Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ceder, Eppink, Van der Staaij, Van der Plas en Agnes Mulder over de ontmoeting tussen de minister-president en de Azerbeidzjaanse president Aliyev
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie), Eppink (JA21), Van der Staaij (SGP), Van der Plas (BBB) en AgnesMulder (CDA) aan de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken over de ontmoeting tussen de Minister-President en de Azerbeidzjaanse president Aliyev (ingezonden 16 februari 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President
(ontvangen 8 maart 2023)
Vraag 1
Wat was de bedoeling van het gesprek met de Azerbeidzjaanse president Aliyev in Davos
in januari?1 Met welke andere regeringsleiders of staatshoofden heeft u in Davos dergelijke gesprekken
gevoerd?
Antwoord 1
Het bilaterale gesprek met de Azerbeidzjaanse president Aliyev heeft op verzoek van
Nederland plaatsgevonden. De bedoeling van het gesprek was het overbrengen van de
Nederlandse zorgen over de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach als gevolg van
de de facto blokkade van de Laçın-corridor en te spreken over het vredesproces tussen Armenië
en Azerbeidzjan, evenals over geopolitieke ontwikkelingen en de Russische agressieoorlog
in Oekraïne.
Tijdens het World Economic Forum in Davos heeft de Minister-President gesproken met meerdere regeringsleiders en staatshoofden.
Zo hebben er bilaterale gesprekken plaatsgevonden met de bondspresident van Zwitserland,
de president van Ecuador, de president van Irak, de president van Moldavië, de Minister-President
van Tunesië, en de president van de Koerdische Autonome Regio.
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom dit gesprek met president Aliyev nuttig is geweest?
Antwoord 2
Het gesprek bood de mogelijkheid op het hoogste niveau de Nederlandse positie over
de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach als gevolg van de de factoblokkade van de Laçın-corridor over te brengen. Voorts bood de ontmoeting gelegenheid
te spreken over het vredesproces tussen Armenië en Azerbeidzjan. De Minister-President
heeft in het gesprek steun uitgesproken voor het EU-bemiddelingsproces onder leiding
van de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel. Tevens werd gesproken over
de Russische agressieoorlog in Oekraïne. Azerbeidzjan steunt de territoriale integriteit
en soevereiniteit van Oekraïne en levert humanitaire hulp.
Vraag 3
Klopt het dat u president Aliyev bedankt heeft voor de gasleveranties aan Europa?
Klopt het dat Azerbeidzjan gas uit Rusland importeert?2 Betekent dit dat de levering van gas aan Europa door Azerbeidzjan in elk geval deels
gecompenseerd wordt met de import van Russisch gas? Indien dit niet klopt, kunt u
uitleggen waarom dat zo is volgens u? Deelt u de mening dat Europa op deze manier
indirect toch weer Russisch gas koopt? Zo nee, waarom niet? Kunt u uitsluiten dat
de opbrengsten hiervan bij Russische leveranciers terecht komen?
Antwoord 3
Tijdens voornoemd gesprek is door beide zijden tevredenheid uitgesproken over de Azerbeidzjaanse
gasleveranties aan de EU en de intentie om deze verder te verhogen conform het medio
vorig jaar tussen de EU en Azerbeidzjan afgesloten Memorandum of Understanding inzake een strategisch energiepartnerschap. Voor zover bekend bedroegen de Azerbeidzjaanse
gasleveranties aan de EU afgelopen jaar 11,4 miljard kubieke meter (en daarbovenop
8,4 miljard kubieke meter aan Turkije). Volgens mediaberichten importeert Azerbeidzjan
via een tijdelijk contract gedurende een half jaar (november »22 – maart »23) maximaal
1 miljard kubieke meter Russisch gas voor binnenlands gebruik. Dit betekent dat Azerbeidzjan
gasleveranties aan de EU en Turkije in de genoemde periode voor een beperkt deel opvangt
met gasleveranties vanuit Rusland.
De EU bouwt in het kader van de REPowerEU-strategie de afhankelijkheid van Russisch gas zo snel mogelijk af. Dit is ook één
van de doelen van voornoemd Memorandum of Understanding tussen de EU en Azerbeidzjan. De Europese Commissie heeft dan ook aangekondigd de
kwestie van Russische gasimporten door Azerbeidzjan in de context van de implementatie
van het MoU met de Azerbeidzjaanse autoriteiten te gaan bespreken.3
Vraag 4 en 5
Hoe heeft u gereageerd op de bewering van president Aliyev dat de blokkade van de
Lachin-corridor een gerechtvaardigde reactie van de Azerbeidzjaanse bevolking en maatschappelijke
organisaties is op de «illegale exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van Azerbeidzjan
in gebieden waar de Russische vredeshandhavers tijdelijk gestationeerd zijn»? Acht
u dit een geloofwaardige bewering en kunt u toelichten waarom wel of niet?
Heeft u de blokkade van de Lachin-corridor veroordeeld en de opening ervan geëist?
Deelt u de analyse dat Azerbeidzjan met de blokkade een etnische zuivering van het
gebied Nagorno-Karabach probeert te bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke
Europese actie acht u passend hierop? Hoe draagt u eraan bij dat die passende reactie
volgt?
