Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paul en Verkuijlen over het artikel ‘Zorgen om schade aan schoolgebouwen in heel Nederland door geweld hangjongeren’
Vragen van de leden Paul en Verkuijlen (beiden VVD) aan de Ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs en van Justitie en Veiligheid over het artikel «Zorgen om schade aan schoolgebouwen in heel Nederland door geweld hangjongeren» (ingezonden 2 maart 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Primair en Voortgezet Onderwijs (ontvangen 3 april 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Zorgen om schade aan schoolgebouwen in heel Nederland
door geweld hangjongeren» en wat is uw reactie op het artikel?1
Antwoord 1
Ja. Scholen en de omgeving van scholen moeten een veilige plek zijn voor kinderen
en jongeren om op te groeien en zich te ontwikkelen. Het is onacceptabel dat dit wordt
doorkruist door vandalisme. Dit zorgt niet alleen voor financiële schade, maar ook
voor overlast en onveiligheidsgevoelens van leerlingen en bewoners in de buurt.
Vraag 2
Kunt u een inschatting geven van de omvang van de schade aan schoolgebouwen per jaar
door jeugdvandalisme?
Antwoord 2
Er zijn geen cijfers beschikbaar over de omvang van schade aan schoolgebouwen.
Vraag 3
Hoe vaak kan de schade worden verhaald op de daders en hun ouders?
Antwoord 3
Dat is niet bekend, want er bestaat geen alomvattende registratie van verhaalde schade
in dergelijke gevallen.
Schade kan op verschillende manieren worden verhaald. Een vordering tot schadevergoeding
kan tussen twee partijen onderling worden afgehandeld. Komen partijen er onderling
niet uit, dan kunnen zij zich tot de burgerlijke rechter wenden. Als ouders zijn verzekerd
zal de verzekeraar de schade voldoen. Het Verbond van Verzekeraars houdt niet bij
hoe vaak ouders schade claimen die is veroorzaakt door hun kinderen. Ook de Rechtspraak
houdt geen cijfers bij van aantallen dan wel uitkomsten van procedures bij de burgerlijke
rechter die zien op de aansprakelijkheid bij geleden schade in dergelijke gevallen.
Vraag 4
Wat doet u om schade vaker te verhalen op jongeren en ook ouders vaker aansprakelijk
te stellen voor geleden schade?
Antwoord 4
Middels de kabinetsreactie op de initiatiefnota «Opvoeden die handel» van het lid
Verkuijlen (VVD) is uw Kamer geïnformeerd over de lopende verkenning naar het vergroten
van de betrokkenheid van ouders bij de preventie van delictgedrag van hun kind. Daarin
wordt nader ingegaan op de mogelijkheid tot uitbreiding van de ouderaansprakelijkheid.2
Vraag 5
Hoe vaak worden de daders veroordeeld voor vandalisme?
Antwoord 5
De Raad voor de Rechtspraak hanteert vernieling van schoolgebouwen niet als afzonderlijke
registratiecategorie. Er zijn daarom geen cijfers beschikbaar over het aantal veroordelingen
voor vandalisme in het kader van vernieling aan schoolgebouwen.
Vraag 6
Hoe vaak worden daders van jeugdvandalisme doorverwezen naar Halt?
Antwoord 6
Bij Halt wordt de registratiecategorie «vernieling» gehanteerd voor jongeren die in
dat kader worden doorverwezen. Hierover zijn de volgende cijfers bekend.
2018
2019
2020
2021
2022
Vernieling
694
788
681
392
333
Vraag 7
Welke maatregelen treft u om deze jeugdvandalen aan te pakken?
Antwoord 7
Bij de aanpak van jeugdvandalisme wordt in eerste instantie ingezet op opsporing voor
stafrechtelijke aanpak van daders. Daarnaast is er de mogelijkheid voor gedupeerden
van een onrechtmatige daad om daders civielrechtelijk aansprakelijk te stellen. Daders
vanaf 14 jaar kunnen op deze wijze aansprakelijk worden gesteld voor geleden schade.
Bij daders tot en met 15 jaar kunnen ook de ouders aansprakelijk gesteld worden.
Vraag 8
Is er landelijk beleid voor scholen voor de aanpak van vandalisme? Zo ja, hoe worden
ouders, scholen en buurtbewoners hierbij betrokken?
