Schriftelijke vragen : De opvang van asielzoekers in Hotel aan de Linge
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de opvang van asielzoekers in Hotel aan de Linge (ingezonden 15 maart 2023).
Vraag 1
Kent u het artikel «Eigenaar Hotel aan de Linge fel tegen asielzoekers in het pand,
maar rechter geeft groen licht voor opvang»?1, 2
Vraag 2
Bent u ook bekend met het vonnis van de rechter die heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst
inderdaad is geschonden?
Vraag 3
Vindt u het ook kwalijk en in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur,
dat bij de onderhandelingen de eigenaar van het hotel niet is gehoord en het bericht
in de media heeft moeten lezen?3
Vraag 4
Kunt u vanuit uw positie onderbouwen waarom tegen de wens en de rechten van de eigenaar
toch werd overgegaan tot plaatsing van asielzoekers in alle kamers van het Hotel aan
de Linge?
Vraag 5
Kunt u gedetailleerd uitleggen, met voorbeelden erbij, wanneer exact sprake is van
een «crisis» zoals omschreven in de Wet Veiligheidsregio’s: «een situatie waarin een
vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden aangetast»?
Vraag 6
Ziet u de gevaren van deze uitspraak van de rechter nu tegen de kenbare wil van de
rechtmatige eigenaar een pand door de overheid als het ware «in beslag kan worden
genomen» met een beroep op het asielprobleem? Worden de grondrechten neergelegd in
artikel 14 van de Grondwet en artikel 1 van het Protocol bij het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens, zo niet enorm ver uitgehold?
Vraag 7
Vindt u dat met een beroep op het «algemeen belang», altijd panden ten behoeve van
asielzoekers in beslag moeten kunnen worden genomen, ook tegen de wil van de eigenaar
in? Waarom is «het algemeen belang» nooit toegepast op de ruim 30.000 daklozen die
ons land kent?4 Is dat niet discriminerend?
Indieners
-
Gericht aan
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.