Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pouw-Verweij over de genderkliniek die homoseksualiteit probeert te genezen
Vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister voor Langdurige Zorg over de genderkliniek die homoseksualiteit probeert te genezen (ingezonden 21 februari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 5 april 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1829.
Vraag 1
Wat heeft het gegeven dat liefst 80 tot 90 procent van de verwijzingen naar de Tavistock
genderkliniek mensen betrof met een homoseksuele seksuele identiteit voor de Nederlandse
situatie te zeggen?1, 2
Antwoord 1
Ik kan de situatie in het Verenigd Koninkrijk niet vergelijken met de Nederlandse
situatie. De overheid bemoeit zich niet met de manier waarop zorgverleners zorg verlenen,
voor zover het medisch-inhoudelijke overwegingen betreft.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat psychiaters die waarschuwden dat de keuze voor verandering
van geslacht in wezen een keuze was die door de wens werd ingegeven om van de homoseksualiteit
af te komen, jarenlang werd genegeerd in de Tavistock genderkliniek?
Antwoord 2
Ik heb kennisgenomen van de beide artikelen.
Vraag 3
Hoe reëel acht u het risico dat genderbehandeling ook in Nederland in wezen een verborgen
vorm van homogenezing is?
Antwoord 3
Ik heb de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) om een reactie gevraagd en die
heeft mij laten weten dat zij de afgelopen jaren een beperkt aantal meldingen en signalen
heeft ontvangen over de kwaliteit van transgenderzorg. Geen van deze signalen ging
over een verborgen vorm van homogenezing in de transgenderzorg.
Vraag 4
Geven de alarmerende berichten uit het Verenigd Koninkrijk u aanleiding om ook in
Nederland nog eens bijzonder kritisch te kijken naar een mogelijk kwalijke onderstroom
van genderbehandelingen en de uitwassen daarvan, zeker als het gaat om kinderen en
jongeren in een kwetsbare leeftijd? Of vindt u het allemaal wel goed zo onder verwijzing
naar de zorgvuldige afwegingen die in ons land worden gemaakt?
Antwoord 4
Ik heb kennisgenomen van de ontwikkelingen in onder andere het Verenigd Koninkrijk.
Wat goede zorg is wordt in Nederland op hoofdlijnen bepaald in de Wet kwaliteit, klachten
en geschillen zorg (Wkkgz) en wordt daarbinnen nader ingevuld door de professionele
standaarden en kwaliteitsstandaarden, in principe op basis van wetenschappelijk onderzoek.
De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van zorg ligt bij veldpartijen (zorgverleners,
patiëntenverenigingen etc.). Zij zijn ook primair verantwoordelijk voor het opstellen
van professionele standaarden en kwaliteitsstandaarden, en ook voor het onderhoud
en de actualisatie daarvan. Dit geldt ook voor transgenderzorg.
In de huidige Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch staan antwoorden op vragen
over goede transgenderzorg, bijvoorbeeld rondom puberteitsremmende behandelingen bij
transgender jongeren. Op dit moment vindt er een evaluatie plaats van de Kwaliteitsstandaard
Transgenderzorg Somatisch. In dat kader wordt onder meer bekeken of er nieuwe inzichten
zijn – ook uit andere landen – die moeten leiden tot aanpassing van de kwaliteitsstandaard.
In de al uitgevoerde oriënterende (literatuur)search ten behoeve van de evaluatie
is bijvoorbeeld gekeken naar richtlijnen/protocollen van andere landen. Deze richtlijnen,
zoals onder andere die van Zweden, de Standards of Care for the Health of Transsexual,
Transgender, and Gender Nonconforming People (versie 8), alsmede wetenschappelijke
literatuur worden meegenomen in de actualiteitsbepaling van de huidige kwaliteitsstandaard.
De uitkomsten van deze evaluatie worden eind 2023 verwacht, waarna de kwaliteitsstandaard
waar nodig zal worden aangepast en aangevuld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.