Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Woude en Peters over het artikel van Times Higher Education “CV-blind’ grant review divides Dutch scientists.’
Vragen van de leden Van der Woude (VVD) en Peters (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel van Times Higher Education ««CV-blind» grant review divides Dutch scientists.» (ingezonden 23 februari 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 30 maart
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1961.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ««CV-blind» grant review divides Dutch scientists»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het artikel ««CV-blind» grant review divides Dutch scientists»?
Antwoord 2
Het is een artikel dat kritisch is rondom een aantal ontwikkelingen rondom de beoordelingsprocedures
bij NWO.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de genoemde zorgen over de verhoogde werkdruk voor beoordelaars en
indieners bij de nieuwe vorm van het indienen van onderzoeksvoorstellen?
Antwoord 3
De werkdruk onder wetenschappers is hoog en ik vind het belangrijk om daar wat aan
te doen. Ook NWO is zich ervan bewust dat de werkdruk in de wetenschap hoog is en
NWO ziet de gevolgen daarvan al enige jaren. NWO ondervindt hier zelf ook de gevolgen
van, bijvoorbeeld dat zij moeilijker mensen kan vinden die bereid zijn als externe
expert, ook wel «referent» genoemd, op te treden.
De veranderingen resulteren in een versimpeling van de beoordelingsprocedure, waarvan
verwacht wordt dat deze de hoeveelheid werk voor beoordelaars, aanvragers en ook NWO
zal reduceren. Deze nieuwe vorm van beoordelen noemt NWO de tweefase-beoordeling.
In de eerste fase wordt het curriculum vitae (cv) van de kandidaat beoordeeld en wordt
tevens een schets van het onderzoeksidee gevraagd, zodat beoordeeld kan worden of
het cv aansluit bij het idee. Tussen de 30% en 40% van de kandidaten gaat door naar
de tweede fase. In de tweede fase wordt naar het uitgewerkte onderzoeksvoorstel gekeken.
De uitgewerkte aanvraag bevat tevens informatie over de aansluiting van het profiel
van de kandidaat bij het onderzoeksvoorstel. Deze aansluiting wordt door zowel beoordelingscommissies
als door onafhankelijke externe referenten beoordeeld.
De tweefase-beoordeling en het bij de Veni van SGW en ZonMw terugdringen van het gebruik
van referenten zijn veranderingen die door NWO zijn ingevoerd om de werklast te verlagen
voor iedereen die bij het aanvraagproces betrokken is. Vóór de wijziging van dit proces
werd het cv tweemaal beoordeeld, namelijk in beide fases. Deze manier van beoordelen
besloeg meer werk voor alle betrokkenen bij het proces: de beoordelaars, de externe
referenten, de kandidaten en NWO. Met de huidige aanpassingen zal er voor kandidaten
tijdsbesparing zijn, omdat zij bij de uitgewerkte aanvraagfase niet opnieuw hun cv
hoeven in te dienen en dus niet weer up to date hoeven te brengen. Over beoordelaars stelt het artikel dat enkel het beoordelen van
een onderzoeksvoorstel meer tijd kost dan het beoordelen van een onderzoeksvoorstel
én het cv. Dat lijkt NWO geen voor de hand liggende conclusie, want minder papier
betekent minder werk. Tot slot is het evident dat wanneer NWO de referenten niet meer
vraagt om beoordelingsrapporten op te stellen, dit tijd bespaart voor deze groep wetenschappers
die anders als referent zou optreden.
Ik beschouw deze veranderingen bij NWO dan ook als een stap richting het verlagen
van de werklast en daarmee de werkdruk onder wetenschappers.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de genoemde zorgen over de mogelijke gevolgen voor de kwaliteit van
wetenschappelijk onderzoek?
Antwoord 4
De zorg dat de kwaliteit van de wetenschap in Nederland nadelige effecten kan ondervinden
van de invoering van de tweefase-beoordeling door NWO deel ik niet. In mijn antwoord
op vraag 3 geef ik aan dat de kandidaten die de tweede fase van de beoordelingsprocedure
halen, reeds beoordeeld zijn als behorend tot de beste 30–40% van de kandidaten. NWO
informeert beoordelaars dat de kandidaten, waaruit zij in de tweede fase een selectie
maken, een cv hebben dat past bij de doelgroep van het specifieke Talentprogramma.
Ook wordt door NWO aan de beoordelaars gevraagd om te beoordelen of het profiel van
de kandidaat, waarover voor de beoordelaars in de tweede fase wel informatie beschikbaar
is, aansluit bij het voorstel. NWO toetst deze nieuwe manier van beoordelen en zal
deze ook evalueren en waar nodig bijsturen (zie in dit verband ook mijn antwoord op
vraag 11). Ik vertrouw op de kennis en kunde van NWO bij het inrichten van verantwoorde
en eerlijke beoordelingsprocessen die zorgen dat de hoge kwaliteit van de wetenschap
in Nederland behouden blijft.
