Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Piri over vergiftiging van schoolmeisjes in Iran
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks) en Piri (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het feit dat sinds november 700 Iraanse meisjes op school zijn vergiftigd (ingezonden 10 maart 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 4 april 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat sinds november al bijna 700 meisjes vergiftigd zijn
op school in Iran, op maar liefst 58 scholen in het land?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe kijkt u aan tegen de notie in dit artikel dat sommige Iraniërs speculeren dat
de schoolmeisjes worden vergiftigd door het regime als wraakactie tegen de demonstraties
naar aanleiding van de dood van Mahsa Amini?
Wat is uw appreciatie van het feit dat Iraanse autoriteiten volgens Human Rights Watch
tegenstrijdige verklaringen afleggen, de ernst van de aanvallen bagatelliseren ondanks
de woede van ouders en studenten? Deelt u het vermoeden dat het Iraanse regime direct
of indirect verantwoordelijk is voor deze gruwelijke misdaden?3
Antwoord 2 en 3
Het kabinet heeft met ontzetting kennis genomen van de verschrikkelijke berichten
over grootschalige vergiftigingen van jonge meisjes op scholen in Iran. Meisjes moeten,
overal ter wereld, veilig naar school kunnen gaan en veilig kunnen leren. Het is belangrijk
dat dit grondig onderzocht wordt en dat de daders ter verantwoording worden geroepen.
Het is op dit moment onduidelijk wie er achter deze vergiftigingen zit. De Iraanse
autoriteiten hebben aangekondigd de vergiftigingen te onderzoeken en er zijn inmiddels
ook arrestaties verricht. Het kabinet zal dit op de voet blijven volgen.
Vraag 4
Klopt het dat het regime tot nu toe nog niets gedaan heeft om een einde te maken aan
deze gifgasaanvallen, en dat er niets wordt gedaan om nieuwe aanvallen te voorkomen?
Antwoord 4
Het eerste bericht over vergiftiging van schoolmeisjes dateert van 30 november 2022.
De vergiftigingen en de schaal waarop deze plaatsvonden – ruim 1200 meisjes op tenminste
91 scholen verspreid over 20 provincies – werden aanvankelijk ontkend door de Iraanse
autoriteiten. Het kabinet heeft daarnaast ernstige zorgen over berichten over de arrestatie
van een journalist die onderzoek deed naar deze vergiftigingen.4 Dit alles roept serieuze vragen op over de inzet van de Iraanse autoriteiten om dergelijke
aanvallen te voorkomen en voortvarend onderzoek te doen naar de daders. De Iraanse
autoriteiten hebben inmiddels aangegeven de vergiftigingen te zullen onderzoeken en
daders streng te zullen straffen. Ook zijn er arrestaties verricht. Het kabinet zal
dit op de voet blijven volgen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat we als het gaat om verantwoordelijkheid en gerechtigheid weinig
kunnen verwachten van het feit dat Iran nu zegt zelf onderzoek te gaan doen naar deze
aanvallen mede gezien het feit dat Iran een slechte trackrecord heeft als het gaat
om onderzoek naar geweld tegen meisjes en vrouwen5, het regime al maandenlang op gruwelijke wijze protesten neerslaat, waarbij duizenden
vrouwen gearresteerd zijn en honderden vermoord, en jonge mannen vermoord zijn zonder
eerlijk juridisch proces?
Antwoord 5
Het kabinet deelt de mening dat de Iraanse autoriteiten geen goede reputatie hebben
inzake het doen van onafhankelijk onderzoek conform internationale standaarden naar
geweld tegen meisjes en vrouwen. Zo stelde de VN Speciaal Rapporteur voor de mensenrechtensituatie
in Iran in zijn recente rapport nogmaals expliciet dat de onderzoeken van de Iraanse
autoriteiten naar de dood van Jina Mahsa Amini «geloofwaardig, noch transparant waren
en niet voldeden aan de minimumvereisten van onpartijdigheid en onafhankelijkheid».6 In dit specifieke geval hebben de Iraanse autoriteiten tot op het hoogste niveau
aangegeven de vergiftigingen te zullen onderzoeken en daders streng te zullen straffen.
