Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Verkuijlen over het bericht 'Pubers met granaten en tonnen winst door cybercrime: 'Almere visvijver criminelen''
Vragen van het lid Verkuijlen (VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het bericht «Pubers met granaten en tonnen winst door cybercrime: «Almere visvijver criminelen»» (ingezonden 13 februari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 8 maart 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 1753.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in de Telegraaf van vrijdag 10 februari 2023 met de
titel «Almere nieuwe kraamkamer van criminelen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Herkent u het door de politie geschetste beeld van Almere als een gemeente waarin
met name de aanwas van jongeren in de georganiseerde criminaliteit tot grote zorg
aanleiding geeft?
Herkent u het beeld uit het artikel dat Almere landelijk wordt getypeerd als een visvijver
voor de nieuwe aanwas, gesproken wordt over subjecten die als drugsuithaler actief
zijn in Rotterdam en Antwerpen?
Een recente golf aanslagen met explosieven, waarvan enkele gepleegd door minderjarigen,
valt te linken aan de georganiseerde criminaliteit en de handel in drugs. In het artikel
wordt dit omschreven als grootstedelijke problematiek. Herkent u dat beeld?
Antwoord 2, 3 en 4
De politie herkent het beeld dat er in Almere jongeren worden geronseld voor de georganiseerde
(drugs)criminaliteit en online criminaliteit. Dit is helaas een landelijk zorgwekkend
beeld. Daarom investeert dit kabinet structureel in de preventie van jeugdcriminaliteit
om te voorkomen dat kleine jongens grote criminelen worden. Hierover is op dit moment
ook contact met Almere over de maatregelen die daar worden genomen en de wijze waarop
de gemeente hierbij ondersteund kan worden. In Midden-Nederland zijn meerdere criminele
clusters actief, waarvan het merendeel te linken is aan de georganiseerde drugscriminaliteit.
Samen met het relatieve hoge aandeel jongeren en jongvolwassenen maakt dat de regio
een kraamkamer is voor jonge aanwas. Daarnaast herkennen wij ook dat criminelen zich
bij het plegen van aanslagen op woningen met explosieven niet beperken tot de grote
steden in Nederland. We zien dat deze problematiek zich ook in middelgrote en kleinere
gemeenten kan voordoen. Daarom zetten wij in Midden-Nederland in zowel grote als kleinere
gemeenten (Lelystad, Utrecht en Nieuwegein) actief in op de preventie van jeugdcriminaliteit
en het versterken van het gezag.
Vraag 5, 6, 7 en 8
Hoe is het mogelijk dat een gemeente als Almere, onder de rook van Amsterdam, met
de geschetste grootstedelijke problematiek, niet geselecteerd is en dus geen deel
uitmaakt van de integrale aanpak Preventie met Gezag?
Ziet u op basis van het geschetste beeld urgentie om Almere toe te voegen aan de gemeenten
die onderdeel uit maken van Preventie met Gezag, gericht op het voorkomen van de aanwas
van jongeren in de georganiseerde criminaliteit?
Op grond van welke criteria is besloten naast de 15 gemeenten waarmee de aanpak is
gestart, onlangs ook Delft, Dordrecht, Roosendaal en Vlaardingen toe te voegen aan
het programma en wat is de grondslag voor deze criteria in wet- en regelgeving?
Zijn u op dit moment nog meer gemeenten bekend die ondanks een zorgwekkend criminaliteitsbeeld
buiten de selectie van Preventie met Gezag zijn gevallen? Zo ja, wanneer worden deze
gemeenten toegevoegd?
Antwoord 5, 6, 7 en 8
«Preventie met gezag», oftewel de brede preventieaanpak van (georganiseerde en ondermijnende)
jeugdcriminaliteit, richt zich primair op gebieden in gemeenten waar de problematiek
(van ondermijnende en georganiseerde) jeugdcriminaliteit het hevigst is. Daarbij stapelt
de sociale problematiek zich op met grote gevolgen voor de risico’s voor jongeren
om in de criminaliteit te belanden.2
Op advies van het Strategisch Beraad Ondermijning is deze aanpak gestart in de 16
focusgebieden van de gemeenten die zijn geprioriteerd in het Nationaal Programma Leefbaarheid
en Veiligheid (NPLV), waar Almere geen onderdeel van uitmaakt.3 Uit de Leefbaarometer4 komen deze gebieden in deze gemeenten naar voren als plaatsen waar de veiligheid
en leefbaarheid in verregaande mate onder druk staan.
Met de toetreding op 4 juli 2022 van de gemeenten Dordrecht, Delft, Roosendaal en
Vlaardingen tot het NPLV is besloten om ook in de focusgebieden van deze vier gemeenten
te starten met de aanpak Preventie met gezag. Momenteel zijn deze gemeenten hun aanvraag
voor een domeinoverstijgende aanpak aan het formuleren. Naar verwachting kunnen zij
nog voor het zomerreces starten met de uitvoering.