Vraag 5
Bent u het met deze leden eens dat een CV een belangrijke indicator voor succesvol
toekomstig onderzoek is?
Antwoord 5
Het cv van een wetenschapper is een belangrijke indicator van succesvol toekomstig
onderzoek, maar is op zichzelf niet voldoende om een zinvolle selectie van onderzoeksprojecten
te maken. Een uitgangspunt van het NWO Talentprogramma is het in één procedure beoordelen
van de eerdere prestaties van een onderzoeker op basis van het cv, het beoordelen
van de kwaliteit van een onderzoeksvoorstel en de verwachte impact van het onderzoek.
Door ook de samenhang tussen onderzoeker en onderzoeksvoorstel mee te nemen in de
beoordelingsprocedure zegt NWO voor een solide manier te zorgen om kwalitatief hoogwaardig
en innovatief onderzoek te selecteren. Ik kan mij in deze aanpak van NWO vinden en
heb er vertrouwen in dat NWO de onderzoeksfinanciering op een verantwoorde, zorgvuldige
en eerlijke manier toekent.
Vraag 6
Bent u het eens met de waardering van de heer Poot dat een onderzoeksvoorstel zonder
de context van een CV een salespitch is en daarmee moeilijk te beoordelen?
Antwoord 6
Nee, daar ben ik het niet mee eens. Allereerst ga ik ervan uit dat de wetenschappers
die als beoordelaars in de beoordelingscommissies optreden, door een niet onderbouwde
salespitch heen kunnen prikken. Daarnaast worden kandidaten expliciet geïnstrueerd
hun stellingname in hun onderzoeksvoorstel te onderbouwen. Beoordelaars van de aanvragen
worden gevraagd daar ook naar te kijken. Tot slot verwijs ik u naar mijn antwoord
op vraag 3, waarin ik uitleg dat in beide stappen van de beoordelingsprocedure van
het NWO Talentprogramma de passendheid van de onderzoeker bij het voorgestelde onderzoek
deel uitmaakt van de beoordeling.
Vraag 7
Bent u van mening dat een goede en objectieve afweging over kwaliteit gemaakt kan
worden op basis van alleen een onderzoeksvoorstel?
Antwoord 7
Ik verwijs in dit verband naar mijn antwoord op vraag 3, waarin ik uitleg dat in beide
stappen van de beoordelingsprocedure van het NWO Talentprogramma de passendheid van
de onderzoeker bij het voorgestelde onderzoek deel uitmaakt van de beoordeling. Ik
ben van mening dat het goed is dat NWO zowel het onderzoeksvoorstel als de achtergrond
van de onderzoeker meeneemt in de beoordeling van de aanvragen in het NWO Talentprogramma.
Vraag 8
Bent u het met deze leden eens dat bij het beoordelen van een onderzoeksvoorstel zowel
naar het voorstel zelf moeten worden gekeken als naar wat de onderzoeker in het verleden
heeft gepresteerd?
Antwoord 8
NWO kijkt bij de beoordeling van onderzoeksaanvragen in het Talentprogramma naar zowel
het cv van de onderzoeker als het onderzoeksvoorstel, omdat beide relevant zijn voor
de doelstellingen van deze vorm van onderzoeksfinanciering. Ik kan mij, zoals ook
in mijn antwoord op vraag 7 aangegeven, vinden in deze aanpak van NWO.
Vraag 9
Hoe verloopt de implementatie van het «evidence based CV» bij de Nederlandse Organisatie
voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)? Zijn er op dit moment nog onderzoeksdomeinen
bij de NWO waar alleen gewerkt wordt met een narratief CV?
Antwoord 9
NWO heeft het evidence based cv in alle domeinen en ZonMw ingevoerd in het Talentprogramma
vanaf het rondejaar 2023. De Vici-ronde met als indiendeadline 14 maart 2023 is de
eerste ronde waarin het evidence based cv wordt toegepast, gevolgd door de Veni (5 september
2023) en Vidi (2 november 2023). De lopende Veni- en Vidi-rondes vallen onder rondejaar
2022 en gebruiken nog het narratieve cv. Op basis van onderzoek, feedback van gebruikers
(te weten aanvragers en beoordelaars) en een consultatie van het onderzoeksveld zal
het format doorontwikkeld worden en verder worden uitgerold binnen het Talentprogramma.
Vraag 10
Hoe waarborgt u dat bij een «evidence-based CV» onderzoeksvoorstellen objectiveerbaar
blijven?
Antwoord 10
Het onderzoeksvoorstel is een apart onderdeel van de aanvraag en staat los van de
ontwikkeling van het evidence based cv. Uit een enquêteonderzoek onder beoordelaars
bleek dat zij in meerderheid het narratief cv goed te beoordelen vonden. Het evidence
based cv is een verder ontwikkelde versie van het narratief cv, waarin de onderlinge
vergelijkbaarheid en helderheid verder is vergroot. NWO zorgt bovendien voor verdere
voorlichting en ondersteuning van aanvragers, beoordelaars en referenten ten behoeve
van een duidelijke, eerlijke en zorgvuldige beoordelingsprocedure.
