Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over juridische belemmeringen voor composteren gft met wormen
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over juridische belemmeringen voor composteren gft met wormen (ingezonden 7 februari 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 28 maart
2023).Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1680.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de mogelijkheden en wettelijke belemmeringen voor het composteren
van huishoudelijk gft-afval en organisch bedrijfsafval met behulp van wormen en de
bijbehorende productie van vermicompost?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van dit bericht.
Vraag 2
Waarom worden wormen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en
het Activiteitenbesluit niet aangemerkt als landbouwhuisdieren, maar in het kader
van het Besluit houders van dieren wel?
Antwoord 2
De definitie van de term landbouwhuisdieren in de milieuregelgeving voor veehouderijen
is anders dan de definitie van deze term in het kader van regelgeving gericht op dierenwelzijn.
Volgens de nota van toelichting bij het Activiteitenbesluit (Stb 2012 nr. 441 pagina 116) worden onder de term landbouwhuisdieren inderdaad niet onder andere wormen verstaan.
Dit verschil is te verklaren door het feit dat de milieuregelgeving een ander doel
heeft dan regelgeving over dierenwelzijn. Milieuregelgeving ziet op de bescherming
van het milieu. Bij het houden van landbouwhuisdieren gaat het dan bijvoorbeeld om
ammoniakemissie en geurhinder. Die milieueffecten spelen niet of veel minder bij houden
van wormen.
Vraag 3
Zijn er inhoudelijke bezwaren om wormen die worden gebruikt in het kader van vermicomposteren
uit te zonderen van de verbodsbepaling in artikel 3.4 van de Regeling dierlijke producten?
Antwoord 3
Artikel 3.4 van de Regeling dierlijke producten verbiedt het in Nederland om keukenafval
en etensresten aan te voeren of voorhanden te hebben op plaatsen waar zich landbouwhuisdieren
bevinden. Dit is om te voorkomen dat risicovol materiaal vervoederd wordt en vloeit
voort uit het Europese verbod op het voeren van keukenafval en etensresten aan landbouwhuisdieren
(artikel 11, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1069/2009). Ook in deze context
vallen wormen binnen de Europese definitie van landbouwhuisdier en daar kan ik derhalve
niet van afwijken.
Wat wel toegestaan zou kunnen worden, is het voeren van wormen met compost van keukenafval
en etensresten dat voldoet aan de composteisen van de dierlijke bijproductenregelgeving.
Dit betekent dat keukenafval en etensresten eerst op een andere locatie een hygiënisatiestap
moeten ondergaan (70 °C voor 60 minuten). Hiermee zijn de risico’s voor dier- en volksgezondheid
weggenomen.
Ik verken op dit moment ook de mogelijkheden om het hygiëniseren van keukenafval en
etensresten toe te staan op dezelfde locatie als waar de wormen gehouden worden. De
uitzondering op de nationale beperkingen inzake aanvoer en aanwezigheid van keukenafval
en etensresten op locaties met landbouwhuisdieren, zou dan alleen gelden voor wormen
die gebruikt worden als katalysator voor de productie van vermicompost en als input
daarvoor gehygiëniseerde compost gebruiken.
Vraag 4
Is de veronderstelling juist dat het composteren van huishoudelijk gft-afval en organisch
bedrijfsafval met behulp van wormen in meerdere Europese lidstaten wel is toegestaan
en dat Europese regelgeving derhalve geen belemmering vormt?
Antwoord 4
Het is mij bekend dat het composteren met behulp van wormen door de lidstaten België
en Frankrijk onder voorwaarden wordt toegestaan. Echter, de veronderstelling dat Europese
regelgeving derhalve geen belemmering vormt, is onjuist. Voor Frankrijk en België
geldt dat er ook gehandeld moet worden binnen de kaders van Verordening (EG) nr. 1069/2009.
Daarom vallen ook in Frankrijk en België de compostwormen onder de Europese definitie
van landbouwhuisdier en is het vervoederen van gft-afval niet toegestaan.
Vraag 5
Klopt het dat u heeft aangegeven dat het vinden van oplossingen voor bovengenoemde
knelpunten geen prioriteit heeft ondanks uw inzet op kringlooplandbouw? Zo ja, waarom?
Antwoord 5
Er is actief meegedacht aan mogelijkheden voor dergelijke vormen van compostering
binnen het huidige wettelijke kader. Mijn departement staat voor een forse opgave
waarbij ik genoodzaakt wordt tot het stellen van prioriteiten. Ik maak daarin een
afweging in de inspanning die nodig is om oplossingen tot uitvoering te brengen. Uiteraard
zijn dit soort initiatieven waardevol om in gesprekken op EU-niveau mee te nemen,
maar het wijzigen van de Europese regelgeving is complex, vergt veel tijd en geeft
geen garantie voor succes. Daarom denk ik dat ondernemers meer gebaat zijn met handelingsperspectief
op de korte termijn en wil ik mij focussen op de mogelijkheden voor een snelle en
praktische oplossing, zoals genoemd in het antwoord op vraag drie.
Vraag 6
Bent u bereid wormen die worden gebruikt in het kader van vermicomposteren uit te
zonderen van de verbodsbepaling in artikel 3.4 van de Regeling dierlijke producten
of anderszins ruimte te bieden voor deze composteringsmethode?
Antwoord 6
Zoals aangeven in het antwoord op vraag drie, zie ik enkel toegevoegde waarde in een
uitzondering op de verbodsbepaling van artikel 3.4, mits keukenafval en etensresten
niet direct worden gevoerd aan de wormen. De genoemde voorwaarden voor het vervoederen
van keukenafval en etensresten bestaan om risico’s voor de gezondheid van mens en
dier te voorkomen. Dit materiaal dient daarom voor het vervoederen eerst veilig gemaakt
te worden middels de eerder genoemde hygiënisatiestap.
Binnen deze veiligheidskaders zou er ruimte geboden kunnen worden voor vermicompostering.
Zoals eerder genoemd, verbiedt artikel 3.4 van de Regeling dierlijke producten het
aanvoeren van keukenafval en etensresten op een terrein waar ook landbouwhuisdieren
aanwezig zijn. Ik kan mij voorstellen dat het om logistieke redenen praktisch is om
het hygiëniseren van keukenafval en etensresten op dezelfde locatie uit te kunnen
voeren als het kweken van wormen. Mocht het nodig zijn om composteerinstallaties te
plaatsen op hetzelfde terrein als wormenkwekerijen, dan kan overwogen worden om middels
ontheffingen van het verbod op het aanvoeren van keukenafval en etensresten, deze
ruimte te bieden, onder voorwaarden in het belang van de bescherming van de gezondheid
van mens en dier.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.