Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voorhang concept-KB houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius (Kamerstuk 35422-20)
2023D09273 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over de Voorhang concept-KB houdende vaststelling van
het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius (Kamerstuk 35 422, nr. 20) en de brief Proces fase 2.2 Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius (Kamerstuk
35 422, nr. 22).
De voorzitter van de commissie,
Paul
De griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie, PvdD-fractie,
ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerking van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Voorhang concept-KB houdende
vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel
voorzieningen Sint Eustatius, Kamerstuk 35 422, nr. 20, d.d. 3 februari 2023 en de twee brieven van de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties aangaande dit onderwerp. Respectievelijk de brief naar
aanleiding van het schriftelijk overleg inzake teruggave van het budgetrecht Sint
Eustatius d.d. 03-02-2023 (Kamerstuk 35 422, nr. 21) en de brief naar aanleiding van de procedurevergadering d.d. 23-02-2023 (Kamerstuk
35 422, nr. 22). De leden hebben een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.
Een belangrijke aanleiding voor de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius in 2018
was gelegen in het feit dat de financiële administratie alsmede de financiële besluitvorming
niet tot nauwelijks voldeed aan de eisen die daaraan werden gesteld. De leden van
de VVD-fractie lezen in de brief dat er al grote stappen zijn gezet, maar dat er op
het terrein van financieel beheer nog wel een aantal verbeterpunten moeten worden
doorgevoerd en dat dit nog tot minimaal september 2023 zal vergen om ze allemaal door
te voeren. De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van
de Staatssecretaris dat zij vooruitlopend hierop het budgetrecht al zo spoedig mogelijk
na de eilandsraadsverkiezingen van 2023 terug wil geven. De leden van de VVD-fractie
vinden ook dat de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius niet langer moet duren dan
noodzakelijk is. Echter moet dit wel verantwoord gebeuren, anders zijn de inwoners
van Sint Eustatius de dupe. De leden van de VVD-fractie hebben dan ook zorg of teruggave
van deze bevoegdheid vooruitlopend op de implementatie van de benodigde verbeteringen
geen risico’s met zich meebrengt. Hoe weegt de Staatssecretaris dit?
De leden van de VVD-fractie zien dat er veel goede stappen zijn gezet en er zowel
vanuit de Staatssecretaris, de huidige regeringscommissaris, als vanuit een groot
deel van de politieke partijen commitment is uitgesproken voor het zetten van de benodigde
stappen. Maar uiteindelijk gaat het niet om het commitment alleen, maar vooral ook
om de harde afspraken die worden gemaakt. Dit brengt een dilemma met zich mee. Want
de leden van de VVD-fractie hebben op zichzelf begrip voor het feit dat de Staatssecretaris
door wil met het proces van het koninklijk besluit en dat dit in aanloop naar de verkiezingen
een mooi signaal zou zijn, maar gelet op de onzekerheden die nog in het proces zitten,
zouden we als Kamer nog wel vinger aan de pols moeten kunnen houden. Om aan beide
elementen recht te doen, zouden de leden van de VVD-fractie de Staatssecretaris willen
vragen om, voor ze een handtekening onder het koninklijk besluit zet, de uitkomsten
van de onderhandelingen en de laatste stand van zaken met de Kamer te delen en dat
ze daarbij voldoende tijd laat tussen het moment van informeren van de Kamer en de
ondertekening van het KB (circa twee weken). Kan de Staatssecretaris dat toezeggen?
Op die manier ontstaat er een mogelijkheid voor de Kamer om, indien gewenst, nog een
debat te kunnen voeren met de Staatssecretaris alvorens het koninklijk besluit wordt
ondertekend. Op die manier kan de Kamer vinger aan de pols houden. In de tussentijd
kan de Staatssecretaris verder met het proces tot het gereedmaken van het koninklijk
besluit en loopt dat geen vertraging op.
De leden van de VVD-fractie zouden tenslotte graag van de Staatssecretaris vernemen
wat de mogelijkheden zijn om na teruggave van het budgetrecht in te grijpen mocht
daar aanleiding toe zijn. Hoe ziet dat proces er uit en wie heeft dan welke bevoegdheid?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA fractie hebben kennisgenomen van het concept-KB houdende vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius. De leden van de CDA-fractie willen dat de inwoners van Sint Eustatius
het budgetrecht terugkrijgen. De komende verkiezingsdatum is een bijzonder goed moment
om dat te realiseren. Dus indien de Staatssecretaris goede afspraken over financieel
beheer kan maken met de nieuw gekozen eilandsraad en de gedeputeerden: alle steun
van de leden van de CDA-fractie!
Maar als je wilt dat mensen goed functioneren, moet je ze wel goede spullen geven.
