Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Leijten en Beckerman over de tijdelijke verrekenfactor voor nieuwbouw vanwege de hoger uitgevallen milieubelasting van warmtepompen
Vragen van de leden Leijten en Beckerman (beiden SP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de tijdelijke verrekenfactor voor nieuwbouw vanwege de hoger uitgevallen milieubelasting van warmtepompen (ingezonden 22 februari 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
4 april 2023).
Vraag 1
Per wanneer is de tijdelijke verrekenfactor voor nieuwbouw vanwege de hoger uitgevallen
milieubelasting van warmtepompen van kracht?1
Antwoord 1
De tijdelijke verrekenfactor is met ingang van 2 februari 2023 van kracht. Voordat
deze tijdelijke verrekenfactor vorm kon worden gegeven, is vanaf september 2022 gerekend
met de oude milieudata voor warmtepompen, die een lagere milieubelasting berekenden,
dan de toen inmiddels bekende werkelijke milieubelasting.
Vraag 2
Wanneer bent u geïnformeerd over de hogere milieubelasting en de noodzaak van een
tijdelijke verrekenfactor?
Antwoord 2
Het Ministerie van BZK is in september 2022 geïnformeerd over de hogere milieubelasting
van warmtepompen dan tot dan toe werd aangenomen en over het voorstel om te werken
met een tijdelijke verrekenfactor. Dit is gedaan door de stichting Nationale Milieudatabase
(NMD), die onafhankelijke beheerder is van zowel de Nationale Milieudatabase als van
de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken – de methode waarmee de milieuprestatie
wordt berekend.
Dit inzicht in de hogere milieubelasting werd duidelijk toen een leverancier van warmtepompen
voor een nieuw model warmtepomp de milieubelasting liet berekenen. De berekende milieubelasting
van dat nieuwe model bleek vele malen hoger dan de milieubelasting van de warmtepompen
die al in de database zaten. Uit een vergelijking tussen de oude en de nieuwe milieudata
bleek, dat in de oude milieudata niet alle milieucomponenten van een warmtepomp goed
waren meegenomen. In de ingediende milieudata van het nieuwe model warmtepomp werden
wel alle milieucomponenten op correcte manier meegenomen.
Dit betekent dat de berekende milieubelasting van al eerder in de database opgenomen
warmtepompen lager is dan hun werkelijke milieubelasting.
Naar aanleiding van deze constatering heeft de stichting NMD onderzoek gestart naar
correctheid van milieudata van warmtepompen en andere klimaatinstallaties in gebouwen,
zoals ventilatie en koeling. Dit onderzoek wordt op 1 april 2023 afgerond.
Het gevolg van het vervangen van de oude (incomplete) door de nieuwe (complete) milieudata
bleek voor warmtepompen dusdanig groot dat rekenen met de milieudata voor de nieuwe
warmtepompen leidt tot praktijkproblemen. In de eerste plaats omdat er een ongelijk
speelveld kan ontstaan tussen warmtepompen met oude en nieuwe data. Maar ook omdat
vanwege de opnieuw berekende bijdrage van de warmtepomp, grote verschillen ontstaan
in de berekende milieuprestatie van een gebouw met een warmtepomp met oude milieudata
en een warmtepomp met nieuwe milieudata.
Om deze praktijkproblemen te ondervangen is in opdracht van de stichting NMD de tijdelijke
verrekenfactor ontwikkeld. Deze werkt als volgt. De werkelijke berekende milieubelasting
van nieuwe warmtepompen wordt vermenigvuldigd met de verrekenfactor, waardoor de facto
bij het berekenen van de milieuprestatie van gebouwen (MPG) wordt gerekend met de
waarden van de oude warmtepompen.
Meer informatie is te vinden op de website van de Nationale Milieudatabase, met name
op een pagina met FAQ’s met betrekking tot de tijdelijke verrekenfactor.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe deze tijdelijke verrekenfactor tot stand is gekomen? Met wie overleg
geweest?
