Schriftelijke vragen : De rechterlijke uitspraak betreffende het kortgeding over de krimp naar 460.000 vliegbewegingen
Vragen van het lid Boucke (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de rechterlijke uitspraak betreffende het kortgeding over de krimp naar 460.000 vliegbewegingen (ingezonden 6 april 2023).
Vraag 1
Is de Minister voornemens om de uitspraak aan te vechten?1
Vraag 2
Welke andere alternatieven bestaan er?
Vraag 3
Op welke manier gaat de Minister daarbij voor perspectief en duidelijkheid voor omwonenden
zorgen? Kan de Minister hieraan een tijdspad met concrete acties verbinden?
Vraag 4
Kan de Minister toelichten of hij eerder signalen vanuit zijn ministerie heeft gekregen
dat een experimenteerregeling niet kon worden ingezet om het anticiperend handhaven
te beëindigen? Zo ja, kan de Minister deze signalen en deze in een tijdlijn plaatsen?
Vraag 5
Hoe duidt de Minister het signaal dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
eerder heeft gegeven dat door de lange duur van het anticiperend handhaven in combinatie
met het ontbreken van concreet zicht op legalisatie een rechter een streep zou kunnen
zetten door het anticiperend handhaven?2 Is dit nog steeds een mogelijkheid?
Vraag 6
Hoe verhoudt deze zienswijze zich met de uitspraak van de voorzieningenrechter?
Vraag 7
Kan de Minister toelichten waarom de Staat tijdens de mondelinge behandeling van de
zaak niet heeft kunnen uitleggen wat de problemen zijn die worden gevreesd door de
combinatie van preferentieel baangebruik met handhavingspunten in het Luchtvaartbesluit
(LVB) 2008? Kan de Minister dit alsnog verduidelijken?
Vraag 8
In de Hoofdlijnenbrief heeft de Minister aangegeven dat de beoogde wijziging van het
LVB op zich laat wachten als gevolg van het ontbreken van een natuurvergunning en
dat daarom werd gekozen om over te gaan tot het stoppen van anticiperend handhaven,
wat is de laatste stand van zaken hierop?
. Kan de Minister verduidelijken waarom de Staat het argument van de procederende
partijen dat een natuurvergunning waarschijnlijk op korte termijn zal worden verleend
niet heeft weersproken?3 Wanneer verwacht de Minister deze natuurvergunning?
Vraag 10
Kan de Minister reflecteren op artikel 4.36 van de uitspraak van de voorzieningenrechten
waarin wordt aangegeven dat er in de berekening van het maximum aantal vliegtuigbewegingen
bewust is uitgegaan van verouderde gegevens over de vlootmix, zoals ook beschreven
in de beslisnota van 10 januari 2023? Waarom heeft de Minister ervoor gekozen om deze
verouderde gegevens toe te passen?
Vraag 11
Kan de Minister verduidelijken of er ook op andere relevante plekken met oude gegevens
is gerekend? Zo ja, heeft deze rekenmethode invloed op de te doorlopen «balanced approach'
procedure?
Vraag 12
Is er alsnog de mogelijkheid om het aantal vliegbewegingen terug te brengen naar de
maximale beschikbare capaciteit van 483.000 voor het seizoen 2023–2024, of is de Staat
nu gebonden aan het aanbieden van 500.000 vliegbewegingen, waarvan 32.000 ’s nachts?4
Vraag 13
Hoe verhoudt de uitspraak van de voorzieningenrechter tot de 14.500 ingehouden slots
van Flybe?
Vraag 14
Schiphol heeft eerder deze week een voorstel gedaan voor een gedeeltelijke nachtsluiting.
Acht de Minister dit mogelijk? Wat is nodig om dit te realiseren?
Vraag 15
Kan Schiphol op korte termijn sturen op het verminderen van het aantal slaapverstoorden
door operationele voorwaarden te wijzigen of middels de tariefconsultatie?
Vraag 16
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
R.M. Boucke, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.