Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over Nederlandse banken die in de vuurlinie liggen door problemen in Silicon Valley
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister van Financiën over Nederlandse banken die in de vuurlinie liggen door problemen in Silicon Valley (ingezonden 15 maart 2023).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 31 maart 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht over de Nederlandse banken die in de vuurlinie
zitten door problemen met de Silicon Valley Bank?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat kunnen volgens u de gevolgen zijn van de financiële nood van de Silicon Valley
Bank en Signature Bank in de Verenigde Staten voor Nederlandse banken?
Antwoord 2
De directe gevolgen voor Nederlandse banken lijken beperkt. De directe blootstelling
van Nederlandse banken aan deze banken is klein. Hetzelfde geldt voor Nederlandse
verzekeraars en pensioenfondsen.
Dat er bij de Amerikaanse banken SVB en Signature problemen zijn ontstaan heeft te
maken met de specifieke bedrijfsmodellen van deze banken met een atypisch balans-
en risicobeheer. Hierdoor was SVB extreem gevoelig voor stijgende rentes, veel meer
dan Europese banken. Verder was het aandeel ongedekte deposito’s bij SVB heel hoog,
meer dan 90%, waardoor de bank gevoelig was voor een bankrun. Ook bij Signature speelden specifieke problemen. Bovendien hoefden deze banken zich
aan minder strikte eisen te houden dan Europese banken, omdat ze door de Amerikaanse
overheid waren uitgezonderd van een aantal maatregelen die na de financiële crisis
zijn genomen. Dit komt door dat in de Verenigde staten sinds 2018 sprake is geweest
van deregulering in de bankensector waarbij er uitzonderingen op de strenge bankenregels
zijn gecreëerd voor kleine en middelgrote banken.
Nederlandse banken zijn goed gekapitaliseerd (met een Tier 1 kernkapitaalratio van
16,3% in juni 2022) en hebben hoge liquiditeitsbuffers (met een liquiditeitsratio
(LCR) van 171,8 in juni 2022), ruim boven de minimumvereisten. Een stresstest van
De Nederlandsche Bank (DNB) van vorig jaar laat zien dat Nederlandse banken in staat
zijn rentestijgingen op te vangen en dat de kapitaalpositie ruim boven het vereiste
minimum blijft.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de risico’s van de rentestijgingen in de Europese Unie voor de
stabiliteit van banken?
Antwoord 3
Het verschilt per bank hoe gevoelig deze is voor renteveranderingen. Bij de Amerikaanse
banken die in de problemen zijn gekomen was sprake van een specifiek bedrijfsmodel
met een atypisch balans- en risicobeheer. Daardoor waren deze banken uitzonderlijk
gevoelig voor rentestijgingen.
Europese en Nederlandse banken zijn over het algemeen minder gevoelig voor de gevolgen
van renteschokken dan deze specifieke Amerikaanse banken. Dit komt doordat ze een
risicobeheer voeren waarbij zij minder blootstelling hebben aan renterisico.
Ook in Europa is er sprake van volatiliteit en correcties op markten in een omgeving
van verkrappende financiële condities en stijgende rentes. Het is niet uit te sluiten
dat er ook in Europa banken zijn die in deze omgeving kwetsbaar kunnen zijn. Wel is
het zo dat banken aan strenge eisen moeten voldoen met betrekking tot renterisico,
liquiditeit en kapitaal en dat banken ook geregeld aan stresstesten worden onderworpen
waarmee wordt getest of zij bestand zijn tegen schokken, waaronder rentestijgingen
(zie vraag 9, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2092). In de Verenigde Staten was er sprake van uitzonderingen op belangrijke prudentiële
eisen voor middelgrote en kleine banken sinds een dereguleringsronde in 2018. Hierdoor
waren deze banken minder goed bestand tegen de rentestijgingen.
Op lange termijn is het voor veel banken met een traditioneel bedrijfsmodel waarbij
deposito’s worden uitgeleend naar verwachting juist gunstig dat de rente stijgt omdat
hierdoor de rentemarges ook kunnen toenemen.
Vraag 4
Hebben de Nederlandse banken buffers om een vergelijkbare situatie als in de Verenigde
Staten hier in de Europese Unie en ons land te weerstaan?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Is er toezicht op soortgelijke situaties die zich bij banken in ons land kunnen voordoen
door rentestijging, door de Nederlandse Bank of de Autoriteit Financiële Markten (AFM)?
Antwoord 5
Ja, de ECB en DNB houden toezicht op de prudentiële risico’s waaraan banken blootstaan.
Op grond van artikel 98 van Richtlijn 2013/36 wordt daarbij ook gekeken naar het renterisico
waaraan banken blootstaan (zie vraag 9, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
nr. 2092). Ook via stresstesten worden het risico van rentestijgingen geanalyseerd.
In 2016 heeft het Bazelse comité haar renterisico standaarden gepubliceerd. In Europa
zijn deze vertaald in EBA richtsnoeren aangaande renterisico die sinds 2018 in werking zijn. Deze beschrijven hoe instellingen met renterisico
om moeten gaan. In de VS hoefden banken als SVB niet meer aan deze standaarden te
voldoen sinds 2018.
Daarnaast heeft de EBA in oktober 2022 een renterisicopakket afgerond dat momenteel
bij de Europese Commissie voorligt ter afronding. Deze maakt het systeem nog robuuster.
Vraag 6
Wat gaat u doen om vergelijkbare risico’s voor Nederlandse banken te verminderen?
Antwoord 6
Nederlandse banken staan niet op dezelfde manier bloot aan het risico van een rentestijging
als SVB deed, omdat de balans en het risicomanagement van Nederlandse banken er anders
uitziet. Ook zijn Nederlandse banken aan strengere eisen en strenger toezicht onderworpen
dan SVB. Ik heb er vertrouwen in dat de Europese wet- en regelgeving en ons goede
toezicht adequaat zijn om deze risico’s op een passende wijze te adresseren.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Slootweg
(CDA) en Heinen (VVD), ingezonden 15 maart 2023 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 2092)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.