Antwoord 9
In 2022 heeft het Lokaal Kiezersonderzoek de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen
onderzocht. In dit onderzoek is ingegaan op de verschillende kenmerken van groepen
niet-stemmers. De onderzoekers gaan hierbij in op de verschillende sociaaleconomische
en demografische verklaringen. Verklaringen voor het wel of niet stemmen worden onder
andere gevonden in het opleidingsniveau, de leeftijd en het inkomen van kiezers. Hierbij
spelen ook andere factoren een rol zoals de afstand tot de politiek, bijvoorbeeld
als gevolg van een verhuizing.6
Vraag 10
Deelt u de mening dat het aantal stembureaus ten minste op peil moet blijven? Zo ja,
wat gaat u doen om er voor te zorgen dat bij volgende verkiezingen het aantal stembureaus
tenminste weer op het oude niveau wordt teruggebracht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Het is een wettelijke verantwoordelijkheid van gemeenten om te zorgen voor voldoende
stemlokalen. Hierin spelen veel verschillende factoren een rol, die mede beïnvloed
worden door de lokale omstandigheden (zoals geschiktheid van locaties). Gemeenten
kunnen daarom ook het beste beslissen welke stemlokalen zij aanwijzen. Door alleen
te stellen dat het aantal stemlokalen op peil moet blijven wordt een kwantitatieve
maatstaf gesteld die mogelijk niet in iedere situatie uitvoerbaar is. Zoals ik in
mijn reactie op vraag vijf van het lid Leijten (SP) reageerde doe ik onderzoek naar
de spreiding van stemlokalen en zal ik op basis van de uitkomsten van dit onderzoek
mijn standpunt nader bepalen.
Vraag 11
Wat gaat u doen om er voor te zorgen dat gemeenten met lage scores ten aanzien van
het aantal rolstoeltoegankelijke stembureaus meer toegankelijke stembureaus gaan krijgen
en daarbij een voorbeeld nemen aan het gelukkig overgrote deel van de gemeenten die
wel zorgt voor toegankelijke stembureaus?
Antwoord 11
Toegankelijkheid van verkiezingen voor alle kiezers is van wezenlijk belang. Bij elke
verkiezing wordt daarom, middels het Actieplan toegankelijk stemmen, extra aandacht
geschonken aan het bevorderen van de (fysieke) toegankelijkheid van de verkiezing.
Voorafgaand aan de afgelopen verkiezingen heeft het Ministerie van BZK in samenwerking
met de VNG, de NVVB en een aantal belangenorganisaties een reeks regionale bijeenkomsten
georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten gingen gemeenteambtenaren met ervaringsdeskundigen
en experts in gesprek en wisselden ervaringen en praktische tips uit om de toegankelijkheid
verder te verbeteren. Ook heeft het Ministerie van BZK eenmalig 2,7 miljoen euro ter
beschikking gesteld aan gemeenten ter bevordering van de toegankelijkheid van de verkiezingen.
Gemeenten konden zelf bepalen voor welke maatregelen zij dit geld gebruikten ter bevordering
van de toegankelijkheid.
In aanloop naar de volgende verkiezingen zal opnieuw bekeken worden hoe invulling
gegeven kan worden aan het Actieplan toegankelijk stemmen.
Niet alle stembureaus kunnen voldoen aan de criteria voor fysieke toegankelijkheid.
Die criteria zijn strikt, dit is omdat een drempel die een centimeter te hoog is,
of een hellingbaan die te stijl is, er al voor kan zorgen dat een kiezer in een rolstoel
niet zelfstandig het stemlokaal binnenkomt. In de praktijk blijkt het moeilijk om
alle stemlokalen op alle onderdelen aan de criteria te laten voldoen. Stemlokalen
worden immers ingericht in bestaande, soms oude, gebouwen die vaak niet eenvoudig
kunnen worden aangepast. In buurten waar geen alternatieve locaties beschikbaar zijn,
zou het sluiten van deze stemlokalen ertoe leiden dat kiezers in een andere buurt
moeten gaan stemmen. Het college legt verantwoording af aan de gemeenteraad welke
stemlokalen niet voldoen, en gemeenten wordt gevraagd daarover duidelijk te communiceren
naar de kiezer. Via www.waarismijnstemlokaal.nl is het voor kiezers zichtbaar welke stemlokalen toegankelijk zijn voor rolstoelen
en welke stemlokalen dat niet zijn.
Vraag 12
Kent u het initiatief van de provincies Drenthe en Groningen om gratis taxi’s in te
zetten voor bewoners die anders niet op eigen gelegenheid naar een stembureau kunnen?7 Deelt u de mening dat dit een goed initiatief is en dat dat niet alleen in het geval
het OV staakt zou moeten worden gedaan? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat er meer
provincies of gemeenten bij volgende verkiezingen gratis taxi’s beschikbaar gaan stellen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ik heb hier kennis van genomen en vond dit een goede maatregel die paste in de oproep
die ik heb gedaan om de eventuele gevolgen van de staking van het streekvervoer zoveel
mogelijk op te vangen met alternatief vervoer. Deze provincies hebben dit initiatief
genomen vanwege de staking van het streekvervoer, en de rol die de provincie heeft
ten aanzien van het regionaal vervoer. Uit mediaberichten is mij gebleken dat van
dit initiatief op zichzelf niet veelvuldig gebruik is gemaakt.
De organisatie van verkiezingen is belegd bij de gemeenten. Er zijn ook voorbeelden
van gemeenten die diensten aanbieden om kiezers, die dat zelf niet kunnen, naar het
stembureau te brengen. Dit gebeurde ook al bij eerdere verkiezingen. Gemeenten bieden
dit bijvoorbeeld aan om blinden en slechtziende kiezers naar een stemlokaal te brengen
waar gestemd kan worden met behulp van een stemmal. Ik moedig dit soort initiatieven
aan, onder andere door goede voorbeelden te delen en verder te verspreiden. Hoe gemeenten
werken aan de toegankelijkheid van verkiezingen is aan hen zelf, zij hebben daarin
een zelfstandige bevoegdheid.
Vraag 13
Kent u meer goede provinciale of gemeentelijke initiatieven om kiezers tot stemmen
te stimuleren of hen daarbij de faciliteren? Zo ja, welke zijn dat? Kunt u er zorg
voor dragen dat die initiatieven bij andere provincies en gemeenten bekend en gestimuleerd
worden? En indien u geen overzicht van dergelijke initiatieven heeft, kun u daar dan
alsnog voor zorgen en onder de aandacht brengen?
Antwoord 13
Tijdens de regionale bijeenkomsten toegankelijke verkiezingen die eind 2022 door het
ministerie zijn georganiseerd op zes verschillende locaties in het land wisselden
gemeenten en belangen organisaties onderling en met elkaar goede voorbeelden uit over
hoe zij werken aan het verbeteren van de toegankelijkheid van verkiezingen voor mensen
met een beperking. Van deze bijeenkomsten is een integraal verslag gemaakt waarin
de voornaamste en meest besproken tips en ervaringen zijn opgenomen. Dit verslag is
via een nieuwsbrief van BZK verspreid aan alle projectleiders Verkiezingen, en via
de website actieplantoegankelijkstemmen.nl.
Hiernaast inventariseer ik de verschillende goede voorbeelden bij gemeenten over initiatieven
die in algemene zin gericht zijn op het bevorderen van de opkomst. Deze voorbeelden
breng ik onder de aandacht bij gemeenten ter voorbereiding op volgende verkiezingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.