Antwoord 3
De tijdelijke verrekenfactor is in opdracht van de stichting NMD ontwikkeld door het
adviesbureau LBP Sight. Op dit advies is een review uitgevoerd door het adviesbureau
W/E adviseurs. LBP Sight en W/E adviseurs zijn adviesbureaus met deskundigheid op
het gebied van milieuprestatie van bouwwerken en bouwproducten.2
Stichting NMD heeft vervolgens na overleg met het Ministerie van BZK, FME en Techniek
Nederland de tijdelijke verrekenfactor ingevoerd die op warmtepompen met geactualiseerde
productkaarten mag worden toegepast.3
Vraag 4
Welk juridisch advies heeft u ingewonnen over de tijdelijke verrekenfactor? Kunt u
die per direct naar de Kamer sturen?
Antwoord 4
Ik heb geen juridisch advies ingewonnen over de tijdelijke verrekenfactor. De tijdelijke
verrekenfactor is een onderdeel van het stelsel van de Nationale Milieudatabase en
de Bepalingsmethode dat door de onafhankelijke stichting NMD wordt beheerd.
Ik ben verantwoordelijk voor de vaststelling van de minimum milieuprestatie-eis in
de bouwregelgeving en de aanwijzing van de bepalingsmethode als instrument voor de
berekening van de milieuprestatie van bouwwerken ten behoeve van de toetsing aan de
eis. De bepalingsmethode is niet gewijzigd.
Vraag 5
Waarom heeft u de Kamer niet geïnformeerd over de tijdelijke verrekenfactor?
Antwoord 5
De tijdelijke verrekenfactor is onderdeel van de milieudata van warmtepompen, zoals
ik in antwoord op vraag 1 heb aangegeven. De Minister van BZK heeft in het Vragenuur
van 21 februari jongstleden geantwoord, dat het beheer van de milieudata wordt gedaan
door de sector zelf, niet door de rijksoverheid. Het beheer van de database, de data
daarin én de bepalingsmethode is een verantwoordelijkheid van de onafhankelijke stichting
NMD. Communicatie over de werkwijze en de data in de database is de verantwoordelijkheid
van de stichting NMD.
In het hetzelfde Vragenuur heeft de Minister van BZK ook gesteld, dat de eis zelf
niet is gewijzigd: die is staat onveranderd op 0,8. Als de in de bouwregelgeving aangewezen
bepalingsmethode of eis wordt gewijzigd, wordt uw Kamer daarover geïnformeerd.
Vraag 6
Wat is het gevolg van de hogere milieubelasting voor de klimaatopgave, inclusief de
gebouwde omgeving?
Antwoord 6
Er is geen negatief gevolg voor de klimaatopgave en verduurzaming van de gebouwde
omgeving, als gevolg van de hoger uitgevallen MKI-score. Het onderzoek van de stichting
NMD richt zich op de materiaal gebonden milieu-impact van de warmtepomp. Die milieu-impact
blijkt hoger dan eerder werd aangenomen. Het onderzoek geeft echter geen inzicht over
de milieuvoordelen van de warmtepomp tijdens het gebruik. In de gebruiksfase bespaart
de warmtepomp juist veel CO2-uitstoot t.o.v. een cv-ketel door de gunstigere energieprestatie. Wanneer gekeken
wordt naar de som van de materiaal gebonden milieu-impact en de energieprestatie,
zijn warmtepompen in veel situaties een klimaatvriendelijker alternatief voor de cv-ketel.
Met het oog op de aangekondigde normering van verwarmingsinstallaties in de bestaande
bouw heb ik TNO gevraagd om zeker te stellen of er gevallen zijn, bijvoorbeeld bij
een heel laag aardgasverbruik, waar een (hybride) warmtepomp per saldo geen positief
effect op het milieu heeft. De resultaten hiervan worden betrokken bij de brief over
de reikwijdte van de normering, die ik over enkele weken aan uw Kamer zal toezenden.
Overigens is er nu al een tendens in de markt zichtbaar naar de productie van warmtepompen
met een lagere klimaatbelasting. Deze is mede veroorzaakt door de lopende herziening
van de EU-verordening inzake gefluoreerde broeikasgassen, waarin voorstellen zijn
opgenomen om de inzet van koudemiddelen met een hoog klimaat opwarmend vermogen te
verbieden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.