Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over het salaris van de topman van Havenbedrijf Rotterdam
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over het salaris van de topman van het Havenbedrijf Rotterdam (ingezonden 22 februari 2023).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 20 maart 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over het salaris van de topman van het Havenbedrijf
Rotterdam?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten wat uw houding is op het gebied van salariëring van functies bij
bedrijven die (deels) in staatshanden zijn?
Antwoord 2
Mijn bevoegdheid als aandeelhouder ziet op het vaststellen van het beloningsbeleid
voor de raden van bestuur en het vaststellen van vergoedingen van commissarissen.
Het kabinetsbeleid op het gebied van bestuurders- en commissarisbeloningen bij deelnemingen
staat in de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 20222. Daarin staat dat het beloningsbeleid voor bestuurders een deelneming in staat moet
stellen om gekwalificeerde en deskundige bestuurders en commissarissen aan te trekken.
Voor het leiden van ondernemingen is specifieke, marktgerelateerde kennis en ervaring
van belang. Het kabinet vindt een gematigd beloningsbeleid passend gelet op het deels
publieke karakter van een deelneming en het maatschappelijke kapitaal dat een deelneming
beheert. De huidige beloningsniveaus zijn in lijn met het beleid van de staat. Medeaandeelhouders
vinden mogelijk andere beloningsniveaus passend.
Over de salariëring van andere functies binnen staatsdeelnemingen heb ik als aandeelhouder
geen zeggenschap. Wel verwacht ik dat de hoogte van beloningen van bestuurders normerend
werkt voor de rest van het loongebouw binnen de onderneming.
Vraag 3
In welke gevallen vindt u dat werknemers bij bedrijven die in handen zijn van de Staat
boven de WNT-norm mogen verdienen en in welke mate?
Antwoord 3
De Wet normering topinkomens (hierna: WNT) is niet van toepassing op staatsdeelnemingen.
Het gaat hier om vennootschappen die een onderneming drijven. Het feit dat de Staat
daarvan aandeelhouder is maakt dat niet anders.
De verantwoordelijkheid voor het loongebouw ligt bij de raad van bestuur. Het is aan
de deelnemingen zelf om hun loongebouw zo in te richten dat zij werknemers met de
juiste kennis en vaardigheden aan kunnen trekken. Het kabinetsbeleid voor bestuurders
is erop gericht dat een deelneming in staat is om gekwalificeerde en deskundige bestuurders
en commissarissen aan te trekken.
Vraag 4
Hoe kijkt u aan tegen dit type beloningen in een tijd dat er door heel het land gestaakt
wordt door werknemers met veel lagere salarissen om ten minste het verlies aan koopkracht
gecompenseerd te krijgen?
Antwoord 4
Ik vind het belangrijk dat deelnemingen goede werknemers aan kunnen trekken. Welk
salarisniveau daarvoor vereist is, bepaalt de raad van bestuur, waarbij ik verwacht
dat de hoogte van beloningen van bestuurders normerend werkt voor de rest van het
salarisgebouw binnen de onderneming.
Vraag 5 en 6
Wat vindt u van het feit dat er sinds de verzelfstandiging in 2004 nu 18 mensen actief
zijn binnen het Havenbedrijf die meer verdienen dan de WNT-norm?
Bent u eveneens van mening dat er een maximum moet komen aan functies die binnen een
staatsdeelneming boven de WNT-norm mogen verdienen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 en 6
De WNT is niet van toepassing op staatsdeelnemingen. Het is aan de deelnemingen zelf
om hun loongebouw zo in te richten dat zij werknemers met de juiste kennis en vaardigheden
aan kunnen trekken. Een beslissing om werknemers boven de WNT-norm te belonen is dan
ook aan de raad van bestuur van het Havenbedrijf.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.