Uit beschikbare data van o.a. het CBS, de Veiligheidsmonitor, de Jeugdmonitor en politiedata
blijkt dat niet alleen voornoemde 19 gemeenten te maken hebben met ernstige vormen
van jeugdcriminaliteit in kwetsbare wijken. De domeinoverstijgende wijkaanpak van
Preventie met gezag zal vanaf dit jaar gefaseerd worden uitgebreid naar aanvullende
gemeenten, waarbij uitgangspunt is dat de middelen worden ingezet daar waar de problematiek
het grootst is en waar een domeinoverstijgende aanpak het grootste verschil kan maken.
Almere is geselecteerd om te worden opgenomen binnen de aanpak Preventie met Gezag.
Op advies van het Strategisch Beraad Ondermijning, en gebruik makend van wetenschappelijke
inzichten, is op basis van beschikbare data een voorselectie gemaakt van acht gemeenten.
Momenteel vinden met deze gemeenten gesprekken plaats over hun mogelijke aansluiting
bij de aanpak Preventie met gezag. Almere is één van deze gemeenten. De problematiek
die wordt geschetst in het artikel over Almere – en door de politie wordt bevestigd
– toont deze urgentie aan.
Naar verwachting zullen deze extra gemeenten vóór het zomerreces van start gaan met
het maken van een probleemanalyse en het formuleren van een plan van aanpak voor de
domeinoverstijgende wijkaanpak.
Vraag 9
Hoeveel middelen van de aanpak preventie met gezag zijn in 2022 per gemeente besteed
en hoeveel worden er in 2023 en 2024 per gemeente besteed?
Antwoord 9
De eerste 15 «Preventie met gezag»-gemeenten hebben in 2022 een beschikking voor vier
jaar ontvangen; de middelen kunnen worden besteed vanaf juni 2022 tot juni 2026. De
gemeenten krijgen de middelen voor de domeinoverstijgende wijkaanpak in jaarlijkse
tranches uitgekeerd van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Het bedrag dat de gemeenten jaarlijks ontvangen is onder andere afhankelijk van de
grootte van de gemeente, de omvang van de problematiek5 en de omvang en inhoud van de aanvraag. Gemeenten krijgen geld voor bijvoorbeeld
de inzet van buitengewone opsporingsambtenaren (Boa’s) en/of het Zorg- en Veiligheidshuis.
Deze verdeling van de middelen is bekrachtigd door het Strategisch Beraad Ondermijning
(SBO). In totaal gaat er jaarlijks circa 38,3 miljoen euro naar de gemeenten voor
de domeinoverstijgende wijkaanpak Preventie met gezag.
Verdeling over gemeenten (x 100.000 euro)
Gemeente
Totaal
Amsterdam
8,4
Arnhem
1,6
Breda
1,3
Den Haag
3,9
Eindhoven
1,3
Groningen
1,2
Heerlen
1,5
Leeuwarden
1,4
Lelystad
1,2
Nieuwegein
1,1
Rotterdam
7,6
Schiedam
1,2
Tilburg
2,1
Utrecht
3,5
Zaanstad
1,0
Totaal
38,31
X Noot
1
Dit zijn afgeronde bedragen.
De justitiële partners, zoals het OM, de politie, de Raad voor de rechtspraak, de
Raad voor de Kinderbescherming, de (Jeugd)reclassering en de Gecertificeerde Instellingen
zullen dit jaar de voor de aanpak benodigde middelen direct van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid ontvangen. De justitiële partners zetten deze extra capaciteit
in op basis van de integrale plannen en afspraken met gemeenten.
Vraag 10
Welke afspraken zijn gemaakt met gemeenten om de effectiviteit van de integrale aanpak
preventie met gezag te monitoren, zodat de effectiviteit van verschillende projecten
kan worden gemeten?
Antwoord 10
Om (over)zicht te krijgen of de integrale aanpak en de interventies van Preventie
met gezag effectief zijn wordt samen met gemeenten een monitor opgezet. Hierover maken
wij doorlopend afspraken en delen we resultaten via ons netwerk met alle gemeentelijke
programmamanagers. Deze monitoring is onderdeel van de lerende aanpak, een jaarlijkse
cyclus van het ophalen van de geleerde lessen, het reflecteren hierop (vanuit wetenschap,
beleid en uitvoering) en het ontsluiten ervan (rapportage). Hierdoor krijgen we zicht
op wat werkt en wat niet en deze ervaringen kunnen ook met andere gemeenten en partijen
worden gedeeld.
Tevens worden gemeenten gewezen op de mogelijkheden om effectief bewezen of kansrijke
interventies (zoals Alleen Jij Bepaalt wie je bent of Kapot Sterk) in te zetten. Daardoor
is het mogelijk om meer concreet het effect van de interventie aan te geven of naar
een dergelijke rapportage toe te werken.
Daarnaast worden er door de gemeenten en via onderzoeken, zoals dat van het EPIC-consortium6, interventies geëvalueerd om op microniveau beter zicht te krijgen op de effectiviteit.
Met de lerende aanpak kan tijdens de verdere uitrol van Preventie met gezag aan de
verantwoording en monitoring steeds beter vorm en inhoud worden geven. Het effect
van bepaalde interventies – en zeker gedragsinterventies – kan veelal pas over een
langere periode worden gemeten. Ten slotte sluit de monitor aan op de monitoring van
de overkoepelende programma’s boven Preventie met gezag, zoals de monitoring van het
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en de monitor van DG Ondermijning.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.