Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Thijssen en Bromet over de bijdrage van de sector aan verduurzaming van de landbouw
Vragen van de leden Thijssen (PvdA) en Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over bijdrage van de sector aan verduurzaming landbouw (ingezonden 9 februari 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 28 maart
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Laat rekening niet op bord boeren en burgers landen»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van het NRC-artikel.
Vraag 2
Hoe kijkt u naar de voorstellen uit het artikel, gelet op het feit dat u in op 5 december
2022 in NRC zei: «banken en supermarkten moeten een grotere bijdrage leveren in de
verduurzaming van de agrarische sector»?
Antwoord 2
In het coalitieakkoord is aangekondigd dat de overheid bindende afspraken met ketenpartijen
maakt om de positie van de boer in de keten te versterken. Daarbij wordt een niet-vrijblijvende
bijdrage verwacht van banken, toeleveranciers, de verwerkende industrie en de retail.
In het Landbouwakkoord maak ik hier afspraken over. Hierbij worden zowel vrijwillige
als wettelijke maatregelen meegenomen.
Vraag 3
Welke alternatieve plannen heeft u om banken en supermarkten een grotere bijdrage
te laten leveren aan de verduurzaming van de agrarische sector?
Antwoord 3
In het Landbouwakkoord wil ik onder meer afspraken maken over het vergroten van de
afzet van duurzame producten, het ondersteunen van boeren door middel van meerprijs,
afzetzekerheid en passende financiering en over het transparant maken van deze inzet.
Daarnaast wil ik onderzoek doen naar prijsbeleid onder meer voor het verkleinen van
het prijsverschil tussen duurzame en minder duurzame producten. In de Kamerbrief over
de toekomst van de landbouw (Kamerstuk 30 252, nr.77) heb ik ook aangegeven hoe het kabinet samen met boeren en ketenpartijen gaat werken
aan een toekomstbestendige landbouw.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het adagium «de vervuiler betaalt» ook zou moeten gelden in
de transitie van de landbouw? Zo ja, wie schaart u onder de verantwoordelijke partijen
die moeten meehelpen met het financieren van deze transitie?
Antwoord 4
De transitie van de landbouw is een opgave voor de hele samenleving. In het Landbouwakkoord
wil ik afspraken maken hoe we gezamenlijk de transitie vormgeven. Onderdeel daarvan
zijn bindende afspraken over een niet-vrijblijvende bijdrage van ketenpartijen (banken,
toeleveranciers, verwerkende industrie en de retail).
Vraag 5
Bent u van plan om deze ketenpartijen te laten meebetalen? Zo ja, waar denkt u dan
aan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals bij mijn antwoord op vraag 4 verwoord, verwacht ik van ketenpartijen dat zij
een niet-vrijblijvende bijdrage leveren aan de verduurzaming van de landbouw. Bij
een niet-vrijblijvende bijdrage kan gedacht worden aan afspraken over het vergroten
van de afzet van duurzame landbouwproducten, het betalen van een meerprijs voor verduurzamingsinspanningen
aan boeren, het bieden van afzetzekerheid door het sluiten van langjarige contracten
en het meefinancieren van de transitie bijvoorbeeld in de vorm van innovaties.
Vraag 6
Neemt u maatregelen in overweging die de winstmarges in de keten anders laten neerslaan,
oftewel meer bij de voedselproducenten en minder bij verwerkers en verkooppunten?
Zo ja, aan wat voor maatregelen denkt u dan? Zo nee, waarom neemt u dit niet in overweging?
Antwoord 6
Ik vind het van belang dat boeren een eerlijke prijs ontvangen voor hun product en
dat zij worden beloond voor duurzaamheidsinspanningen. Ketenpartijen moeten hier een
bijdrage aan leveren, bijvoorbeeld door het bieden van ondersteuning bij omschakeling,
een meerprijs voor verduurzaming en afspraken over afzetzekerheid. Daarnaast vind
ik het belangrijk dat de transparantie in de keten wat betreft de impact van voedsel
en verduurzamingsinspanningen vergroot wordt.
Vraag 7
Welke andere dwingende of verplichtende beleidsmaatregelen zijn er in voorbereiding
om de motie van het lid Thijssen c.s. over een verplichte substantiële bail-in in
de transitiekosten uit te voeren (Kamerstuk 33 576, nr. 292)?
Antwoord 7
Het kabinet onderzoekt integraal en in samenhang – ter opvolging van de moties Thijssen2, Maatoug en Van der Plas3, en Beckerman4 – de mogelijke beleidsopties waarmee een financiële bijdrage van ketenpartijen aan
de landbouwtransitie en de stikstofopgave kan worden geborgd. Er wordt in dit kader
een breed scala aan opties onderzocht, inclusief de voor- en nadelen, juridische en
praktische haalbaarheid en economische doeltreffendheid en doelmatigheid, alsmede
de samenhang met de bijdrage die van de overige ketenpartijen wordt verwacht. Parallel
is het kabinet als onderdeel van het Landbouwakkoord in gesprek met de ketenpartijen
over de niet-vrijblijvende bijdrage die zij kunnen leveren en het kabinet wil daar
met hen afspraken over maken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.