Schriftelijke vragen : Het rapport 'State of play of academic freedom in the EU Member. States Overview of de facto trends and developments'
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het rapport «State of play of academic freedom in the EU Member. States Overview of de facto trends and developments» (ingezonden 30 maart 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van het Europees parlement «State of play of academic
freedom in the EU Member. States Overview of de facto trends and developments»?1
Vraag 2
Hoe bent u van plan om de aanbevelingen uit het rapport uit te voeren?
Vraag 3
Op welke wijze kan gekomen worden tot een heldere definitie van het begrip «academische
vrijheid»?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de conclusie van de onderzoekers dat met de intreding van de wet
Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie in 1997 de democratische medebeslissingsraden,
bestaande uit academici, studenten en administratief personeel vervangen zijn door
de medezeggenschapraden en dat dit heeft geleid tot een meer hiërarchische, uitvoerende
bestuurspraktijk in de Nederlandse universiteiten?
Vraag 5
Bent u het eens met de onderzoekers dat het sterk hiërarchisch karakter van het bestuur
een direct gevaar vormt voor het zelfbestuur van Nederlandse universiteiten? Zo ja,
hoe wilt u dit voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de constatering dat er sprake is van politieke sturing van onderzoek
en tot op zekere hoogte van opleidingsprogramma door middel van publieke financiering
en dat dit een potentiële bedreiging vormt voor institutionele autonomie, en daarmee
indirect ook aan academische vrijheid onder druk zet?
Vraag 7
Hoe bekijkt u de conclusies over de publieke financiering in relatie tot de ongewenste
beïnvloeding door externe financiering, waaronder Europese subsidieprogramma’s en
bedrijven?2
Vraag 8
Geeft de constatering dat de reeks aan tijdelijke contracten, specifiek bij jonge
wetenschappers, de academische vrijheid schaadt u voldoende aanleiding om concrete
en scherpere voorwaarden te verbinden aan de bekostiging? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Heeft u in kaart wat het effect is van bedreigingen van wetenschappers op sociale
media op de academische vrijheid?
Vraag 10
Geven de conclusies van het rapport van het Europees parlement aanleiding tot nader
onderzoek naar de academische vrijheid binnen de Nederlandse hoger onderwijsinstellingen?
Vraag 11
Wat is uw beoordeling van de constatering dat er zorgen zijn over impact van de opkomende
«cancel cultuur» op de diversiteit van wetenschappelijke perspectieven? Vindt u deze
constatering voldoende onderbouwd door de twee artikelen in de verwijzingen?
Vraag 12
Bent u van plan om te onderzoeken hoe het staat met de sociale veiligheid binnen hoger
onderwijsinstellingen en wat het effect daarvan is op de academische vrijheid? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 13
Kunt u garanderen dat onderzoekers aan Nederlandse universiteiten het gevoel hebben
dat zij zonder angst voor vergelding kritiek kunnen uiten op hun werkgevers, het bestuur
en het beleid? Zo nee, welke acties wilt u daartegen ondernemen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.