Antwoord vragen 4 en 5
Tijdens het gesprek heeft de Minister-President de Nederlandse zorgen over de humanitaire
situatie in Nagorno-Karabach als gevolg van de de factoblokkade van de Laçın-corridor overgebracht. Azerbeidzjan geeft aan dat het zich zorgen
maakt over het gebrek aan controle over hetgeen via de Laçın-weg wordt vervoerd. De
Minister-President heeft in het gesprek benadrukt dat een burgerbevolking nooit het
slachtoffer mag worden van een politieke situatie. Zie voorts het antwoord op vraag
7.
Vraag 6
Heeft u president Aliyev ook gewezen op de uitspraak van het Europese Hof voor de
Rechten van de Mens dat in december al uitgesproken heeft dat Azerbeidzjan ernstig
zieken en mensen zonder middelen van bestaan moet doorlaten? Heeft u de president
erop gewezen dat Azerbeidzjan volgens het Hof zelf deze uitspraak niet uitvoert?4
Antwoord 6
Nederland heeft op woensdag 9 februari jl., samen met enkele andere lidstaten, geïntervenieerd
bij het Comité van Ministers (CM) van de Raad van Europa (RvE), waarbij Azerbeidzjan
werd opgeroepen om uitvoering te geven aan de voorlopige maatregelen van het Europese
Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) inzake de Laçın-corridor. Op 22 februari jl.
heeft het Internationaal Gerechtshof voorlopige maatregelen aan Azerbeidzjan opgelegd
om vrije doorgang van de Laçın-corridor in beide richtingen te verzekeren. In de uitspraak
refereerde het Hof aan de verplichtingen van Azerbeidzjan onder het trilaterale akkoord
uit 2020. Nederland zal Azerbeidzjan blijven oproepen om aan zijn juridische verplichtingen
te voldoen en vrije doorgang te bewerkstelligen.5 De EU heeft op 23 februari 2023 dezelfde boodschap afgegeven.6 In het gesprek met president Aliyev zijn de voorlopige maatregelen onder artikel
39 die door het EHRM zijn opgelegd als zodanig niet aan de orde gekomen.
Vraag 7
Bent u van mening dat Azerbeidzjan de andere uitspraken van het Europees Hof respecteert?
Zo nee, welke reactie vanuit Europa acht u passend? Hoe draagt u eraan bij dat die
passende reactie volgt?
Antwoord 7
Het toezicht op de naleving van uitspraken van het EHRM is belegd bij het CM van de
RvE. Dit toezicht is een collectieve verantwoordelijkheid van de verdragspartijen
bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Nederland neemt actief
deel aan de bijeenkomsten van het CM, waarin dit toezicht wordt uitgeoefend, ook ten
aanzien van de zaken betreffende Azerbeidzjan. De besprekingen in het CM over de tenuitvoerlegging
door staten van de uitspraken van het EHRM zijn vertrouwelijk. De beslissingen van
het CM worden openbaar gemaakt.
Het Department for the Execution of Judgments (DEJ) van de RvE ondersteunt het CM bij het toezicht op de tenuitvoerlegging van
de uitspraken van het EHRM. Uit het meest recent gepubliceerde rapport van het DEJ,
in 2021, komt naar voren dat Azerbeidzjan op de zesde plaats staat (van de in totaal
47 lidstaten ten tijde van publicatie) voor wat betreft het aantal EHRM-zaken dat
onder verscherpt toezicht staat. Op 31 december 2022 stonden 285 zaken van Azerbeidzjan
onder toezicht voor tenuitvoerlegging. Afgelopen jaar heeft het CM 35 zaken van Azerbeidzjan
gesloten.
Vraag 8
Heeft u de bezetting van soeverein grondgebied van Armenië door Azerbeidzjan veroordeeld?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee. Het betrof een kort onderhoud waarin niet alle aspecten van het conflict tussen
Armenië en Azerbeidzjan aan de orde konden worden gesteld. Het Nederlandse standpunt
met betrekking tot de bezetting van Armeens grondgebied is bekend. De EU heeft Azerbeidzjan
opgeroepen om terug te keren naar de grenzen voor 12 september 2022. Zoals eerder
aan uw Kamer gemeld steunt Nederland deze oproep.7 Overigens stelt Azerbeidzjan dat Armenië ook Azerbeidzjaans grondgebied bezet houdt.
De situatie wordt bemoeilijkt door het feit dat er op dit moment geen overeenstemming
tussen beide landen is over het precieze verloop van de grens. Onderhandelingen over
een definitieve, officiële grensafbakening zijn nog gaande. De EU faciliteert hierbij.
Vraag 9
Heeft u de kwestie van de repatriëring van Armeense krijgsgevangenen en andere gedetineerden
in Azerbeidzjan aan de orde gesteld, waarover de Kamer drie moties heeft aangenomen
en waarvan de regering heeft toegezegd deze kwestie voort te zetten?
Antwoord 9
Dit is tijdens het gesprek niet aan de orde geweest. Nederland brengt dit onderwerp
geregeld op in bilaterale gesprekken met de Azerbeidzjaanse autoriteiten. Zo heb ik
de situatie van de Armeense krijgsgevangenen opgebracht in een gesprek met de Azerbeidzjaanse
Minister van Buitenlandse Zaken en marge van de OVSE Ministeriële op 2 december 2022.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M. Rutte, minister-president
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.