Antwoord 8
Scholen kunnen een preventietraining aanvragen bij Bureau Halt. Naast voorlichtingen
aan leerlingen organiseert Halt ook ouderbijeenkomsten waarin ouders inzicht wordt
gegeven over het gedrag van jongeren.
Daarnaast wordt zoals aangegeven in het antwoord op vraag 7 voor de aanpak van jeugdvandalisme
ingezet op opsporing voor strafrechtelijke aanpak van daders en loopt zoals vermeld
in het antwoord op vraag 4 een verkenning naar de betrokkenheid van ouders bij de
preventie van delictgedrag van hun kind.
Vraag 9
Deelt u de mening dat kinderen ook na schooltijd veilig moeten kunnen spelen op schoolpleinen?
Antwoord 9
Ja. Een schoolplein moet een prettige en veilige plek zijn voor kinderen om te spelen.
Er zijn echter schoolpleinen die niet kunnen worden afgesloten en/of onderdeel zijn
van de openbare ruimte. Als het spelen op deze schoolpleinen buiten schooltijden plaatsvindt,
bijvoorbeeld in het weekeind, zal dat buiten toezicht van de school gebeuren.
Vraag 10
Deelt u de mening dat cameratoezicht op schoolpleinen de veiligheid van kinderen kan
vergroten?
Antwoord 10
Cameratoezicht kan meerdere doelen dienen. Zo kunnen camera’s op een openbare plaats
of andere daartoe aangewezen plaats op grond van artikel 151c van de Gemeentewet door
de burgemeester worden ingezet indien dat in het belang van de handhaving van de openbare
orde noodzakelijk is. Particulieren en bedrijven kunnen camera’s inzetten voor de
beveiliging van goederen, gebouwen of personen. Sommige camera’s worden (op bepaalde
momenten) direct uitgekeken en hebben een toezichtfunctie. Andere camera’s worden
alleen achteraf of slechts na een incident uitgekeken.
Voor een (preventieve) aanpak van vandalisme en voor het voorkomen van onveiligheidsgevoelens
van leerlingen of bewoners in de buurt, kan een deel van de oplossing worden gezocht
in het plaatsen van camera’s, maar dit zal altijd onderdeel zijn van een breder pakket
aan maatregelen. Naast eventuele camera’s en hekwerk kunnen namelijk ook andere maatregelen
een goed preventief alternatief bieden. Denk hiervoor aan het realiseren van alternatieve
ontmoetingsplekken voor jongeren, groen en verlichting slim op elkaar afstemmen, zichtlijnen
zo lang mogelijk maken en open houden in combinatie met het creëren van levendigheid
in de omgeving voor meer sociale controle.
Vraag 11
Kunt u toezeggen dat u in gesprek gaat met scholen en gemeenten om cameratoezicht
op schoolpleinen te stimuleren?
Antwoord 11
Om vandalisme of onveiligheid(sgevoelens) op schoolpleinen aan te pakken is het belangrijk,
en vooral aan scholen en de betreffende gemeente zelf, om samen met betrokken partijen
de veiligheidsrisico’s van een locatie in kaart te brengen en oplossingen te ontwikkelen
om deze risico’s verkleinen. Zij moeten hierin een eigen afweging maken. Het Centrum
voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid heeft in samenwerking met het Ministerie
van Justitie en Veiligheid afgelopen januari een vernieuwde veiligheidseffectrapportage
gepubliceerd die dit proces faciliteert.3 Het tijdig inzetten van dit instrument draagt bij aan de aanpak van criminaliteit
en overlast in de omgeving en bij het voorkomen van onveiligheidsgevoelens van bewoners
in een gebied.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het wenselijk is – in lijn met de initiatiefnota over de aanwas
van jongeren in de criminaliteit «opvoeden die handel»4– de wettelijke aansprakelijkheid van ouders uit te breiden, juist in de context van
de situatie die wordt geschetst in het artikel? Kunt u dit antwoord toelichten?
Antwoord 12
Middels de kabinetsreactie op de initiatiefnota «Opvoeden die handel» van het lid
Verkuijlen (VVD) is uw Kamer geïnformeerd over de lopende verkenning naar het vergroten
van de betrokkenheid van ouders bij de preventie van delictgedrag van hun kind. Daarin
wordt nader ingegaan op de mogelijkheid tot uitbreiding van de ouderaansprakelijkheid.5
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.