Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van Kwint over de gevolgen van gemeentelijke aanbestedingen voor kinderen in Maastricht
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen van gemeentelijke aanbestedingen voor kinderen in Maastricht (ingezonden 16 februari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 maart
2023).
Vraag 1 en 2
Wat is uw reactie op de e-mail van Stichting Bibihuis uit Maastricht waaruit blijkt
dat kinderen met gecompliceerde en meervoudige problematiek hun vertrouwde plek kwijtraken,
omdat het samenwerkingsverband waar deze stichting onder valt, niet is aanbesteed
door de gemeente?1
Deelt u de zorgen van de Stichting Bibihuis dat de continuïteit van zorg in Zuid-Limburg
in gevaar is en kinderen daarvan de dupe worden? Zo ja, wat bent u bereid hieraan
te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 en 2
Voor kinderen en hun naasten is het van belang dat de continuïteit van zorg gewaarborgd
blijft. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van jeugdhulp
en continuïteit van hulpverlening. Het is ook de verantwoordelijkheid van gemeenten
erop toe te zien dat – indien sprake is van overdracht van jeugdhulp aan andere aanbieders
– de aanbieder in overleg treedt over de overname van het betrokken personeel en het
zoveel mogelijk voortzetten van bestaande hulpverleningsrelaties tussen jeugdhulpverleners
en jeugdigen of ouders. In Zuid-Limburg werken gemeenten daarbij samen in een jeugdhulpregio
met Maastricht als centrumgemeente. Ik zie toe op de continuïteit van zorg voor jeugdigen.
Naar ik begrijp van gemeentenkon het samenwerkingsverband waarin Bibihuis deelnam
niet voldoen aan de inschrijvingseisen bij de aanbesteding en zijn er voldoende zorgaanbieders
gecontracteerd om de continuïteit van zorg te garanderen. Voor kinderen in zorg bij
niet gecontracteerde partijen, zoals Bibihuis, geldt dat lopende arrangementen waar
mogelijk in 2023 worden afgerond door de bestaande zorgaanbieder. Uiterlijk op 31 december
2023 dient de zorg van niet gecontracteerde aanbieders, zoals Bibihuis, te zijn over
gedragen naar een gecontracteerde zorgorganisatie, tenzij er een beroep moet worden
gedaan op verlenging om continuïteit van zorg te borgen. Gemeenten houden daarbij
een vinger aan de pols en zijn continu in gesprek met zorgaanbieders om continuïteit
van zorg te garanderen.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de tegenstrijdigheid die zich voordoet in Maastricht betreffende
de vrije keuze van cliënten zoals in de Jeugdwet omschreven, namelijk dat ouders,
kinderen en voogden aangeven dat zij continuering van zorg in het Bibihuis willen
en volgens de gemeente Maastricht alleen gekozen mag worden uit de poule van gecontracteerde
zorgaanbieders?
Antwoord 3
De Jeugdwet schrijft niet voor dat gemeenten ouders ongeclausuleerde keuzevrijheid
moeten garanderen. Jeugdigen en hun naasten wordt voor zover mogelijk keuzevrijheid
geboden en het beleid dient voldoende afgewogen en onderbouwd te worden. Gemeenten
in Zuid-Limburg hebben aangegeven cliënten zoveel mogelijk keuzevrijheid te bieden.
De beide gecontracteerde samenwerkingsverbanden bestaan daarom uit een gevarieerde
samenstelling van in totaal 35 zorgaanbieders (zowel grote als kleine organisaties)
met diverse woonvormen. Zorgaanbieders kunnen verspreid over de regio woonplekken
aanbieden voor jeugdigen, zodat jeugdigen in de eigen omgeving opgevangen kunnen worden
en hun sociale netwerk kunnen behouden. Mede om de keuzevrijheid van cliënten te borgen
organiseren gemeenten in Zuid-Limburg bij de toegang de intake van cliënten in samenspraak
met de gecontracteerde partijen.
Vraag 4
Zijn u meer signalen bekend van kleinschalige zorgaanbieders in de jeugdzorg die het
onderspit delven in aanbestedingen in gemeenten, zoals in Maastricht? Zo ja, kunt
u dit toelichten?
Antwoord 4
Het is mij bekend dat niet alle jeugdhulpaanbieders (zowel grote als kleine organisaties)
bij aanbestedingen gecontracteerd kunnen worden door gemeenten. Gemeenten moeten in
de aanbestedingsprocedures in beginsel rekening houden met kleine en grote aanbieders.
Zij kunnen hiervan alleen gemotiveerd afwijken. Doen zij dat niet (of onvoldoende)
gemotiveerd, dan zijn er in het aanbestedingsrecht diverse laagdrempelige klachtmogelijkheden
voor aanbieders. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid een klacht in te dienen bij
de gemeenten zelf of bij de Commissie van Aanbestedingsexperts.
Vraag 5 en 6
Deelt u de mening dat juist kleinschalige zorg in de jeugdzorg het uitgangspunt moet
zijn en kwalitatief goede kleinschalige zorgaanbieders niet mogen verdwijnen enkel
omdat zij niet worden aanbesteed door gemeente? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bent u bereid om met gemeenten in gesprek te gaan om ervoor te zorgen dat kleinschalige
opvanglocaties in de jeugdzorg blijven bestaan en dat hiermee rekening gehouden wordt
in aanbestedingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 en 6
Ik deel de mening dat we residentiële jeugdhulp moeten transformeren naar een zo thuis
mogelijke, regionaal georganiseerde kleinschalige vorm. Kleinschaligheid biedt meer
kans op een veilig en positief leefklimaat, maatwerk en onvoorwaardelijk wonen. Hoe
gemeenten dat doen in overleg met aanbieders is hun verantwoordelijkheid. Mijn inzet
is om met gemeenten en aanbieders hierover afspraken te maken en ik verwijs hiervoor
naar de brief aan uw Kamer over gesloten jeugdhulp2. Zoals hierboven benoemd is de verantwoordelijkheid van het Rijk toe te zien op de
continuïteit van zorg voor jeugdigen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.