Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boucke en Dekker-Abdulaziz over het bericht ‘Provincie Utrecht gebruikt als eerste overheid in Nederland een eerlijke CO2-prijs’
Vragen van de leden Boucke en Dekker-Abdulaziz (beiden D66) aan de Ministers voor Klimaat en Energie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Provincie Utrecht gebruikt als eerste overheid in Nederland een eerlijke CO2-prijs» (ingezonden 31 januari 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 16 maart 2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het besluit van Provincie Utrecht om de kosten van klimaatverandering
mee te wegen in de beleidsafwegingen en -keuzes?1
Antwoord 1
Provincies spelen een belangrijke rol in de klimaattransitie, niet alleen met hun
beleid maar ook met hun aanbestedingen. Het is logisch dat zij de kosten van klimaatverandering,
samen met andere maatschappelijke kosten, meenemen in hun besluitvorming. De provincie
Utrecht neemt een voortrekkersrol door actief te kijken naar hoe zij het beste klimaatkosten
kunnen meenemen.
Vraag 2
In hoeverre neemt de rijksoverheid de kosten van (toekomstige) klimaatverandering
mee in haar beleidskeuzes? Zit dit in de Algemene Leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyses?
Of in het integraal afwegingskader (IAK) voor beleid en regelgeving? Als dit nog niet
gebeurt, bent u dan bereid om een methode te ontwikkelen om de kosten van (toekomstige)
klimaatverandering mee te wegen in alle beleidskeuzes?
Antwoord 2
Het IAK biedt beleidsmakers en wetgevingsjuristen brede, praktische normen waaraan
goed beleid en goede regelgeving moeten voldoen. Binnen het IAK is het van belang
om zowel de beoogde als de niet-beoogde milieueffecten in kaart te brengen. De effecten
van beleid en/of projecten op klimaatverandering worden meegenomen via CO2-prijzen. Voor de beleidsbeoordeling met maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s)
wordt daarbij geadviseerd om het voorgenomen beleid niet alleen af te zetten tegen
het Welvaart en Leefomgeving (WLO)-hoog- en WLO-laag-scenario maar ook een gevoeligheidsanalyse
uit te voeren bij CO2-prijzen die passen bij een tweegradenverkenning. Dit gebeurt ook in de MKBA-praktijk.
Met de gevoeligheidsanalyse wordt getoetst of de uitkomsten van de MKBA ook nog robuust
zijn bij CO2-prijzen passend bij een toekomst met twee graden opwarming.
Vraag 3
Op welke beleidsterreinen vindt u het opportuun om de kosten van (toekomstige) klimaatverandering
mee te wegen in de beleidskeuzes? En voor welke dus niet? Graag een toelichting.
Antwoord 3
Onze wereld zal onder invloed van klimaatverandering voortdurend en ingrijpend blijven
veranderen. Daarmee raakt klimaatverandering aan veel beleidsterreinen. Ik wil er
geen op voorhand uitsluiten. Het meewegen van de kosten van (toekomstige) klimaatverandering
uitgedrukt in een CO2-prijs is verder vooral van belang voor beleid op beleidsterreinen met grote effecten
op de uitstoot van broeikasgassen. (In die CO2-prijs worden de kosten van allerlei inspanningen om de uitstoot te beperken meegenomen.)
Dit is omdat de vertaling van (toekomstige) klimaatverandering in het hanteren van
andere CO2-prijzen daar mogelijk tot andere beleidsvoorkeuren leidt. Voor beleid zonder grote
effecten op de uitstoot van broeikasgassen is dit dus minder relevant.
Vraag 4
Wat vindt u een goede CO2-prijs wanneer het gaat om het meewegen van de kosten van klimaatverandering in rijksbeleid?
Wat vindt u van de methode van het Planbureau voor de Leefomgeving om te rekenen met
de efficiënte CO2-prijs? Wat is de huidige efficiënte CO2-prijs? Kunt u reflecteren op het verschil tussen de efficiënte CO2-prijs en de door Provincie Utrecht gehanteerde CO2-prijs?2
Antwoord 4
Een goede CO2-prijs is een prijs die huidige en toekomstige kosten vanuit het brede welvaartsperspectief
zo goed mogelijk reflecteert en tot stand komt op basis van een consistente en transparante
werkwijze. In 2022 hebben het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving
nog een aanvulling op de Algemene MKBA-leidraad gepubliceerd om het bredewelvaartsperspectief
beter mee te nemen. Zij werken bovendien aan een nieuwe WLO-studie (verwacht in 2024)
waarbij de efficiënte CO2-prijzen geactualiseerd worden.
