Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuijk over het bericht 'Overheidsinstanties hebben blinde vlek voor licht verstandelijke beperkten'
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Overheidsinstanties hebben «blinde vlek» voor licht verstandelijk beperkten» (ingezonden 16 februari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius en van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie
en Veiligheid) en van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 4 april 2023).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1798.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Overheidsinstanties hebben «blinde vlek» voor licht
verstandelijke beperkten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Ziet u ook dat criminelen steeds vaker jongeren met een licht verstandelijke beperking
(lvb) ronselen voor onder meer drugshandel en prostitutie? Zo ja, vindt u dat er nu
voldoende gebeurt om deze jongeren te beschermen?
Antwoord 2
Dat herkennen wij ook. Ook zien wij dat jongeren (met en zonder lvb) op dit moment
nog te makkelijk geronseld kunnen worden. Om jongeren weerbaar te maken tegen de dreigingen
van en het ronselen voor onder meer drugshandel en prostitutie investeert dit kabinet
daarom fors vanuit verschillende projecten, zoals «Preventie met Gezag»2, het programma «Samen tegen mensenhandel»3 en een landelijk online platform voor professionals en (potentiële) slachtoffers
van criminele uitbuiting.4
Vraag 3 en 4
(H)erkent u dat er een blinde vlek is voor jongeren met een licht verstandelijke beperking,
als het gaat om preventie, signalering, aangifte en opvang?
Bent u het eens met de stelling dat het zijn van een «schild voor kwetsbaren» een
van de doelstellingen van de overheid zou moeten zijn en dat die bescherming in het
geval van deze jongeren op dit moment tekortschiet?
Antwoord 3 en 4
Wij vinden ook dat de overheid een «schild voor kwetsbaren» moet zijn. Het rapport
«Uitbuiting en lvb» van Koraal, CoMensha en Metastory Instituut laat zien dat er structureel
meer aandacht nodig is voor slachtoffers en daders van uitbuiting met een lvb.5 Het is onze inzet om, met bovengenoemde trajecten, jongeren met een lvb weerbaarder
te maken. Dat is een proces van de lange adem en heeft onze continue aandacht.
Vraag 5
Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat overheden, politie, onderwijs
en zorg beter met elkaar samenwerken om bescherming te kunnen bieden aan de groep
jonge mensen die specifiek het risico loopt om in de prostitutie terecht te komen
of te worden geronseld voor criminele activiteiten?
Antwoord 5
Slachtofferpreventie en daderpreventie zijn cruciaal om tot een sluitende aanpak van
criminele uitbuiting te komen. Voor preventie is het van belang om op vele vlakken
tegelijkertijd actief te zijn. Het beschermen van (potentiële) slachtoffers door aandacht te hebben voor kwetsbaarheden, zoals mentale
problemen of een lvb, maakt daar deel van uit. Jongeren met een lvb zijn extra kwetsbaar
doordat ze bijvoorbeeld beïnvloedbaarder en minder weerbaar zijn. De kans is ook groter
dat ze zich niet bewust zijn van het feit dat ze worden uitgebuit.
Om jongeren weerbaar te maken tegen de dreigingen van en het ronselen door de (georganiseerde)
criminaliteit investeert dit kabinet fors in «Preventie met gezag.» Deze domeinoverstijgende
wijkaanpak is in 2022 begonnen in 15 gemeenten (16 gebieden). Hiervoor is (oplopend)
vanaf 2025 structureel 143 miljoen euro beschikbaar. In deze aanpak wordt enerzijds
geïnvesteerd in het weerbaar maken van de jongeren en anderzijds in de versterking
van het gezag in de wijk. Daarbij is er oog voor de mogelijke uitbuiting van jongeren
(met en zonder een lvb) om strafbare handelingen te verrichten. Cruciaal in de preventie
van jeugdcriminaliteit en uitbuiting is een duurzame samenwerking tussen het zorg-
en veiligheidsdomein. In verschillende plannen is aandacht voor jongeren met een lvb.
Zo zal in Groningen expertise worden ingezet om de politie te coachen bij het herkennen
van een lvb en hoe hiermee om te gaan. In Utrecht zal worden verkend of een sociale
vaardigheidstraining op maat kan worden aangeboden aan jongeren met een lvb.
Goede signalering en intensieve en integrale samenwerking tussen vele partijen, waaronder
scholen en zorginstellingen, zijn van belang voor een succesvolle aanpak. Vanuit het
programma «Samen tegen mensenhandel» wordt daarom breed ingezet op alle vormen van
mensenhandel, onder andere door het vergroten van bewustwording en versterken van
signalering door (zorg)professionals. Het is in het kader van bewustwording en preventie
belangrijk dat vanuit scholen voorlichting wordt gegeven over mensenhandel. Een voorbeeld
hiervan is «BUIT»: een gratis lespakket, bestaande uit een film en een interactieve
lesmodule, waarmee op scholen in het voortgezet onderwijs en in groep 8 in het basisonderwijs
voorlichting gegeven kan worden aan kinderen met een lvb en de professionals die met
hen in aanraking komen.6 In de jeugdhulp biedt Koraal een behandelprogramma (YIP!) voor meisjes en jonge vrouwen
met een lvb die slachtoffer zijn geworden van mensenhandel.7
Vanuit teams mensenhandel van de politie is er daarnaast nauw contact met ketenregisseurs
en zorgcoördinatoren. Signalen van uitbuiting (ook de signalen die betrekking hebben
op jongeren met een licht verstandelijke beperking) die bij één van de partijen bekend
zijn, worden met elkaar besproken om een juiste interventie af te stemmen.