Vraag 11
Hoe gaat de NWO onderzoeken wat het effect is van de toepassing van evidence-based
CV's op de selectie van de beste wetenschappers? Bent u het met deze leden eens dat
een nieuwe manier van selectie altijd goed onderbouwd moeten worden?
Antwoord 11
NWO zal tijdens de subsidierondes onderzoek laten doen naar de praktijk van gebruik
van het evidence based cv door beoordelingscommissies. Tevens zal NWO enquête-onderzoek
uitvoeren onder gebruikers van het evidence based cv. Tot slot zal NWO een consultatie
houden met vertegenwoordigers uit het onderzoeksveld.
Het evidence based cv is een doorontwikkeling van het door een meerderheid van gebruikers
positief ontvangen narratief cv. NWO heeft succesvol excellente wetenschappers en
projecten geselecteerd in de rondes waarin het narratief cv werd gebruikt. Voor het
doorontwikkelen is feedback van gebruikers verwerkt. Ook is input gevraagd aan experts
van het CWTS en Research on Research Institute. NWO ziet dan ook genoeg reden om met
vertrouwen het evidence based cv te implementeren. Ik ben het eens dat een nieuwe
manier van selectie goed onderbouwd moet worden en zie in het voorgaande ook een voldoende
onderbouwing. Tevens doet NWO onderzoek naar het gebruik van het evidence based cv.
De onderbouwing enerzijds en het blijven doen van onderzoek onder gebruikers van het
cv anderzijds geven mij vertrouwen in de aanpak van NWO.
Vraag 12
Klopt het, zoals in het artikel wordt gesteld, dat door de nieuwe manier van beoordelen
het lastig is om beoordelaars te vinden en dat regelmatig 30 verzoeken naar beoordelaars
worden verstuurd om één beoordelaar te kunnen vinden?
Antwoord 12
Nee, er is geen reden om aan te nemen dat deze stelling klopt. De moeilijkheid om
beoordelaars te vinden, is een reeds bestaande trend, die dateert van voor de invoering
van het narratief cv en de bestaande nieuwe manier van beoordelen. Volgens NWO speelt
de hoge werkdruk onder wetenschappers vermoedelijk een rol bij het moeilijk vinden
van wetenschappers die bereid zijn op te treden als referent of beoordelaar en speelt
de toename in het aantal aanvragen dat zij ontvangt tevens een rol in het toenemende
aantal aan te schrijven beoordelaars.
Vraag 13 en 14
Wie heeft u gesproken om verschillende perspectieven op het programma Erkennen & Waarderen
te krijgen?
Hoe zijn deze gesprekken verlopen? Wat zijn de perspectieven die naar voren kwamen
uit de gesprekken?
Antwoord 13 en 14
Ik heb periodiek contact met de partners in het nationale programma Erkennen & Waarderen.2 In dit contact worden actuele vraagstukken en aandachtspunten rondom het verder uitrollen
en implementeren van Erkennen & Waarderen besproken. Ook wordt tijdens die contactmomenten
informatie aan mij teruggekoppeld uit het landelijke programma Erkennen & Waarderen,
waar alle universiteiten op verschillende niveaus (van rectoren en decanen tot wetenschappers
en beleidsmedewerkers) in vertegenwoordigd zijn. De partners in het landelijk programma
Erkennen & Waarderen zoeken actief een kritisch geluid op, bijvoorbeeld door critici
uit te nodigen om deel te nemen aan het jaarlijkse Recognition and Rewardsfestival. In 2022 heb ik zelf ook deelgenomen aan het festival.
In het najaar 2022 heb ik deelnemers aan de Leergang Onderwijskundig Leiderschap van
de Vrije Universiteit gesproken over Erkennen en Waarderen. In dit gesprek heb ik
kennis genomen van hun behoeftes, zorgen en aandachtspunten.3 Daarnaast ben ik op 17 november 2022 te gast geweest bij de Dies Natalis-viering van de Vrije Universiteit in Amsterdam, waar ik onder andere in gesprek ben
gegaan over Erkennen & Waarderen.
In mijn brief waarin ik uw Kamer informeer over de voortgang van het programma Erkennen
& Waarderen,4 geef ik aan dat de behoefte aan een ander beoordelingssysteem in de wetenschap ook
duidelijk naar voren komt in mijn bilaterale gesprekken met collega-ministers en universiteiten
in andere landen. Het afgelopen jaar heb ik gesprekken gevoerd over Erkennen & Waarderen
met collegaministers uit Japan, Frankrijk en Duitsland. Tijdens bezoeken aan de Amerikaanse
westkust en het Verenigd Koninkrijk heb ik in gesprekken met topuniversiteiten zoals
Stanford, UCLA en UCL ondervonden dat de wens voor hervorming van onderzoeksbeoordeling
breed leeft.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.