Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over kinderontvoeringen naar Polen en het negeren van een Europees Aanhoudingsbevel
Vragen het lid Ellian (VVD) aan de Ministers voor Rechtsbescherming, van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over kinderontvoeringen naar Polen en het negeren van een Europees Aanhoudingsbevel (ingezonden 14 februari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 16 maart 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de casus van de gezochte Nederlandse moeder en de vier ontvoerde
kinderen uit Zwolle? Zo nee, bent u bereid kennis te nemen van de casus?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met deze casus.
Vraag 2, 3 en 4
Wat is uw beeld ten aanzien van de toepassing van weigeringsronden uit het Haags Kinderontvoeringsverdrag
door landen zoals Polen waar gerechtelijke procedures traag verlopen?
In hoeverre herkent u het beeld dat Poolse rechters in het voordeel van de ontvoerende
moeder vonnis wijzen?
Waarom weigert een land, zoals bijvoorbeeld Polen, om kinderen terug te geleiden naar
Nederland indien daartoe door een rechter is besloten?
Antwoord 2, 3 en 4
Ik herken het door u geschetste beeld ten dele. In sommige gevallen wordt een beroep
gedaan op de weigeringsgronden in het Haags kinderontvoeringsverdrag in het voordeel
van de meenemende ouder. Daarnaast ondervinden sommige ouders problemen bij de tenuitvoerlegging
van beslissingen tot teruggeleiding van hun kinderen naar Nederland. In principe staat
dit los van de toepassing van eventuele weigeringsgronden door de rechter. Die problemen
bij de tenuitvoerlegging vinden hun oorsprong in het nationale recht van het betreffende
land. Het kabinet volgt deze problematiek nauwgezet en spreekt relevante landen hier
bij gelegenheid op aan. Te meer omdat ik veel waarde hecht aan een correcte naleving
van het Haags kinderontvoeringsverdrag.
Vraag 5
Welke stappen gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat de kinderen waarvan de rechter
geoordeeld heeft dat zij naar Nederland moeten, zoals in de casus als benoemd in vraag
1, ook daadwerkelijk zo snel mogelijk naar Nederland worden teruggebracht?
Antwoord 5
De Nederlandse Centrale autoriteit vraagt bij bilaterale contacten met Polen voortdurend
aandacht voor correcte naleving van het Haags kinderontvoeringsverdrag. Ook in een
breder verband wordt hierop aangedrongen: samen met een aantal andere lidstaten heeft
Nederland zich in december 2022 gevoegd in een zaak voor het Hof van Justitie van
de Europese Unie. In deze zaak is door een Poolse rechter een prejudiciële vraag gesteld
over strijdigheid tussen Poolse wetgeving en Europese regelgeving op het gebied van
internationale kinderontvoering. Het Hof heeft deze prejudiciële vraag inmiddels bevestigend
beantwoord. Ook binnen de Europese Commissie is aandacht voor de naleving van het
Haags kinderontvoeringsverdrag. Om deze reden is de Europese Commissie een zogenaamde
inbreukprocedure tegen Polen gestart.
Vraag 6
Waarom weigeren de Poolse autoriteiten om een Europees Aanhoudingsbevel uit te voeren
en wat vindt u daarvan?
Antwoord 6
Het is aan de rechter van de aangezochte lidstaat om een besluit te nemen over de
uitvoering van een Europees Aanhoudingsbevel. Op een rechterlijke beslissing van een
andere lidstaat van de Europese Unie in een individuele zaak kan ik niet ingaan.
Vraag 7
Hoe ziet u de toekomst van het Haags Kinderontvoeringsverdrag indien dit verdrag in
veel gevallen niet meer dan een papieren tijger blijkt te zijn?
Antwoord 7
Landen die zijn aangesloten bij de verordening Brussel II ter en het Haags kinderontvoeringsverdrag
– zoals Polen – zijn gehouden deze na te leven. Indien een land het verdrag structureel
niet nakomt, spreekt het kabinet het desbetreffende land daarop aan. Zoals ook gemeld
in mijn brief van 16 december jl. wordt gewerkt aan een protocol om landen te kunnen
aanspreken op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de naleving van het Haags kinderontvoeringsverdrag2. Het protocol moet duidelijk maken wie wanneer in actie komt en welke diplomatieke
wegen kunnen worden bewandeld om de betrokken verdragslanden te kunnen aanspreken.
Dit protocol zal volgens de huidige planning voor de zomerreces van 2023 worden opgeleverd,
periodiek worden geëvalueerd en waar nodig aangescherpt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.