Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Inge van Dijk en Amhaouch over het bericht ‘Den Haag schiet tekort voor het Limburgs’
Vragen van de leden Inge van Dijk en Amhaouch (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Den Haag schiet tekort voor het Limburgs» (ingezonden 1 maart 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
5 april 2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Den Haag schiet tekort voor het Limburgs»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Onderschrijft u de conclusie van het Comité van Experts van de Raad van Europa, dat
de Nederlandse overheid te weinig oog heeft voor het Limburgse dialect? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Het Limburgs is in Nederland als taal erkend onder het Europees Handvest voor regionale
talen of talen van minderheden. Het Comité van Experts van de Raad van Europa monitort
hoe het gaat met het beschermen en bevorderen van de onder het Handvest erkende regionale
of minderheidstalen. Eens per vier jaar wordt getoetst in hoeverre de geratificeerde
maatregelen in de praktijk zijn geïmplementeerd en wordt hierover een rapport opgesteld.
In zijn laatste rapport constateert het Comité dat de maatregelen volledig of deels
in de praktijk zijn geïmplementeerd. Zoals gebruikelijk heeft het Comité daarbij enkele
aanbevelingen gedaan om het Limburgs verder te bevorderen. Deze aanbevelingen pakken
wij met de provincie Limburg op.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de oproep van taalorganisatie De Limbörgse Academie, dat Nederland
taalrechten voor het Limburgs wettelijk moet vastleggen en Limburgs in het onderwijs
op alle niveaus, ook universitair, én in de media mogelijk maken?
Antwoord 3
Het Limburgs kan gebruikt worden in het onderwijs en in de media. De Wet op het primair
onderwijs2 maakt het mogelijk om naast het Nederlands ook het Limburgs als voertaal in het primair
onderwijs te gebruiken. Dat geldt ook voor de kinderopvang3. In het voortgezet4, beroeps5- en hoger onderwijs6 kan het Limburgs, in aanvulling op de verplichte lesstof, als vak en bij andere programmaonderdelen
worden aangeboden.
Vraag 4
Op welke wijze geeft de rijksoverheid vorm aan het permanent overleg met Limburgssprekenden
over de bescherming van de taal?
Antwoord 4
In 2019 sloten het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de
Provincie Limburg een convenant inzake de Nederlandse erkenning van de Limburgse taal.
In dit convenant is afgesproken dat de provincie Limburg een trekkersrol heeft bij
het ontwikkelen van taalbeleid voor het Limburgs. De provincie onderhoudt daartoe
het contact met de sprekers van het Limburgs.
Als Minister van Binnenlandse Zaken faciliteer ik onder andere de uitwisseling van
kennis en ervaring van taalbeleid. Dat doe ik door het eens per twee jaar organiseren
van een Streektaalsymposium. Het laatste symposium vond in 2022 plaats en het volgende
symposium staat gepland in 2024. Dit symposium biedt beleidsmakers, taalorganisaties,
wetenschappers en andere geïnteresseerden de mogelijkheid van elkaar te leren en ervaringen
uit te wisselen.
Vraag 5
Kan het taalbeleid van de provincie Fryslân een voorbeeld zijn voor de provincie Limburg?
Op welke punten wel? Op welke punten niet?
Antwoord 5
Ja. Een voorbeeld is dat in de provincie Fryslân in elke gemeente taalbeleid is ontwikkeld.
In de provincie Limburg is dat nog niet het geval, maar is er wel de wens om de gemeenten
meer bij het taalbeleid te betrekken. Ik kan me voorstellen dat de provincie Limburg
kan profiteren van de ervaringen die hiermee door de provincie Fryslân zijn opgedaan.
Vraag 6
Bent u bereid in overleg met het provinciebestuur van Limburg de nodige stappen te
zetten om de Limburgse taalschatten te koesteren?
Antwoord 6
Ja. Op dit moment wordt het Convenant inzake de Nederlandse erkenning van de Limburgse
taal door het Ministerie van BZK en de Provincie Limburg gezamenlijk geëvalueerd.
Daarbij zullen ook nadere werkafspraken worden geformuleerd. Uw Kamer zal naar verwachting
dit najaar over de resultaten hiervan worden geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.