Wat de leden van de CDA-fractie betreft ontbreekt het daar nu nog aan. De leden van
de CDA-fractie willen daarom dat de Staatssecretaris de volgende punten borgt voordat
zij haar handtekening zet.
Ten eerste: geen resultaten zonder toereikende middelen. De leden van de CDA-fractie
begrijpen dat Sint Eustatius meer dan een jaar zonder Directeur Bedrijfsvoering heeft
gezeten. Gaat de Staatssecretaris borgen dat er voldoende kennis en kunde is op het
eiland om de administratie te voeren en zo ja, hoe gaat dat gebeuren?
Ten tweede lezen de leden van de CDA-fractie in de antwoorden van 21 februari jl.
op het schriftelijk overleg Sint Eustatius (Kamerstuk 35 422, nr. 22) dat juist allerlei werkprocessen met betrekking tot financieel beheer nog niet zijn
afgerond zoals salarissen en sociale lasten, inkoop en aanbesteding, planning-en-control-cyclus
en overheidsdeelnemingen. Deze processen moeten naar de mening van deze leden voor
de start gereed zijn. Hoe gaat de Staatssecretaris dat borgen?
Ten derde: de leden van de CDA-fractie horen dat er een tekort is over de begroting
van 2022. Klopt dat en zo ja, geeft de Staatssecretaris de garantie dat Sint Eustatius
zonder een tekort begint en dat een eventueel tekort over 2022 ook niet in mindering
is gebracht op een eventuele reserve?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie,
PvdD-fractie, ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie
De leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie, Partij voor de Dieren-fractie
ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie constateren dat sinds 2018 het
lokale bestuur van Sint Eustatius in handen is van het Ministerie Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties. Al bijna vijf jaar is er geen sprake van volledig democratisch
zelfbestuur, en hebben ruim 3100 Nederlandse burgers weinig te zeggen over hun lokale
beleid.
De leden van deze fracties verwijzen naar eerdere uitspraken die zijn gedaan door
de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de vorig jaar aangestelde mediators op
Sint Eustatius, waarin zij hun zorgen hebben geuit over de beleidsuitvoering van deze
«bestuurlijke interventie». Voor Nederlandse begrippen is er een ongekend en zeer
ingrijpend middel ingezet. Deze leden delen de mening dat er nadrukkelijk rekening
moet worden gehouden met de lokale situatie en capaciteit.
Op basis hiervan zijn de leden van deze fracties van mening dat er alles aan gedaan
moet worden om de «bestuurlijke interventie» snel, goed en op basis van wederzijds
vertrouwen af te ronden. Deze leden hebben als inzet dat de democratie niet alleen
hersteld, maar zelfs aanzienlijk verbeterd zal zijn.
De leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie, Partij voor de Dieren-fractie
ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie hebben kennisgenomen van de brieven
en de rapportages. Deze leden spreken hun steun uit aan de Staatssecretaris. De Staatssecretaris
zet in op teruggave van het budgetrecht aan het bestuur en de Eilandsraad, bouwt aan
wederzijds vertrouwen, maar blijft tegelijkertijd scherp op de criteria voor het verbeteren
van de bestuurlijke organisatie.
De leden van deze fracties hebben ook kennisgenomen van de brief van de Eilandsraad
die duidelijk hun commitment voor het proces uitspreken. Deze leden delen hun gevoel
van verdriet en verbazing over mogelijk uitstel van de teruggave van het budgetrecht.
Deze leden willen aan het bestuur, de Eilandsraad en burgers van Sint Eustatius zeggen:
We feel your pain and dissapointment! Don’t be discouraged and get out to cast your
vote on March 15! Deze leden hebben nog enkele vragen die zij aan de Staatssecretaris willen voorleggen.
De leden van de D66-fractie, PvdA-fractie, GroenLinks-fractie, Partij voor de Dieren-fractie
ChristenUnie-fractie, Volt-fractie en BIJ1-fractie vragen aan de Staatssecretaris
welke signalen zij ontvangt over het mogelijke uitstel. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
verwacht dat het uitstel zal leiden tot een mogelijk lagere opkomst bij de verkiezingen
van 15 maart. Wat doet de Staatssecretaris om de democratie te beschermen en te versterken?
Op welke wijze heeft de Staatssecretaris burgerparticipatie de afgelopen periode verder
bevorderd? Kan de Staatssecretaris toezeggen dat de benodigde (personele) middelen
voor een zorgvuldig en duurzaam herstel (fase 2 tot en met fase 4) zijn vrijgemaakt?
II. Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
III. Volledige agenda
Voorhang concept-KB houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. 35 422, nr. 20 – Brief regering d.d. 03-02-2023, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Proces fase 2.2 Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius.
35 422, nr. 22 – Brief regering d.d. 23-02-2023, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.