Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het karakter en het moment van Provinciale Statenverkiezingen
Vragen van het lid Inge vanDijk (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het karakter en het moment van Provinciale Statenverkiezingen (ingezonden 1 maart 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
28 maart 2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Graag wat provincialer»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat Provinciale Statenverkiezingen zouden moeten gaan over provinciale
thema’s en provinciale kandidaten?
Antwoord 2
Ik deel de mening dat het belangrijk is dat er bij provinciale statenverkiezingen
brede aandacht is voor provinciale thema’s en provinciale kandidaten (en, omdat deze
verkiezingen worden gecombineerd met de waterschapsverkiezingen, ook voor thema’s
die de waterschappen betreffen en voor de kandidaten voor deze verkiezingen).
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het voorstel om de Statenverkiezingen niet allemaal tegelijk op één
dag te houden, maar te spreiden over vier jaar, met voor elke provincie een eigen
verkiezingsdatum?2
Antwoord 3
De auteurs van het artikel waarnaar vragenstelster verwijst, stellen voor om de provinciale
statenverkiezingen te spreiden, waardoor deze verkiezingen minder worden beïnvloed
door de landelijke politiek. De regering heeft op dit punt een ander voorstel gedaan,
waarop ik in mijn antwoord op vraag 6 nader inga.
Voordeel van het tegelijk houden van de provinciale statenverkiezingen is dat kiezers
sterker geattendeerd worden op de verkiezingen. Deze verkiezingen leven meer als zij
tegelijk plaatsvinden. Spreiding zou dan ook wel eens kunnen leiden tot een lagere
opkomst. Ik zou dat onwenselijk vinden.
Gelet op het bovenstaande heb ik op dit moment geen voornemens om voorstellen te doen
die spreiding van de statenverkiezingen mogelijk maken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het mogelijk zou moeten zijn tussentijdse Provinciale Statenverkiezingen
uit te schrijven als een college van gedeputeerde staten valt en de politieke scherven
niet te lijmen zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Op grond van artikel 129, vierde lid, van de Grondwet is de zittingsduur van de gemeenteraad
en van provinciale staten vier jaren, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen.
De grondwetgever heeft aangegeven dat van deze uitzonderingsmogelijkheid alleen gebruik
mag worden gemaakt in incidentele en bijzondere gevallen. Gemeentelijke herindelingen
en grove taakverwaarlozing kunnen als zo’n incidenteel en bijzonder geval worden beschouwd,
maar deze twee voorbeelden zijn niet limitatief. De wetgever zou dus ook in andere
situaties de raad of provinciale staten voortijdig kunnen ontbinden. Naar vaste interpretatie
mag tussentijdse ontbinding van de gemeenteraad of provinciale staten echter niet
als regulier instrument voor de gemeentelijke dan wel provinciale verhoudingen worden
ingezet. Om dat wel mogelijk te maken, zou de Grondwet moeten worden gewijzigd.
In 2020 heeft mijn ambtsvoorganger een notitie naar uw Kamer gestuurd waarin een aantal
varianten van tussentijdse ontbinding van de gemeenteraad (en provinciale staten)
worden uiteengezet.3 Op 17 januari jl. heb ik de inbreng van uw Kamer voor het schriftelijk overleg over
deze notitie beantwoord.4 In deze beantwoording heb ik opgemerkt dat het introduceren van de mogelijkheid de
gemeenteraad (of provinciale staten) tussentijds te ontbinden, één van de mogelijke
instrumenten is om een patstelling als gevolg van verstoorde bestuurlijke verhoudingen
te doorbreken. Graag weeg ik dit instrument af tegen andere mogelijke instrumenten
die een oplossing kunnen bieden voor aanhoudende bestuurlijke problemen. Hierbij kan
zowel worden gedacht aan instrumenten die binnen het huidige wettelijk kader al mogelijk
zijn, eventueel gecombineerd met aanvullend beleid, als aan eventuele nieuwe instrumenten.
Ik heb aangekondigd die eventuele nieuwe instrumenten nader uit te werken en uw Kamer
hierover in het eerste kwartaal van 2023 te informeren. Vervolgens ga ik graag het
gesprek aan met uw Kamer over de verschillende mogelijke oplossingen voor aanhoudende
bestuurlijke problemen.
Vraag 5
Op welke wijze kan de rol van regionale media in de aanloop naar Provinciale Statenverkiezingen
worden versterkt?
Antwoord 5
De rol van de 13 regionale publieke omroepen was in de aanloop naar de provinciale
statenverkiezingen op volle sterkte. Vanaf 16 februari jl. was er in de aanloop naar
de statenverkiezingen voor het eerst in alle provincies een Kieskompas beschikbaar.
De 13 regionale publieke omroepen hebben die digitale stemhulpen samen met een wetenschappelijk
team van Kieskompas gemaakt. Zij hebben ook de financiering daarvan voor hun rekening
genomen.5
Daarnaast hebben de regionale publieke omroepen met hun televisie-uitzendingen in
de aanloop naar de verkiezingen en op de verkiezingsavond zelf volop aandacht besteed
aan de provinciale statenverkiezingen, de verkiezingsuitslagen en de betekenis daarvan
voor de desbetreffende provincie.
Vraag 6
Op welke wijze kan het wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in
overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing,
de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (Kamerstuk
35 532) bijdragen aan versterking van het eigen karakter van Provinciale Statenverkiezingen?
Antwoord 6
Dit voorstel houdt in dat de Eerste Kamer in helften zal worden gekozen, waarbij de
zittingsduur van de senatoren wordt verlengd naar zes jaar. Het voorstel is op dit
moment in eerste lezing aanhangig bij de Eerste Kamer.
Sinds 1983 schrijft de Grondwet voor dat de Eerste Kamerverkiezing binnen drie maanden
na de provinciale statenverkiezingen plaatsvindt (artikel6. Deze verkiezingswijze leidt ertoe dat iedere vier jaar de vraag prominent aan de
orde is of de coalitiepartijen een meerderheid behalen in de Eerste Kamer via de verkiezing
van de provinciale staten.
De verkiezing in helften die de regering voorstelt, zal ertoe leiden dat de verkiezing
van de provinciale staten minder wordt overschaduwd door de verkiezing van de Eerste
Kamer en de aandacht voor landelijke thema’s die daar mede een gevolg van zijn. Hiermee
wordt recht gedaan aan het belang van een zo zuiver mogelijk politiek mandaat voor
besluitvorming op provinciaal niveau.7
Vraag 7
Deelt u de mening dat een sterkere oriëntatie van de Eerste Kamer op de regio de kloof
tussen Den Haag en de regio kan helpen overbruggen?
Antwoord 7
Ja, die mening deel ik. Het is zowel voor de regering als de Eerste en Tweede Kamer
belangrijk om een sterke oriëntatie op alle regio’s te hebben.
Vraag 8
Bent u bereid bij de evaluatie van de Provinciale Statenverkiezingen te onderzoeken
in hoeverre kiezers Provinciale Statenverkiezingen beschouwen als populariteitspeiling
over het kabinetsbeleid en de regeringspartijen?
Antwoord 8
In de rapportage over het Provinciaal en Waterschapskiezersonderzoek Nederland (dat,
met financiering van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
wordt uitgevoerd door de Stichting Kiezersonderzoek Nederland), zal aandacht zijn
voor de vraag in welke mate nationale politiek van belang is voor de stemkeuze bij
provinciale statenverkiezingen. Ik verwacht deze rapportage aan het einde van dit
jaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.