Of dat ook gebeurt, zal moeten blijken. Het kabinet blijft deze ontwikkelingen op
de voet volgen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de internationale gemeenschap een rol moet spelen om te zorgen
dat de daders verantwoordelijk gehouden worden voor deze misdaden?
Antwoord 6
De Iraanse autoriteiten hebben aangekondigd de vergiftigingen te onderzoeken en inmiddels
ook arrestaties verricht. Het kabinet zal dit op de voet blijven volgen. Indien duidelijk
wordt wie de verantwoordelijken zijn, zal het kabinet serieus kijken naar mogelijke
verdere acties in EU-verband.
Vraag 7 en 8
Bent u bereid om als Nederland de lead te nemen in het opzetten van concrete programma’s
die mensenrechtenverdedigers, journalisten en burgers kunnen trainen in het verzamelen
van bewijsmateriaal dat gebruikt kan worden in rechtszaken tegen de misdaden die nu
in Iran plaatsvinden?
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat er een centraal punt komt voor het
verzamelen van bewijsmateriaal dat in juridische procedures gebruikt kan worden en
dat nu apart door verschillende mensenrechtenorganisaties, activisten en journalisten
verzameld wordt?
Antwoord 7 en 8
Het is van groot belang dat bewijzen van mensenrechtenschendingen in Iran verzameld,
geconsolideerd, bewaard en geanalyseerd worden, ook met het oog op gebruik in mogelijke
toekomstige rechtszaken. Nederland heeft zich in de VN-Mensenrechtenraad actief ingezet
voor de oprichting van een onafhankelijke VN Fact Finding Mission (FMM). De FFM is inmiddels gestart met haar werkzaamheden en zal in juni 2023 een eerste mondelinge
update geven aan de VN-Mensenrechtenraad. Bewijsgaring is een onderdeel van het mandaat
van de FFM, en bewijs van mensenrechtenschendingen kan bij de FFM worden aangeleverd. Hiertoe heeft deFFM een specifieke oproep gedaan.7 De FFM functioneert hiermee ook als een centraal punt voor bewijsgaring.
Bij het verzamelen van bewijs is het van belang dat aan bepaalde standaarden wordt
voldaan, zodat het bewijs kan worden gebruikt in rechtszaken. Hiertoe bestaan verschillende
richtsnoeren en codes. Het kabinet wijst bijvoorbeeld op de Guidelines for civil society organisations – Documenting international crimes and
human rights violations for accountability purposes.8 Deze richtsnoeren zijn opgesteld door het Parket van de Aanklager van het Internationaal
Strafhof en Eurojust, en bieden handvatten voor bewijsgaring die ook gebruikt kunnen
worden voor het aanleveren van bewijs bij de FFM.
Vraag 9 en 10
Bent u bereid om samen met de internationale gemeenschap, zoals bijvoorbeeld het Internationaal
Strafhof (ICC) te bekijken hoe zo’n programma ontwikkeld en uitgevoerd kan worden,
en hoe er een (online) centraal verzamelpunt opgezet kan worden dat toegankelijk is
voor burgers, journalisten en activisten in Iran?
Bent u daarnaast bereid om de hoofdaanklager van het ICC te vragen een onderzoek in
te stellen naar de chemische aanvallen op de schoolmeisjes?
Antwoord 9 en 10
Het kabinet verwijst naar de eerdere Kamerbrief d.d. 31 januari 2023 over de juridische
mogelijkheden om verantwoordelijken van mensenrechtenschendingen in Iran internationaal
strafrechtelijk te vervolgen. Zoals ook gesteld in deze brief bestaat voor de vervolging
en berechting van individuele verdachten van internationale misdrijven in Iran door
een internationaal tribunaal vooralsnog geen rechtsgrondslag. Een eventuele verwijzing
door Nederland of een ander gelijkgezind land naar het Internationaal Strafhof (ISH)
zou geen effect hebben, omdat Iran geen partij is bij het Statuut van Rome en er ook
geen andere rechtsgrondslag is voor de Aanklager om een onderzoek te starten (zoals
een verwijzing door de VNVR, waarvoor draagvlak onwaarschijnlijk is).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.