Schriftelijke vragen : Het feit dat sinds november 700 Iraanse meisjes op school zijn vergiftigd
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks) en Piri (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het feit dat sinds november 700 Iraanse meisjes op school zijn vergiftigd (ingezonden 10 maart 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat sinds november al bijna 700 meisjes vergiftigd zijn
op school in Iran, op maar liefst 58 scholen in het land?1, 2
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen de notie in dit artikel dat sommige Iraniërs speculeren dat
de schoolmeisjes worden vergiftigd door het regime als wraakactie tegen de demonstraties
naar aanleiding van de dood van Mahsa Amini?
Vraag 3
Wat is uw appreciatie van het feit dat Iraanse autoriteiten volgens Human Rights Watch
tegenstrijdige verklaringen afleggen, de ernst van de aanvallen bagatelliseren ondanks
de woede van ouders en studenten? Deelt u het vermoeden dat het Iraanse regime direct
of indirect verantwoordelijk is voor deze gruwelijke misdaden?3
Vraag 4
Klopt het dat het regime tot nu toe nog niets gedaan heeft om een einde te maken aan
deze gifgasaanvallen, en dat er niets wordt gedaan om nieuwe aanvallen te voorkomen?
Vraag 5
Deelt u de mening dat we als het gaat om verantwoordelijkheid en gerechtigheid weinig
kunnen verwachten van het feit dat Iran nu zegt zelf onderzoek te gaan doen naar deze
aanvallen mede gezien het feit dat Iran een slechte trackrecord heeft als het gaat
om onderzoek naar geweld tegen meisjes en vrouwen4, het regime al maandenlang op gruwelijke wijze protesten neerslaat, waarbij duizenden
vrouwen gearresteerd zijn en honderden vermoord, en jonge mannen vermoord zijn zonder
eerlijk juridisch proces?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de internationale gemeenschap een rol moet spelen om te zorgen
dat de daders verantwoordelijk gehouden worden voor deze misdaden?
Vraag 7
Bent u bereid om als Nederland de lead te nemen in het opzetten van concrete programma’s
die mensenrechtenverdedigers, journalisten en burgers kunnen trainen in het verzamelen
van bewijsmateriaal dat gebruikt kan worden in rechtszaken tegen de misdaden die nu
in Iran plaatsvinden?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat er een centraal punt komt voor het
verzamelen van bewijsmateriaal dat in juridische procedures gebruikt kan worden en
dat nu apart door verschillende mensenrechtenorganisaties, activisten en journalisten
verzameld wordt?
Vraag 9
Bent u bereid om samen met de internationale gemeenschap, zoals bijvoorbeeld het Internationaal
Strafhof (ICC) te bekijken hoe zo’n programma ontwikkeld en uitgevoerd kan worden,
en hoe er een (online) centraal verzamelpunt opgezet kan worden dat toegankelijk is
voor burgers, journalisten en activisten in Iran?
Vraag 10
Bent u daarnaast bereid om de hoofdaanklager van het ICC te vragen een onderzoek in
te stellen naar de chemische aanvallen op de schoolmeisjes?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Tom van der Lee, Kamerlid -
Medeindiener
Kati Piri, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.