Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over diefstal bij huiseigenaren
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over diefstal bij huiseigenaren (ingezonden 16 februari 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
13 maart 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat eigenaren van huizen in de gemeente Haarlem een peperdure
administratieve handeling van 600 euro moeten verrichten om eigen kinderen in de eigen
woning te laten wonen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zijn er elders in het land gelijksoortige gemeentelijke vergunningen? Graag een overzicht.
Antwoord 2
De opkoopbescherming is inmiddels door ruim 20 gemeenten ingevoerd. Het instrument
is in ieder geval ingevoerd door de volgende gemeenten: Alblasserdam, Almere, Amersfoort,
Amstelveen, Amsterdam, Arnhem, Breda, Bunnik, Den Bosch, Den Haag, Den Helder, Diemen,
Dordrecht, Eindhoven, Gouda, Groningen, Haarlem, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam,
Tilburg, Utrecht, Wageningen, Zeist en Zwijndrecht. Ook zijn er nog verschillende
gemeenten die overwegen het instrument in te voeren.
De opkoopbescherming is een verbod op het verhuren van een aangekochte koopwoning
in een gebied dat is aangewezen door de gemeente. De opkoopbescherming kan alleen
worden ingevoerd voor goedkope en middeldure koopwoningen en wanneer de gemeente dat
noodzakelijk en geschikt acht voor het bestrijden van schaarste aan deze koopwoningen
of voor het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving.
Er zijn drie uitzonderingen op de opkoopbescherming. In die gevallen moet de gemeente
een vergunning verlenen als een eigenaar de woning toch wil verhuren. Het gaat dan
om:
• Verhuur aan familie (eerste en tweedegraads bloed- en aanverwanten);
• De woonruimte maakt onlosmakelijk onderdeel uit van een winkel-, kantoor- of bedrijfspand;
• Tijdelijk verhuren voor een termijn van ten hoogste 12 maanden, anders dan voor toeristische
verhuur.
Voor de tijdelijke verhuur geldt de voorwaarde dat de eigenaar de woning minimaal
één jaar zelf heeft bewoond. Daarnaast kunnen gemeenten zelf extra uitzonderingsgevallen
vaststellen die passend zijn bij de problematiek en samenstelling van de buurt. Alle
gemeenten die een opkoopbescherming in hebben gevoerd, werken met vergunningen voor
de bovengenoemde uitzonderingen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het van de zotte is dat huiseigenaren moeten betalen om eigen
kinderen in eigen huizen te laten wonen? Zo ja, wat gaat u doen om deze vorm van pure
diefstal te schrappen? Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord 3
De opkoopbescherming betekent in principe een verbod op verhuur van een nieuw aangekochte
koopwoning, tenzij de eigenaar in aanmerking komt voor een vergunning. De verantwoordelijkheid
voor het aanvragen van een vergunning ligt bij de eigenaar. Het aanvragen van een
vergunning kost een gemeente tijd en capaciteit. Het is bij de aanvraag van vergunningen
gebruikelijk dat de kosten die een gemeente maakt worden doorbelast naar de aanvrager.
Het verbod om zonder vergunning een woning te verhuren is een vergunningsstelsel als
bedoeld in de Dienstenrichtlijn.2 Uit artikel 13, lid, 2 van de Dienstenrichtlijn volgt dat eventuele kosten voor de
aanvragers in verband met hun aanvraag redelijk en evenredig moeten zijn met de kosten
van de vergunningsprocedures in kwestie en dat deze de kosten van de procedures niet
mogen overschrijden. Kortgezegd betekent dit dat de leges voor het in behandeling
nemen van vergunningaanvragen die onder de Dienstenrichtlijn vallen niet hoger dan
kostendekkend mogen zijn.
Onderstaand een overzicht van de leges voor het aanvragen van een vergunning onder
de opkoopbescherming in enkele gemeenten.
gemeente
Hoogte leges (januari 2023)1
Alblasserdam
476 euro
Amsterdam
279,15 euro
Bunnik
586,70 euro
Den Haag
300 euro
Dordrecht
476 euro
Haarlem
626 euro
Rotterdam
304 euro
Utrecht
376,45 euro
Wageningen
500 euro
Zwijndrecht
476,50 euro
X Noot
1
Dit zijn de tarieven die de betreffende gemeenten op hun websites hebben staan.
Het is op basis van enkel een tarief lastig om te bepalen of deze hoger dan kostendekkend
is. De kosten die een gemeente maakt voor de aanvraag verschilt per gemeente. Wel
heb ik de gemeente Haarlem geïnformeerd over het feit dat de leges niet hoger dan
kostendekkend mogen zijn. Zij moeten zelf beoordelen of dit het geval is. De gemeente
Haarlem is zich hiervan bewust. De leges die zij vragen zijn voor 63% kostendekkend.
Dat wil zeggen dat de kosten die worden gemaakt voor het behandelen van dit type vergunningaanvragen
voor 63% worden gedekt uit de leges.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.