Ten slotte is ons departement gestart met de financiering van een tweejarig pilotproject
van het Centrum voor Kinderhandel en Mensenhandel ten behoeve van een landelijk online
platform voor professionals en (potentiële) slachtoffers van criminele uitbuiting
om slachtoffers beter te ondersteunen en hen te helpen uit onveilige situaties te
komen. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid houdt uw Kamer op de hoogte
houden van de voortgang van dit project.
Vraag 6
Sluit u zich ook aan bij de noodkreet dat «Nederland wakker moet worden geschud» om
meer adequate hulp en begeleiding te kunnen bieden aan jongeren met een licht verstandelijke
beperking?
Antwoord 6
Wij onderstrepen het belang van adequate hulp en begeleiding aan jongeren met een
lvb. Voor de verschillende trajecten die hiertoe door dit kabinet ontwikkeld worden
verwijzen we u naar het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Een licht verstandelijke beperking is niet altijd zichtbaar, maar wel zichtbaar is
de oververtegenwoordiging van mensen met een licht verstandelijke beperking in uitbuitingssituaties:
wat gaat u doen om meer inzicht te krijgen in de omvang van de groep die wordt uitgebuit
en in welke situaties deze uitbuiting plaatsvindt?
Antwoord 7
Het is inderdaad bekend dat mensen met een lvb oververtegenwoordigd zijn in uitbuitingssituaties.
Echter, hier wordt geen (structureel) onderzoek naar gedaan. Wij zullen het Onderzoeks-
en Documentatiecentrum vragen om hier onderzoek naar te doen, en zullen uw Kamer hierover
informeren.
Vraag 8
In hoeverre wordt er in het programma «Samen tegen mensenhandel» gekeken naar risicogroepen,
zoals mensen met een licht verstandelijke beperking? Krijgen deze groepen een specifieke
plek hierin?
Antwoord 8
Vanuit het programma Samen tegen mensenhandel is de afgelopen jaren op verschillende
manieren ingezet op risicogroepen, waaronder mensen met een licht verstandelijke beperking.
Zo heeft CoMensha samen met Jeugdzorg Nederland en het Landelijk Kenniscentrum lvb
gewerkt aan een handleiding met handelingsperspectieven en samenwerkingsrelaties,
om signalering bij jeugdhulpinstellingen te verbeteren. Door middel van webinars is
aandacht besteed aan deze handleiding. Ook is gewerkt aan een (gratis toegankelijke)
e-learning rond lvb en diverse bijkomende problematiek, waaronder het risico op uitbuiting.
De e-learning is bedoeld voor professionals in het sociaal domein. In deze cursus
leren professionals wat mensenhandel en seksuele uitbuiting is, welke signalen er
zijn bij een (potentieel) slachtoffer, wat te doen bij signalen en welk hulpverleningsaanbod
beschikbaar is.8 Ook ontwikkelde Koraal in samenwerking met het kenniscentrum LVB het signaleringsinstrument
11VB om potentiele loverboyslachtoffers met een lvb te signaleren.9
Het programma Samen tegen mensenhandel wordt momenteel herijkt samen met betrokken
organisaties. De opstellers van het rapport zijn daar ook bij betrokken.
Vraag 9
Wat gaat u doen met de bevindingen uit het rapport LVB & Uitbuiting, dat onlangs aan
het kabinet is aangeboden?
Antwoord 9
Het rapport is door de auteurs aangeboden aan de Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij bestuderen
het rapport en blijven in gesprek met de opstellers van het rapport over de inhoud
ervan.
Vraag 10
Wilt u de knelpunten benoemen die thans spelen in de bescherming van eerdergenoemde
groep jongeren als het gaat om gegevensdeling en samenwerking tussen de betrokken
instanties? Kunt u aangeven welke maatregelen u nodig acht om het doel van bescherming
beter te bereiken?
Antwoord 10
Zoals in het rapport omschreven worden er in de praktijk problemen ervaren bij het
delen van gegevens tussen instanties. Dit speelt niet alleen bij jongeren met een
lvb, maar is een bredere uitdaging die speelt in de aanpak van mensenhandel. Om de
informatiedeling tussen de ketenpartners te vergemakkelijken, is er in november 2020
een handreiking gepubliceerd, die zo goed en concreet mogelijk weergeeft hoe en wanneer
informatie over mogelijke slachtoffers gedeeld mag worden (opsporing, vervolging,
bestuurlijk en zorg en opvang). Het is een instrument dat handvatten moet bieden voor
de dagelijkse praktijk.10 Het opstellen van de handreiking heeft echter ook inzichten opgeleverd in bestaande
belemmeringen bij informatiedeling. Op dit moment wordt er geïnventariseerd welke
lacunes er nog zijn en wat nodig is om die te ondervangen. Tevens wordt bezien in
hoeverre dit thema structureel geborgd moet zijn binnen het voort te zetten programma
Samen tegen mensenhandel.
Vraag 11
Is het mogelijk deze vragen te beantwoorden voor het eerstvolgende (commissie)debat
over slachtofferbeleid, voorzien voor 23 februari aanstaande?
Antwoord 11
Omdat het formuleren van onze antwoorden enige tijd nodig had, was het niet mogelijk
om uw vragen voor 23 februari te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.