De efficiënte CO2-prijs is de prijs die nodig is om de cumulatieve CO2-reductie in een scenario tegen de laagst mogelijke kosten te realiseren. Hantering
van de efficiënte CO2-prijs is een praktische manier om in een MKBA te bepalen of een voorgenomen maatregel
efficiënt bijdraagt aan het behalen van de beoogde emissiereductie (in het gegeven
scenario). De efficiënte CO2-prijs is daarmee een nuttig instrument.
De huidige efficiënte CO2-prijzen (zoals gehanteerd door de planbureaus in WLO-hoog, WLO-laag en de twee-gradenverkenning)
zijn als volgt:
Efficiënte CO2-prijs (in euro per ton) in de twee WLO-scenario’s en de tweegradenonzekerheidsverkenning.
De prijs loopt lineair op in tussenliggende jaren. Bron: CPB & PBL (2016). WLO-klimaatscenario’s
en de waardering van CO2-uitstoot in MKBA’s.
Efficiënte CO2-prijs
2015
2030
2050
WLO-Hoog
48
80
160
WLO-Laag
12
20
40
Tweegraden»
60–300
100–500
200–1.000
De prijs die Utrecht hanteert is hoger dan de hierboven vermelde prijzen. De verschillen
worden verklaard door verschil in aanpak. De planbureaus hanteren het concept van
preventiekosten; de kosten van de inspanningen om de uitstoot te beperken. De prijs
die de Provincie hanteert is gebaseerd op «maatschappelijke kosten» (Social Cost of
Climate Change); de kosten (schade) die zouden ontstaan bij het ontbreken van beleid.
Daarbovenop hanteren zij ook nog een risico-opslag (25%) om het risico van het overschrijden
van «kantelpunten» mee te nemen. «Kantelpunten» zijn momenten waarop klimaatverandering
plotseling extra versnelt, doordat een kritische grens overschreden is, bijvoorbeeld
door het afbreken van een landijsmassa. Kantelpunten zijn moeilijk te voorspellen
en dus hanteert men de risico-opslag als benadering.
Vraag 5
Bent u bereid om, zoals Provincie Utrecht graag wil, mee te werken aan het komen tot
een landelijke CO2-prijs voor beleidskeuzes? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja. Zoals hierboven is aangegeven zijn er door de planbureaus ook al landelijke CO2-prijzen vastgesteld. De planbureaus zullen de WLO-scenario’s in 2024 actualiseren,
inclusief aangepaste CO2-prijzen en inclusief een scenario met wereldwijde opwarming in 2100 «well below»
twee graden. Tijdens de voorbereiding zal vanuit het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat verzocht worden om te reflecteren op de Utrechtse aanpak.
Vraag 6
Bent u bereid om minsters te verzoeken om in hun (duurzame) jaarverslagen te rapporteren
over de kosten van (toekomstige) klimaatverandering als gevolg van de beleidskeuzes?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Dit laat ik graag aan de Ministers zelf. Zij kunnen zelf de meerwaarde daarvan beoordelen.
Overigens span ik mij samen met andere departementen in voor consistente weergave
van klimaatuitgaven, zoals ik aangaf in mijn reactie op de kamerbrief Inzicht in uitgaven
klimaatbeleid van de Algemene Rekenkamer.
Vraag 7
Bent u bereid om Ministers te verzoeken om de klimaatkosten in de beslisnota’s op
te nemen zodat de klimaatimpact van het gevoerde beleid voor iedereen inzichtelijk
wordt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik laat het graag aan de Ministers om dit per geval te beoordelen. Bij besluiten met
(potentieel) grote klimaateffecten is het natuurlijk belangrijk om deze goed in kaart
te brengen en in de besluitvorming te betrekken. Het klimaatbeleid wordt rechtvaardiger
en kan rekenen op meer draagvlak als desinvesteringen worden voorkomen. Wanneer men
MKBA’s gebruikt dienen de klimaatkosten sowieso al meegenomen te worden. Andere besluiten
zullen echter geen of slechts heel beperkte klimaateffecten hebben. Dan is het de
moeite niet waard om dit uitgebreid in kaart te brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.